Bundel: Aron Brouwer, De ondergang der ‘paapse’ afgodendienst in Holland (Entree)

Tussen 1572 en 1578 kozen de Hollandse steden voor het eerste keer in de geschiedenis publiekelijk kant voor het protestantisme en ontdeden zich van hun katholieke verleden. Zo vond er een ommekeer plaats in het levensbeschouwelijke karakter van de Hollandse steden. Dertig jaar later zou het aantal Hollandse gereformeerden al gelijk zijn aan het aantal rooms- katholieken. Toch bleven enkele steden, met Haarlem en Amsterdam voorop, weerbarstig weerstand bieden tegen het protestantisme.

Hoe is het mogelijk dat in zo’n korte tijd zoveel steden voor deze nieuwe variant van het Christendom kozen? Hiervoor zullen we juist gaan kijken naar gevallen waar de overgang moeizamer verliep: hoe vielen de laatste Hollandse bolwerken der Spaansgezinde rooms- katholieken ten prooi aan het opkomende protestantisme? Hierbij wordt uitdrukkelijk niet gekeken naar de militaire, maar specifiek naar de religieuze kenmerken van het beleg. Anders dan de militaire belegeringen had het religieuze beleid immers niet slechts tot doel om de steden te veroveren, maar – aangezien religie en politiek toentertijd veelal onlosmakelijk verstrengeld waren – ook om deze op lange termijn te kunnen behouden.
Hierbij is het van belang om de economische en politieke context te behandelen, omdat het religieuze karakter onder de bevolking van de zestiende-eeuwse Republiek niet alleen beïnvloed werd door de overtuigingskracht van een der kerkelijke stromingen. Bij het bestuderen van een verband tussen de zestiende-eeuwse politieke situatie en religieuze verhoudingen moeten we ook niet uit het oog verliezen dat er toentertijd nog geen duidelijke grenzen waren tussen verschillende religies. De duidelijk afgebakende grenzen van de religie werden in de Republiek pas halverwege de zeventiende eeuw zichtbaar, in andere delen van Europa begon deze ‘confessionalisering’ al vanaf het einde van de zestiende eeuw. Door de vloeiende grenzen waren er veel verschillende mengvormen van het katholicisme en protestantisme. Ook Willem (die nog niet over zijn titel ‘van Oranje’ beschikte) werd bijvoorbeeld officieel katholiek geboren. Toch werd hem vervolgens wel op de lutherse wijze de mis voorgelezen. De grote gematigde zestiende-eeuwse middengroep koos, indien mogelijk, niet nadrukkelijk voor één van de religies, maar voor een politiek en godsdienstig compromis.

Een sleutelfiguur in het religieuze beleid van de Opstandelingen was Willem van Oranje- Nassau, een door de nationalistische geschiedschrijving van de negentiende eeuw tot nationale volksheld gebombardeerde Duitse graaf met aanspraak op gebieden in de lage Nederlanden en het Franse prinsendom Orange. De laatste decennia is er een kentering op gang gekomen

waarbij veel historici steeds meer afstand namen van het gefabriceerde verheerlijkte imago van Oranje. In overeenstemming met deze kentering zal er onderzocht worden wat de persoonlijke invloed van Willem van Oranje op het religieuze karakter van de Hollandse steden was, en in welke mate dit overeenkwam, of juist afweek met het algemene beleid dat hij ten aanzien van de religie heeft gevoerd.

Willem van Oranje had immers persoonlijk baat bij het religieuze beleid van de Hollandse steden. Immers, een van de grootste doelstellingen van de zestiende-eeuwse Europese adel was om de eigen positie en de eigen dynastie te handhaven of, indien mogelijk, te versterken. Internationale allianties speelden hierbij een grote rol, want het kiezen voor één van de elkaar bestrijdende machtsblokken kon vergaande gevolgen voor de dynastie hebben. Met de komst van het protestantisme kregen vorsten een aanvullend middel om de zestiende-eeuwse internationale diplomatie te bedrijven: indien een vorst bijvoorbeeld medestanders zocht in de strijd tegen de Habsburgers, dan kon hij het lutheranisme of calvinisme omarmen. Daarnaast was het voor vorsten ook uiterst belangrijk dat zij de eenheid van religie in hun staat wisten te behouden om het uiteenvallen van de staat te voorkomen. Religieuze eenheid zou de vorst immers verzekeren van rust en orde, oftewel: religie werd ten gunste van de interne sociale cohesie, als bindmiddel gebruikt. De historicus Leeuwenberg draagt dit als een van de oorzaken aan waarom Filips II alle ‘ketters als rebellen brandmerkte’. De invloed van Willem van Oranjes religieuze beleid op het religieuze karakter van de Hollandse steden behoort ook binnen deze context te worden bezien.

U LEEST HET PAPER VAN ARON BROUWER, GETITELD ‘ DE ONDERGANG DER “PAAPSE” AFGODENDIENST IN HOLLAND. HOE WILLEM VAN ORANJE HET LEVENSBECHOUWELIJKE KARAKTER VAN DE HOLLANDE STEDEN BEÏNVLOEDDE’  IN DE BUNDEL OVER HISTORISCHE DEBUTEN:

Berichten gemaakt 1235

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven