deSpiegel: Februaristaking – Steggelen sinds 1941

Op 25 februari 2016 was ik, zoals bijna ieder jaar, bij de herdenking van de Februaristaking in Amsterdam. Ik zat in het eerste jaar van mijn researchmaster Geschiedenis en kwam na afloop een studiegenootje tegen. Het was precies 75 jaar na de Februaristaking, en de koning was aanwezig, met in zijn kielzog een aantal cameraploegen. Als jonge vrouwen vielen we op tussen de voornamelijk grijze bezoekers, dus werden we al snel door een cameraploegje gestrikt om een aantal vragen te beantwoorden.

Ze vroegen of het voor ons iets toevoegde dat de koning er ook was. Nou, het was natuurlijk goed dat hij er was, maar de herdenking en de staking zelf waren het belangrijkste, zijn aanwezigheid voegde daar voor ons niet echt iets aan toe. De interviewster en haar cameraman wisselden paniekerige blikken uit. Of we wel wisten voor welk tv-programma dit was? Blauw bloed. De uitzending hebben we niet gehaald.

Waarom staken?

De Februaristaking en haar herdenking zijn sinds 1946 onderwerp van discussie onder historici, herdenkers en politici. In De strijd om de Februaristaking, het standaardwerk over dit onderwerp, brengt Annet Mooij dit kundig in beeld. In het kort: de Februaristaking was een idee van de Communistische Partij van Nederland (CPN) tegen de vervolging en mishandeling van Amsterdamse joden, en werd na verspreiding van pamfletten een onverwachtse hit onder arbeiders – communistisch of niet. Op 25 en 26 februari 1941 staakten duizenden arbeiders in de regio Amsterdam, Haarlem en Utrecht. Vrijwel al het werk en het openbaar vervoer kwam stil te liggen.

De bekende oproep voor de Februaristaking in 1941

Deze hit bracht de CPN ondanks alle aandacht in een lastig parket. In 1939 had de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag met Nazi-Duitsland gesloten. Voor de Sovjet-Unie (en dus de CPN) was Nazi-Duitsland dus niet volksvijand nummer één. Hoewel de staking, zoals op het pamflet staat, om de Jodenvervolging ging, krabbelde men later een beetje terug en gaf de partijleiding de lonenverlaging als hoofdreden. De opluchting toen Duitsland in juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel, was groot. Nu kon men vol in de aanval op de bezetter. En dat deed men ook: CPN-leiding en –leden sloten zich aan bij het georganiseerde verzet.

Herdenkingen

In 1946 vond de eerste herdenking van de Februaristaking plaats. Onmiddellijk stak oud zeer tussen communisten en sociaaldemocraten de kop op: de sociaaldemocraten meenden dat de staking spontaan was ontstaan, terwijl de communisten meenden dat deze (door henzelf) was voorbereid. Daarnaast bestond er onenigheid omtrent de motieven voor de staking. De sociaaldemocraten spraken over de ‘zuiverste menselijkheid’, terwijl de communisten er achteraf op hamerden dat het hen niet om menselijkheid, maar klassenstrijd te doen was geweest. Uit protest tegen de officiële herdenking organiseerden de communisten daarom een eigen herdenking.

Herdenking februaristaking in Amsterdam; overzicht herdenking bij Dokwerker

Herdenking februaristaking in Amsterdam bij ‘de dokwerker’. Foto uit 1975 door Rob Mieremet, Nationaal Archief, CC.0.

Vanaf 1949 vonden daarom gescheiden herdenkingen plaats. De discussie rondom deze herdenkingen kreeg een politieke lading: men steggelde over de rol van de eigen partij in de oorlog en de huidige politieke verhoudingen. Het lot van de joden, om wie men had gestaakt, bleef volledig buiten beeld. Hieraan veranderde weinig, totdat in 1961 enigszins onverwachts de eerste gezamenlijke herdenking plaatsvond. Helaas liep het mis, omdat de CPN bij het kransleggen geconfronteerd werd met een geminachte afsplitsing die als nieuwe partij voor de herdenking was uitgenodigd In de jaren daarna werd er weer gescheiden herdacht.

In 1966 deden zich politieke en persoonlijke verschuivingen voor waardoor de CPN zich wat gemakkelijker tot andere linkse partijen ging verhouden. In de praktijk kwam het erop neer dat de CPN het voortouw nam en de herdenking bleef koppelen aan de eigen interpretatie van actuele ontwikkelingen. Dit bleef zo tot in de jaren zeventig, toen de herdenking nieuw publiek, zoals krakers, begon te trekken, die hun eigen issues meenamen naar de herdenking. Tegelijkertijd groeide in de jaren zeventig de belangstelling voor de Jodenvervolging tijdens de oorlog, en begon deze een prominentere rol bij de herdenking te spelen.

Het goede in de mens?

Na het verdwijnen van de CPN in 1990 werd de oude onenigheid opgelost. Wel begon men zich steeds meer te realiseren dat Nederlandse ambtenaren, onder wie Amsterdamse gemeenteambtenaren, een nogal twijfelachtige rol hadden gespeeld bij de Jodenvervolging. Het GVB had joden braaf van de Hollandse Schouwburg naar het Muiderpoortstation vervoerd, en de NS had hen vanaf daar braaf naar Westerbork gebracht. De staking was een mooi gebaar geweest, maar veel effect had zij niet gehad.

Zo deint de herdenking mee op de maatschappelijke golven. Herdenken is dus nooit statisch of neutraal; wij geven het een vorm naar wat er leeft in onze samenleving. Tegenwoordig wordt de herdenking, net als bijvoorbeeld de Dodenherdenking op 4 mei, gebruikt om lessen te trekken uit het verleden en deze in te zetten voor het heden en de toekomst. Als wij de staking herdenken, prijzen wij het goede in de mens. Maar desondanks werden er nog steeds ongelooflijk veel joden gedeporteerd. Het samen zien én erkennen van deze twee feiten is een van de moeilijkste aspecten van herdenken en herinneren.

Door Elisa Rodenburg.

Elisa Rodenburg (1992) studeerde in 2017 af van de onderzoeksmaster geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam met een scriptie over vrouwenroeien in Nederland. Daarvoor schreef ze over joodse sport in Nederland tot 1940 en de Olympische Spelen van 1936.

Berichten gemaakt 1235

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven