Column: Fronttoerisme

‘In Flanders fields the poppies blow’. Zelden werd een versregel over oorlog zo bekend als deze. Ook komt het niet vaak voor dat onkruid zo sterk wordt gekoppeld aan geschiedenis. De klaprozen, die in het gedicht van John McCrae een symbolische betekenis hebben gekregen, zijn nu symbool voor de Eerste Wereldoorlog geworden. Het rode bloempje wordt elk jaar bij de herdenking van de Armistice op de borst gedragen. Het dient als teken van betrokkenheid. Wie vandaag naar BBC News heeft gekeken zal dat niet ontgaan zijn. Iedereen lijkt zich opeens bewust van de oercatastrofe van de twintigste eeuw.

Het herdenken van de Eerste Wereldoorlog is een bijzonder fenomeen. Beelden die onmiddelijk aan het oog voorbijkomen zijn de talloze militaire begraafplaatsen langs de provinciale wegen in de Vlaamse Westhoek en Noord-Frankrijk. Het aantal militairen dat daar begraven ligt is onvoorstelbaar. De Eerste Wereldoorlog was niet alleen de eerste oorlog die op industriële schaal werd gevoerd, het was ook een oorlog die op ongeëvenaarde wijze werd herdacht. De begraafplaatsen zijn ontworpen voor de eeuwigheid. Opvallend is dat alle betrokken landen een eigen nationale stijl van herdenken aanhouden. Begraafplaatsen van Britse soldaten zijn ruimtelijk ingericht en door het witte marmer stralen ze grandeur uit. Hier liggen de overwinnaars. De graven zijn gelijk, soldaat en officier liggen zij aan zij, soms arm in arm. De Duitse begraafplaatsen zien er anders uit. Deze zijn somber, afgeschermd van de wereld door een haag. Een Soldatenfriedhof heeft vaak een lage poort, waardoor de bezoeker gedwongen wordt om het hoofd te buigen bij binnenkomst. Hoge eiken overschaduwen de grijze platte stenen met de namen van de gesneuvelden. Het zijn rustplaatsen, maar de rust is komend jaar ver te zoeken.

In 2014 is het precies een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. Het conflict zal dan groots worden herdacht. De Britse regering trekt maar liefst 50 miljoen pond uit voor het herdenkingsjaar. West-Vlaanderen heeft een budget van 3,95 miljoen. Dat geld wordt natuurlijk besteed aan voor de hand liggende zaken, zoals de financiering van studiegroepen, documentaires, tentoonstellingen, publicaties, promotie en plechtigheden. Daarnaast staan er bij veel Belgische dorpen activiteiten op de agenda. Dat belooft veel plechtige momenten met burgemeesters en teksten als ‘dit nooit meer’. Dat is onvermijdelijk. Vreemder is het spektakel dat hierbij gepaard zal gaan. Naast het serieuze herdenken moeten de mensen ook wel een beetje vermaakt worden. Wat dacht u van een musical over de Eerste Wereldoorlog? Of een speciaal biertje ter nagedachtenis aan de gesneuvelden. De Ronde van België zal volgend jaar over de voormalige slagvelden van de Vlaamse Westhoek koersen. Sport en krijgsgeschiedenis, een gouden combinatie. De Belgische overheid verwacht in 2014 zoveel bezoekers dat er extra treinen zullen rijden tussen Ieper en Kortrijk. Misschien wordt er zelfs een aanvullend perron aangelegd bij Zillebeke, een dorp dat tijdens de oorlog geheel in puin geschoten werd. Bussen vol scholieren, geïnteresseerden en nabestaanden zullen afreizen naar de frontlinies van 1914-1918. Complete oorlogsmusea worden daarom opgekocht door Amerikanen die willen meeprofiteren van de massale stroom bezoekers. Fronttoeristen zou je ze kunnen noemen. Ook al spreekt Geert Bourgois, de Vlaamse minister van Tourisme, liever van ‘vredestoerisme’.

Die Brits-Belgische opwinding rond de Grote Oorlog zullen we in Nederland niet overstemmen. Wij waren tenslotte neutraal. Het boek Buiten schot van historicus Paul Moeyes is het standaardwerk over de periode 1914 en 1918 in Nederland. Vanwege de hernieuwde belangstelling zal dit werk volgend jaar herdrukt worden door de Arbeiderspers. Andere uitgevers bieden nieuwe literatuur aan. Bij Boom verschijnt een publicatie van Wim Klinkert, Paul Moeyes en Samuel Kruizinga over de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het onderzoekt het conflict aan de hand van negen hoofdrolspelers, op het gebied van leger, politiek, diplomatiek, economie en pers. Ook uitgeverij Aspekt doet hieraan mee. Alleen al in de najaarscatalogus van 2013 staan vijftien titels over de Eerste Wereldoorlog, en er komt nog veel meer aan. In Historisch Nieuwsblad zal het onderwerp ook regelmatig worden belicht. Op tv krijgen we in maart 2014 een documentaireserie over de Grote Oorlog, uitgezonden door de VPRO. Nederland is het onderwerp van de eerste aflevering. Ten slotte zijn er teveel gerelateerde websites om op te noemen, maar wat mij betreft steekt de website van Stichting Studiegroep Eerste Wereldoorlog [SSEW] er bovenuit. Op deze site staan veel academische publicaties gratis aangeboden. Bovendien kun je er als student geschiedenis zelf scripties inzenden.

Als jonge historicus kun je niet anders dan blij zijn met de aandacht voor dit belangrijke onderwerp, zou je zeggen. De Eerste Wereldoorlog is tenslotte een van de bloedigste rampen uit de geschiedenis. Daarvan zou men zich bewust moeten zijn. Bovendien is het wel bijzonder dat het conflict volgend jaar precies een eeuw geleden begon. Maar een ramp moet je op een ingetogen manier herdenken, en daar zit het probleem. Want hoe kun je herdenken op een grootse en tegelijk ingetogen manier? Om een groot publiek te bereiken moet je nu eenmaal lawaai maken. Wij mogen van geluk spreken dat Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog buiten schot bleef. We hadden tijdens het conflict betrekkelijk weinig slachtoffers te betreuren. Daarom blijft de bizarre merchandise, het herdenkingsbier en een musical met Danny de Munk als Soldaat van Oranje in de loopgraven ons bespaard.

tommy

Tommy Duurland (1986) studeerde Militaire Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Naast zijn werk als publieksbegeleider in het Joods Cultureel Kwartier is hij druk met het bewerken van zijn masterscriptie voor een publicatie in de tweejaarlijkse bundel De Grote Oorlog, kroniek 1914-1918 van Uitgeverij Aspekt. Als Eerste Wereldoorlog-expert beveelt hij David Crane’s Empires of the Dead aan aan iedereen die meer wil lezen over monumenten van deze oorlog. 

 

 

Eén gedachte over “Column: Fronttoerisme

  1. Hallo Tommy,
    Je kent mij niet (of misschien wel van gehoord) maar ik wil graag reageren op je column.
    Complimenten met dit verhaal! Ik vind het niet alleen goed geschreven, maar ook heel goed getroffen. Eigenlijk verdient het een groter publiek. Ook waardeer ik dat prachtige vleugje cynisme, dat je laat zien als je die (vermeende) herdenkingen beschrijft. Je beveelt Empires of the Dead aan. Je noemt het werk niet, dus waarschijnlijk vind je in ”Een kleine geschiedenis van een grote oorlog” van Koen Koch historische missers zitten, of zie ik dat verkeerd?

    Ik hoop dat je veel respons gaat krijgen.

    Met hartelijke groet,
    Cees Meijer
    NB Mocht je je afvragen hoe het komt dat ik het artikel heb kunnen lezen. Sanne mailde het door…
    Ik ieder geval mag je in mijn tijdschrift wel eens een gastcolumn schrijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven