Recensie: Jessica Voeten en Angela Dekker – Moed en Overmoed

Afbeeldingsresultaat voor moed en overmoed mata hari

Jessica Voeten en Angela Dekker, Moed en overmoed. Leven en tijd van Mata-Hari
Atlas Contact, 2018
ISBN: 9789045035123
€34,99

 

 

‘A pivotal moment’ noemt biograaf Nigel Hamilton het cruciale omslagpunt dat iedere biografie volgens hem moet hebben. Hij bedoelt daarmee een kenmerkend voorval dat in één keer duidelijk maakt met het type hoofdpersoon waarmee de lezer te maken heeft; een moment waarop de opties van de geportretteerde open en bloot op tafel liggen. De keuze die de hoofdpersoon op een dergelijk moment maakt, zal de loop van het resterende levensverhaal definiëren. Voor een biograaf is het geen al te moeilijke taak om zo’n scharnierpunt te construeren, waardoor het dan ook vaak niet veel meer lijkt dan een stilistische truc. Want hoe vaak komt het voor dat een individu zich bij leven realiseert dat hij of zij op een onafwendbaar keerpunt staat?

Jessica Voeten en Angela Dekker komen er mee weg. In Moed en overmoed laten zij zien dat Margaretha Geertruida Zelle (1876-1917) in 1903 zo’n moment meemaakte. Het scharnier in haar leven diende zich aan op een station, als een passagierstrein. Zelle stond op het punt om haar echtgenoot, dochter en goede naam voorgoed achter zich te laten en als gescheiden, en dus gevallen, vrouw naar Parijs af te reizen voor een carrière als oriëntaalse danseres. In een brief aan een familielid verwoordde ze het zelf als: “[ik moet] kiezen tussen een fatsoenlijk en een schitterend leven”. De keuze die Zelle, die bekend werd onder haar artiestennaam Mata-Hari, uiteindelijk maakte, mag bekend zijn. Ze koos voor het schitterende leven, en uit een andere brief blijkt opnieuw hoe goed ze aanvoelde welke koers haar leven zou nemen: “Ik weet wel dat dit leven eindigt in een groot ongeluk.”

Nieuwe bronnen

Alleen Doutzen Kroes kan Mata-Hari misschien overtreffen als ‘s werelds beroemdste Friezin. Internationaal zijn er tientallen publicaties over de danseres verschenen, meerdere biografieën geschreven, diverse films gemaakt – de eerste was al in 1920 te zien – en tentoonstellingen geproduceerd, het meest recent natuurlijk ‘Mata Hari: de mythe en het meisje’ in het Fries Museum. De publicatie van de nieuwste biografie van Voeten en Dekker lijkt in eerste instantie daarom niet meer dan nóg een toevoeging aan een al hoge stapel literatuur en lectuur over de vermeende spionne. Dat dit boek in zijn genre niet licht opgevat kan worden, is echter wel gebleken: de titel werd zowel genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs 2018 als de Nederlandse Biografieprijs 2018.

Wat maakt dit boek dan zo opvallend, of goed? Voornamelijk komt dat, heel simpel, door de nieuwigheid van het bronmateriaal waarop de auteurs zich baseren. Voeten en Dekker zijn de eerste Mata-Hari-biografen die konden beschikken over het familiearchief van Zelle’s ex-echtgenoot, Rudolph MacLeod. Dit zorgt voor een veel gedetailleerdere beschrijving van Zelle avant Mata-Hari dan tot dusver mogelijk was. Zo krijgt de lezer een inkijk in haar ‘tropenjaren’, de vijf jaren die Zelle als officiersvrouw doorbracht in Nederlands-Indië, een tijd waarin ze zich over het algemeen behoorlijk verveelde. Zelle was geboren voor de schijnwerpers, en voor het personage Mata-Hari, dat tien jaar lang mondain Europa in haar greep hield. Voor het echter zover was, wordt in een aangrijpend hoofdstuk uitgebreid stilgestaan bij de ‘vechtscheiding’ die Zelle en MacLeod publiekelijk uitvochten: zo liet hij een advertentie plaatsen waarin hij de Arnhemse middenstand opriep haar niks meer te verkopen, omdat hij niet langer garant stond voor het gat in haar hand. Daarbij vermeldde hij uiteraard niet dat hij haar erfenis er doorheen had gejaagd.

Standbeeld Mata Hari te Leeuwarden, voor het huis waar ze gewoond heeft.

Veroordeling

Niet nieuw, maar ook nog niet uitgeput, is het strafgerechtelijke Franse dossier van Mata-Hari, dat sinds 2015 online te raadplegen is. Het is passend dat de auteurs met dit boek tenminste één hardnekkig gerucht over Mata-Hari hebben kunnen ontkrachten: het rumoer dat het dossier pas in 2017 (100 jaar na de executie van de danseres) toegankelijk zou worden is een van vele mythes die de figuur Mata-Hari lange tijd omringden. Het grootste raadsel, ook in dit boek, betreft natuurlijk Mata-Hari’s beschuldiging van dubbelspionage tijdens de Eerste Wereldoorlog. Omdat dat gegeven nog altijd tot de verbeelding spreekt, is het tevens de vraag die de meeste druk legt op het boek: was ze nu schuldig of niet? In twee heel aardige hoofdstukken, met een glansrol voor een detective-duo, tonen de auteurs aan dat Zelle’s vermeende spionage weinig voorstelde, en zij waarschijnlijk het meeste bewijs tegen haar had kunnen weerleggen als het haar was toegestaan getuigen op te roepen tijdens de rechtszaak.

Uit de notities van de aanklager blijkt een vooringenomenheid, zo zou Zelle ‘geboren zijn voor spionage’; het is maar een van de uitlatingen waarop Voeten en Dekker hun conclusie staven dat Zelle vooral werd geëxecuteerd om wie zij was, om het beeld dat om haar heen hing en in principe altijd is blijven hangen. Tussen de regels door kunnen we opmaken dat Mata-Hari, die zowel op emotioneel als seksueel vlak een onafhankelijke indruk maakte, daardoor opviel en daarvoor werd gestraft. De auteurs gaan niet zover, zij waken ervoor Zelle neer te zetten als een slachtoffer van de omstandigheden of misogynie, en blijven dicht bij haar karakter. Vooral in haar laatste levensjaren was de chronische overmoed uit de boektitel onmiskenbaar; het spoor van onbetaalde rekeningen van kleding, juwelen en meubels dat Mata-Hari in verschillende landen achterliet getuigen daarvan. De uiteindelijke boodschap, en belangrijkste toevoeging aan de bestaande literatuur, is er een die Zelle zelf al trok: “Mata-Hari en Mme Zelle Mac Leod sont deux femmes toutes différentes.” Mata-Hari werd berecht, maar Margaretha Zelle werd veroordeeld.

Door Simone Vermeeren.

Afbeeldingsresultaat voor simone vermeerenSimone Vermeeren (1991) is voorzitter van het bestuur van Stichting Jonge Historici. Ze studeerde geschiedenis in Nijmegen en Amsterdam, en vervolgde haar studie met een tweede master Europese studies in Leuven, België. Momenteel werkt ze als PhD-student aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar ze de biografie schrijft van Christine Mohrmann.

 

 

 

 

Berichten gemaakt 1235

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven