Reportage: Een feestdag met Grondwet, inktpot en iPad

Zaterdag 29 maart werd op veel plaatsen in Den Haag gevierd dat het Koninkrijk der Nederlanden  200 jaar een Grondwet heeft. Als onderdeel van de festiviteiten sloegen de Eerste Kamer en  Jonge Historici de handen ineen. De hele dag konden geïnteresseerden in een Senaatszetel plaatsnemen om te luisteren naar colleges over de Grondwet en de Eerste Kamer. Op ieder college werd vervolgens kort gereageerd door een senator. Daarna kreeg het publiek de kans om ‘Kamervragen’ te stellen.

Hoewel het belang van de Grondwet algemeen erkend wordt, zien weinigen haar geschiedenis als een spannend verhaal. De Senaat heeft dan ook te kampen met het enigszins stoffig imago van laatste carrièrestap in het leven van oudere bedaagde politici. De sceptici konden zich echter positief laten verrassen. Als deze middag één ding naar voren kwam, dan was het wel dat zowel Grondwet als Senaat gedurende de twee eeuwen van hun bestaan in constante dialoog met elkaar en met een veranderende samenleving zijn geweest.

Een gezonde spanning tussen een rijke geschiedenis en de eisen van een 21e-eeuwse democratie blijkt al bij een nadere blik op de vergaderzaal. Kunsthistorica Marion Bolten beschreef hoe deze halverwege de 17e eeuw gebouwd werd als vergaderlocatie voor de Staten van Holland en West-Friesland. Onderstut door vier zuilen, die de deugden liefde, eenheid, trouw en vrede symboliseren, huisvest het Senaatsgebouw vandaag ’s werelds oudste nog als zodanig functionerende parlementaire vergaderzaal. De inrichting van het klassieke pand is echter met haar tijd meegegaan. In de grondwetherziening van 1849 was de eis tot openbaarheid van bestuur opgenomen. Voortaan moest de Eerste Kamer ruimte bieden aan geïnteresseerde toehoorders. Eerst werden er enkele decennia lang gelijkvloerse zitplaatsen en tribunes tegen de muren geplaatst. In 1881 werden deze vervangen door balkons. Bij de renovatie in 1994/95 zijn de balkons zo gerenoveerd dat de aan de muur hangende 17e-eeuwse allegorische verbeeldingen van oorlog en vrede beter zichtbaar zijn. De geschiedenis van deze modern vormgegeven balkons raakt dus zowel aan de moderne openbaarheid van de Senaat als aan de rijke geschiedenis van het gebouw.

eerste kamerDeze rijke geschiedenis werd verder uitgediept door Geert Jan Hamilton, de griffier van de Eerste Kamer, en  historicus Mart  Rutjes. Hamilton wees op de meer dan een half millennium oude wortels van het Nederlands parlementarisme. Al in 1428 verenigden de Hollandse steden zich in de Staten van Holland om advies uit te kunnen brengen aan de Bourgondische hertogen, die de macht over het gebied hadden overgenomen van Jacoba van Beieren. Ook wees hij erop dat onze Grondwet een  oudere geschiedenis heeft dan velen denken. De Unie van Utrecht in 1579 kan gezien worden als een eerste Nederlandse Grondwet. Rutjes richtte zijn blik op een andere voorganger van onze huidige Grondwet: de Grondwet van de Bataafse Republiek. Hoewel de Grondwet van 1814 minder progressief was dan de Bataafse Grondwet van 1798, was zij er wel sterk door beïnvloed. Onder meer de eenheidsstaat werd hierin opgenomen. Maar het het idee dat alle burgers bepaalde grondrechten hebben, verdween grotendeels uit deze nieuwe Grondwet.

We zagen eerder dat de bouw van balkons een punt is waarop de geschiedenis van de Grondwet en die van de Eerste Kamer elkaar raken. Dit is echter niet het enige punt waarop dit gebeurt. Zo wezen zowel Bert van de Braak als Wietse Stam erop dat de Grondwet van 1814 nog helemaal niet in een Senaat voorzag. Toen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden in 1815 werden samengevoegd, werd de Grondwet gewijzigd naar aanleiding van de vraag van de zuidelijke afgevaardigden om een adelskamer. Koning Willem I zag wel iets in een aangepaste versie van dit idee. De Eerste Kamer werd een kamer der aanzienlijken. Daar de koning benoemingsrecht had, veranderde de Senaat langzaam in een Menagerie du Roi, een dierentuin van de koning. Sommige leden droegen geen woord bij aan de Kamerdebatten en zaten er in de praktijk enkel om in stemmingen de wens van de koning te volgen. Pas met de grondwetswijziging van 1849 ontworstelde de Kamer zich aan de macht van het staatshoofd. Het levensgrote staatsieportret van Willem II dat achter de zitplaats van de Kamervoorzitter hangt, herinnert aan deze periode, waarin de Eerste Kamer haar onafhankelijkheid verwierf.

Niet alleen de rijke geschiedenis van Grondwet en Senaat kwamen aan bod, ook het huidige functioneren werd bediscussieerd. Rechtsgeleerde Gert Jan Geertjes wees er bijvoorbeeld op dat het rechters niet toegestaan is wetten te toetsen aan de Grondwet. Vanuit het publiek kwam de vraag of het niet wenselijk zou zijn om dit wel mogelijk te maken. Zowel Geertjes als de na hem sprekende senator Witteveen gaven aan positief tegenover een dergelijke verandering te staan. Op de vraag of het misschien eenvoudiger zou moeten worden om de Grondwet aan te passen, gaven de jurist en de senator echter een verschillend antwoord. Geertjes suggereerde dat een dergelijke vereenvoudiging de Grondwet meer zou kunnen doen leven onder de Nederlanders. Witteveen waarschuwde echter dat de Grondwet de burger op die manier minder bescherming zou bieden, omdat het onderscheid tussen politiek en staatsrecht zo zou komen te vervagen. Zo bleek de Grondwet dus ook vandaag de dag nog een dankbaar en actueel discussieonderwerp te kunnen zijn.

mike, gert jan, prof witteveen

De huidige rol van de Eerste Kamer werd ook onder het voetlicht gebracht. Nadat historicus Peter Bootsma voorbeelden had voorgedragen van de debatcultuur in de Tweede Kamer, betoogde senator Joris Backer dat een deel van de waarde van de Eerste Kamer gelegen is in de hoffelijkheid van het debat. De in het protocol ingebakken omgangsvormen bevorderen de discussie over de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetgeving, zo stelde hij. Er werden echter ook kritische vragen gesteld over het functioneren van de Senaat. Zo vroeg een bezoeker zich af of het werk van de Eerste Kamer en dat van de Raad van State niet teveel overlappen. Een andere bezoeker vroeg zich af of er misschien een ongeschreven regel is dat jongere politici niet welkom zijn in de Senaat. Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol, die door het publiek keurig met ‘mevrouw de voorzitter’ aangesproken werd, verdedigde haar Kamer echter met verve. De Senaat heeft een heel andere staatsrechtelijke en politieke functie dan de Raad van State, stelde ze, en telt daarnaast een behoorlijk groot aantal jongere leden. Senator Witteveen kreeg misschien wel de meest kritische vraag over het functioneren van de Eerste Kamer. Hij moest antwoorden op de vraag in hoeverre een parlement van parttimers tegen zijn taak opgewassen is. De senator garandeerde de vragensteller dat hij en zijn collega’s hun werk zeer serieus nemen en in hun vrije tijd een hoop overuren maken. Zijn collega Backer kreeg de meest prangende actuele politieke vraag: wat kan de Eerste Kamer doen om de sociale werkvoorziening te beschermen, nu recente regeringsvoorstellen deze mogelijk bedreigen? Hij beloofde in de hoorzitting hierover, die waarschijnlijk eind april of begin mei zal plaatsvinden, met de gebruikelijke kritische blik naar de regeringsvoorstellen te zullen kijken.

Zo zijn op deze zonnige zaterdagmiddag veel onderwerpen aan bod gekomen. Heden en verleden van Grondwet en Eerste Kamer bleken stof te bieden voor zowel mooie verhalen als voor stevige doch hoffelijke discussies. De manier waarop in het parlement de geschiedenis en de eisen van een moderne democratie elkaar raken, wordt mooi geïllustreerd door de schrijfbladen van de Senaatszetels. Op ieder bankje met twee zitplaatsen staat een oude tinnen inktpot. Maar zelfs als een senator deze zou willen gebruiken, zou dat niet kunnen omdat ze allemaal dicht gesoldeerd zijn. Ter herinnering aan het rijke verleden blijven de tinnen potjes echter staan. Toch hoeven we niet bang te zijn voor een Senaat die te zeer in het verleden leeft. Zo hebben sinds 2011 alle Eerste Kamerleden een iPad waarop zij alle vergaderstukken ontvangen. Op het bureau van een senator vinden we in 2014 dus zowel oud als nieuw; zowel een oude tinnen inktpot als een glanzend nieuwe iPad.

Graag bedanken wij als Jonge Historici de Eerste Kamer voor de plezierige samenwerking: gezamenlijk hebben we een feestelijke dag georganiseerd. Wie meer hierover wil lezen, kan ook het verslag op de website van de Eerste Kamer bekijken.

chrisChristiaan Engberts (1982) studeerde in Leiden filosofie en geschiedenis. Sinds 2013 werkt hij aan dezelfde universiteit als promovendus binnen het onderzoeksproject ‘The Scholarly Self: Character, Habit, and Virtue in the Humanities, 1860-1930’.

 

Berichten gemaakt 1236

Eén gedachte over “Reportage: Een feestdag met Grondwet, inktpot en iPad

  1. Er staat een fout in de weergave van mijn college:bij de renovatie van 1994-1995 zijn er geen nieuwe balkons gekomen, maar hebben de balkons vóór de schilderijen een vide gekregen waardoor de balkons weer enig zicht op de schilderijen mogelijk maakten. Graag deze tekst corrigeren. Marion Bolten

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven