Essay | Iran en het westen – Een historische reflectie

Nadat de Verenigde Staten afgelopen januari de Iraanse generaal Soleimani liquideerden, borrelden de spanningen die al sinds de vorige eeuw tussen de beide landen voelbaar waren weer op. Op de liquidatie volgden raketaanvallen op Amerikaanse legerbasen, het neerhalen van vlucht PS752 en andere dreigementen over en weer. De relatie tussen de VS en Iran staat al meerdere decennia voor een afgrond. Even leek de situatie te verbeteren toen beide landen onderdeel waren van het Non-proliferatieverdrag, maar door de verkiezing van Ahmadinejad in 2005 en Trump in 2018 verslechterde de toestand.

De recente escalatie duidt erop dat er sprake is van een langdurige spanningsopbouw tussen beide partijen. Dit essay kijkt naar de ontwikkeling van de relatie tussen de VS en Iran vanuit een Iraans perspectief en begint met het beschrijven van de eerste westerse invloeden in Iran in de negentiende eeuw.

Het begin van de westerse inmenging

In de negentiende eeuw heerste de Qajaren-dynastie over Iran, dat toen nog Perzië heette. Het land kende een duidelijke scheiding tussen staat en samenleving en de lokale bevolking bestond uit verschillende culturele stammen die verspreid over het land leefden. De komst van westerse mogendheden begon vroeg in de negentiende eeuw: eerst het Russische leger en later ook de Britten. Zowel Rusland als Groot-Brittannië oefenden lange tijd grote invloed uit op Perzië. Ze mengden zich in de Perzische politiek en beïnvloedden zelfs de opvolgingen binnen de Qajaren-dynastie en de regering. Onder de Perzische bevolking voedde dit de overtuiging dat elke nationale crisis te danken was aan buitenlands machten, die onderdeel waren van een samenzwering.

Anglo-Persian Oil Company, opgericht in 1908

Die buitenlandse inmenging zorgde ervoor dat Perzië minder geïsoleerd raakte van de wereldeconomie en zich op economisch gebied ontwikkelde, mede door de Russen die vanuit de Kaukasus en Centraal-Azië treinrails aanlegden tot diep in Perzië. Goederen en handelaren kwamen vanuit West-Europa, Rusland en Azië het land in.

De westerse invloed zorgde er in de negentiende eeuw al voor dat de kloof tussen de Qajaren (de staat) en de rest van de samenleving groter werd. Sjah Nasser al-Din (1831-1869) moedigde de contacten met Europa lange tijd aan, maar aan het einde van zijn bewind was hij angstig voor de vreemde ideeën. Deze hadden zichtbaar effect op de samenleving, de politiek en de economie: zo werd er bijvoorbeeld een nieuwe educatieve systeem vanuit het westen geïntroduceerd. Dit veroorzaakte het ontstaan van de middenklassen, die zichzelf gingen zien als rowshanfekran (Perzisch: verlichte denkers).

Turbulente jaren

Toen de Perzische regering failliet ging tijdens de economische crisis in 1904-1905, had de inflatie grote gevolgen voor de samenleving. Sjah Muzaffar al-Din dreigde om de landbelasting omhoog te gooien en vulde het financiële tekort aan met leningen van Britse en Russische banken, terwijl de Perzische staat op dat moment al veel schulden had. Door toenemende ontevredenheid van het volk zag de Sjah zich gedwongen om in 1906 een nationale constitutie te laten samenstellen. Die zou ervoor moeten hebben gezorgd dat de Sjah macht verloor, maar in de praktijk betekende dit het tegenovergestelde.

Geldbiljet van de Britse Imperial Bank of Persia (1906)

Het succes van de Constitutionele Revolutie van 1906 verminderde doordat Engeland en Rusland een jaar later de handen ineensloegen en samen gingen werken om onrust in Perzië te sussen. De Britten kregen veel macht over de olie waar de Perzische gronden rijk aan was.

In 1921 werd er een coup gepleegd onder leiding van generaal Reza Khan, die uiteindelijk aan de macht kwam en zich om liet dopen tot Mohammad Reza Pahlavi, Sjah van het land. Dit betekende het einde van de Qajaren-dynastie en het begin van de Pahlavi-dynastie. Perzië veranderde in Iran. Reza Sjah koos ervoor om de Britten tot vijand te benoemen en met de Sovjet Unie samen te gaan werken.

Reza Sjah zorgde voor meer structuur in de staat door deze uit te breiden met meer ministeries en een groter en sterker leger. Er kwam ook meer focus op onderwijs en cultuur: er werd een verplichte ‘dress code’ ingesteld en het educatieve systeem werd uitgebreid; vrouwen werden toegelaten tot het hoger onderwijs. Deze westerse invloeden contrasteerden echter sterk met de normen en waarden die door de grotendeels Islamitische bevolking gewaarborgd werden.

Olie en verzet

In 1941 werd Iran geïnfiltreerd door Russische en Britse troepen, bijgestaan door de Verenigde Staten. De westerse mogendheden wilden fysieke controle over de olie-industrie en meer macht in de regio. Reza Sjah’s zoon Mohammad Reza ging ermee akkoord om volledig mee te werken met de Geallieerden. Net als zijn vader hanteerde hij een sterk dictatoriaal bewind. Hij stelde de geheime politie (SAVAK) in, schafte de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting af en wist niet goed met de financiën om te gaan. In 1971 gaf de Sjah zelfs een feest om het 2500 jarige bestaan van Perzië te vieren en daarbij vele westerse bondgenoten uit te nodigen. De kosten van het feest bedroegen een derde van de nationale begroting, terwijl een groot deel van de bevolking erg arm was.

De eerste olieboor in Iran, Anglo-Persian Oil Company (1908)

Rond 1950 ontstond er een nationalistische beweging, geleid door Muhammad Mossadeq. Hij wilde dat Iran meer macht kreeg over haar eigen politiek en over de oliebronnen. Mossadeq had veel volgelingen onder nationalistische Iraniërs. Met behulp van campagnes tegen de Britten en de Sjah lukte het hem om een leger te mobiliseren en hen te verjagen. De Sjah pleegde in 1953, onder meer met de hulp van de CIA, een coup tegen Mossadeq om de macht (en het internationale oliekartel) weer in handen te krijgen. De rol van de VS werd door veel Iraniërs bekritiseerd, onder meer door Ayatollah Khomeini die zich tegen het regime van de Sjah verzette.

De revolutie: Iran weer van Iran

Uiteindelijk lukte het diezelfde Khomeini om in 1979 een revolutie te ontketenen. Hoewel die revolutie vaak als de Islamitische Revolutie wordt aangeduid, is het te beargumenteren dat deze revolutie heel nationalistisch en dus Iraans van aard was. De revolutionairen verzetten zich tegen de prowesterse Sjah en buitenlandse invloeden. Ze wilden Iran neerzetten als onafhankelijke natie en riepen de Islamitische Republiek van Iran uit.

Kort daarna liet de Iraakse leider Saddam Hoessein zijn troepen Iran binnenvallen. De Iran-Irak oorlog zou acht jaar duren, van 1980 tot 1988. Tijdens deze oorlog en voornamelijk aan het begin, steunden de VS Saddam Hoessein, onder andere door het leveren van grondstoffen en wapens, omdat men bang was voor wat er zou gebeuren als Iran de oorlog zou winnen. De Iran-Irak oorlog zorgde ervoor dat Iran niets en niemand meer vertrouwde en zichzelf ten alle tijden moest voorbereiden op de strijd. Dit bracht Iran tot het nemen van extreme maatregelen: nucleaire ontwikkelingen.

(Ont)spanningen

De rest van de wereld zag die nucleaire ontwikkelingen met lede ogen aan. Met name de Europese Unie en de VS deden pogingen tot onderhandelen, in de hoop op meer transparantie over de Iraanse kerncentrales. Uiteindelijk liet Iran inspecties toe van het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA). Hoewel daaruit bleek dat Iran wel degelijk uranium verrijkte, voldeed het land wel aan de eisen waaraan een ondertekenaar van het Non-proliferatieverdrag moest voldoen. Enige tijd stond de relatie tussen Iran en de VS op een minder gespannen voet: president Khatemi (1997-2005) lanceerde onder meer een campagne om de relaties met het buitenland te verbeteren, nam deel aan een conferentie over mensenrechten van de Verenigde Naties en hij ging in gesprek met verschillende Amerikaanse media. Daarnaast beloofde Iran de uraniumverrijking actief te gaan verminderen.

Amerikaanse Tea Party demonstratie tegen de Iran Deal onder Obama (2015)

Toen de populist Ahmadinejad in 2005 president van Iran werd, verzette het land zich weer tegen het westen. Iran schond het Verdrag en begon weer meer uranium te verrijken. De opvolger van Ahmadinejad, president Rouhani, wilde wel weer om de tafel gaan zitten en hield zich meer aan de regels dan zijn voorganger. Het leek weer een tijdje rustig, maar in 2018 trokken de VS zich terug uit het Verdrag, omdat president Trump vond dat Iran strengere sancties verdiende. Dat brengt ons weer bij de meest recente grote ontwikkelingen tussen de twee landen: de liquidatie van generaal Soleimani en het neerhalen van PS752 in januari 2020.

Iraanse protesten tegen vijandige Amerikaanse politiek (2018)

Vooruitblik

In de afgelopen eeuw zijn er veel westerse invloeden en machtsuitoefeningen op Iran geweest. Door strengere sancties aan Iran op te leggen hebben de VS laten weten dat zij vinden dat het regime moet veranderen. Voor de Supreme Leader en een groot deel van de Iraanse regering maakt het niet heel veel uit of het nu gaat om Britten, Russen of Amerikanen: alle westerse vreemdelingen zijn onderdeel van een samenzwering tegen het regime van de Islamitische Republiek van Iran. Dit hoeft niet voor alle Iraniërs te betekenen dat zij een samenzwering zien in iedere persoon of organisatie die sympathiseert met ‘het westen’, maar het is een dominante overtuiging die de spanning tussen Iran en de VS aan de gang houdt.  

De VS zal ongetwijfeld een oogje in het zeil willen blijven houden. Bovendien zal de Islamitische Republiek zich nog altijd sterk willen houden en afzetten tegenover de rest van de wereld, daar waar de Iraanse Revolutie oorspronkelijk voor bedoeld was.

Door Sheline Kap.


Sheline Kap (1997) heeft zich tijdens haar studie Culturele Antropologie gefocust op etnische diversiteit, feminisme en Islam, sociale duurzaamheid en de regio’s Midden-Oosten, Rusland en Sub-Sahara Afrika. Ze volgt nu een pre-master Geschiedenis om over te stappen vanaf de sociale wetenschappen naar de geesteswetenschappen, maar kan hierbij veel gebruik maken van de kennis vergaard bij antropologie. Haar scriptie (2019) ging over de invloeden van de koloniale overheersing en commerciële activiteiten op de inheemse bevolking en de biodiversiteit in het regenwoud in Clayoquot Sound, Canada.


Verder lezen

Abrahamian, E. (2018), A History of Modern Iran, Cambridge University Press.

Blight, J.G. Becoming Enemies U.S.-Iran Relations and the Iran-Iraq War, 1979-1988. Lanham, Md.: Rowman & Littlefield, 2012.

Chehabi, H.E. (1993), ‘Staging the Emperor’s New Clothes: Dress Codes and Nation-Building under Reza Shah’ Iranian Studies, Vol 26, no.2/4: pp. 209-229.

Tabatabai, A. & A. Samuel (2017) ‘What the Iran-Iraq War Tells Us about the Future of the Iran Nuclear Deal’ International Security, Vol 21, No. 1: pp. 152-185.

Warnaar, M. (2013) Iranian Foreign Policy during Ahmadinejad: Ideology and Actions, Palgarve MacMillan: 60.

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven