Alumni aan het woord – Vergroot zelf je kans op succes

“Het leven laat zich niet plannen”, antwoordde burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam even geleden, toen hem door Eva Jinek gevraagd werd of hij niet de nieuwe leider van de Partij van de Arbeid wilde worden. Soms lopen dingen simpelweg zoals ze lopen. Tot zover een vooraanstaand politicus aan het woord. Voor een afgestudeerd historicus – in de regel niet iemand met een scherpe beroepsrichting – gelden deze wijsheden echter vaak evengoed. Geen wonder dat historici geregeld op ogenschijnlijk onlogische plekken terecht komen. Maar is dat nu het lot van de historicus, of eerder een zegen? Ik pleit voor het laatste.

Laat ik direct beginnen met de bijsluiter: succesformules bestaan in algemene zin niet, laat staan voor afgestudeerde historici. Al is het maar omdat je zelfs als je alle ingrediënten voor een succesformule in huis hebt, succes zelf nog verre van gegarandeerd is. Succes definieer ik in dit geval maar even voor het gemak als het vinden van een leuke baan met perspectief voor de toekomst. Wat je desalniettemin kunt doen, en waar je dus ook zelf verantwoordelijk voor bent, is om voorwaarden te scheppen die de kans vergroten op succes.

Een van zaken die je toekomst bepalen begint al voordat je bent afgestudeerd: nevenactiviteiten. Stel jezelf de vraag wat je buiten je studie om al kunt doen om bijzondere ervaring op te doen, je horizon te verbreden en/of – niet onbelangrijk – je in de kijker te spelen van mensen die anders niet zo snel tegen zou komen. In mijn geval betekende dat lid van de opleidingscommissie, secretaris van de studievereniging en uiteindelijk voorzitter van de Universitaire Studentenraad. En ja, in ‘mijn tijd’ waren er ook al de nodige rendementsmaatregelen en werd er op compensatieregelingen voor studentbestuurders gekort. Ik durf de stelling echter aan dat het voor je toekomstperspectief belangrijker is om iets naast je studie te doen en genoegen te nemen met een 7, dan nevenactiviteiten niet aan te durven en aan het eind van de rit ‘slechts’ in het bezit te zijn van een erg mooie cijferlijst.

Vervolgens is het de vraag wat je binnen je studie kan doen om voorwaarden te scheppen die later je kans vergroten op succes. Veel geschiedenisopleidingen kennen een aanzienlijke hoeveelheid vrije ruimte. Ruimte om je inhoudelijk te verbreden, en een scherp profiel van expertise op te bouwen. Het is een kans die studenten binnen andere opleidingen niet of veel minder ruim geboden wordt. Zo heb ik maar liefst anderhalf jaar van mijn bachelor besteed aan een minor journalistiek, een minor internationale betrekkingen en een stage bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Vervolgens doe je jezelf tekort om je ‘slechts’ als afgestudeerd historicus te introduceren. Je hebt inmiddels veel meer kennis in huis waar je op voort kunt bouwen.

De slogan van de overheid is nu “Studeer met een plan”. Met de invoering van het leenstelsel is het inderdaad verstandig om nominaal te studeren, zodat je uiteindelijk niet met een hogere schuld dan nodig blijft zitten. Maar niemand houdt je tegen om een jaartje reizen en/of te werken tussen je bachelor en master onderdeel te maken van je plan. Na een paar maanden reizen door Noord- en Midden-Amerika ben ik tijdelijk gaan werken voor de Nederlandse ambassade in Kopenhagen. Toegegeven, dat laatste was een typisch gevalletje ‘van het een komt het ander’ (zie bijsluiter!), maar desalniettemin: ik had er ook voor kunnen kiezen om direct na de bachelor de master in te gaan. Mijn advies zou zijn: er is tijd genoeg en die master, die komt wel.

Mijn master werd uiteindelijk de master Politiek en Parlement aan de Radboud Universiteit. Kort gezegd een combinatie van parlementaire geschiedenis, politicologie en staatsrecht, gericht op wat er zich allemaal afspeelde/afspeelt op de vierkante kilometer in Den Haag genaamd het Binnenhof. Met de nodige pijn en moeite (let op, nothing comes for free!) gaf de opleiding mij toestemming om een jaar lang, dus van het begin tot het eind van de master, stage te lopen bij de staf Europese Zaken van de Tweede Kamer. Een masterscriptie over het fenomeen parlementaire diplomatie was het gevolg. En niet onbelangrijk: ook mijn huidige baan heb ik onder meer aan die stage te danken.

Uiteindelijk is dit de kern van het verhaal, prachtig verwoord door Rob Wijnberg: “Academisch onderwijs, de geesteswetenschappen in het bijzonder, gaat niet over wat je ermee wordt, maar wie je ermee wordt. Studies als filosofie of geschiedenis leren je een manier van denken en zijn – geen manier van doen.” Het karakter van de opleiding geschiedenis plus de voorwaarden voor het vergroten van succes die je zelf kunt creëren, door je zowel inhoudelijk als niet-inhoudelijk met een bepaalde focus te ontwikkelen, is mijn succesformule geweest. Ik kan het van harte aanbevelen!

Wil je meer horen over jonge historici en de arbeidsmarkt? Op 22 november organiseren wij het evenement ‘Maak werk van geschiedenis.’ Je kan je hier aanmelden. 

IMG_4562Bob van Dijk (26) werkte na het afronden van zijn bachelor Geschiedenis (Radboud Universiteit) voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Kopenhagen. Hierna is hij teruggekeerd naar Nederland voor de master Politiek en Parlement aan dezelfde universiteit, alsmede voor een stage bij de staf Europese Zaken van de Tweede Kamer. Na zijn opleiding volgde hij de Leergang Buitenlandse Betrekkingen van Instituut Clingendael. Tijdens zijn opleiding was Bob lid van de opleidingscommissie Geschiedenis, secretaris van studievereniging GSV Excalibur en voorzitter van de Universitaire Studentenraad. Ook deed hij een minor in journalistiek en internationale betrekkingen en liep hij stage bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Hij is nu, na ruim een jaar adjunct-griffier te zijn geweest van de Tweede Kamer, net begonnen aan een tweede uitdaging aan het Binnenhof: beleidsmedewerker van de D66 Tweede Kamerfractie.

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven