“Heroes”. Bowie in Berlijn

Deze maand is gebleken dat Ostalgie niet louter is weggelegd voor inwoners van de voormalige DDR, maar ook leeft onder het journaille, historici en de eenzame Trabantfetisjist. Waar was West-Berlijn, de enclave in het oosten, Das Insel? Terwijl we bij de beelden van de Mauerfall de loftrompet van vijfentwintig jaar Freiheit schallen, lijkt men te vergeten dat een tweedeling betekent dat er twee Duitslanden waren. En dus twee verhalen. Er was niet alleen sprake van een Duitsland ‘waar Lenin en Marx nog steeds op een voetstuk staan’, maar ook van ‘zoveel Turken in Kreuzberg die amper kunnen bestaan’, zoals Harry Jekkers het zo mooi zong. Het is tijd voor een kleine schets van West-Berlijn, middels de persoon (of het personage?) van pop-icoon David Bowie (1946-).

Twee weken terug verscheen zijn verzamelalbum Nothing Has Changed, een mooie collectie van de diverse hits die hij de afgelopen vijftig jaar scoorde. Zijn werk uit West-Berlijn, geschreven en opgenomen tussen 1977 en 1979 is hierbij echter ondervertegenwoordigd. Hoe belandde Bowie überhaupt in Berlijn? Volgens de vrij recente documentaire Five Years (2013) zocht hij in de jaren zeventig iets nieuws, maar wilde Bowie bovenal weg uit Los Angeles. De Amerikaanse metropool wordt geschetst als een perverse stad, waar cocaïne de boventoon voert van een live fast die young levensstijl. Bowie maakt in L.A. het fenomenale album Station to Station en toert daarmee door Europa, waarbij hij ook Berlijn aandoet. De stad heeft een specifieke aantrekkingskracht op Bowie, die hij later als volgt beschrijft:

For many years Berlin had appealed to me as a sort of sanctuary-like situation. It was one of the few cities where I could move around in virtual anonymity. I was going broke; it was cheap to live. For some reason, Berliners just didn’t care. Well, not about an English rock singer, anyway.

De aanwezigheid van David Bowie in Berlijn was beslist geen unicum. Das Insel bood onderdak aan een grote verscheidenheid studenten, politieke activisten, muzikanten, schrijvers en kunstenaars. Niet alleen uit West-Duitsland, maar uit de gehele Westerse wereld. De overheid was bang dat West-Berlijn leeg zou lopen. Als gevolg werden de woningen belachelijk goedkoop: de huurprijzen werden door subsidies kunstmatig laag gehouden. Mannen in West-Berlijn waren daarnaast uitgezonderd van de dienstplicht. Deze omstandigheden zorgden voor een ware politieke en artistieke hub.

The Berlin Trilogy

De tijd die Bowie in Berlijn doorbrengt, is uiteindelijk een van de meest productieve periodes in zijn carrière. Hij maakt drie albums: Low (1977), “Heroes” (1977) en Lodger (1979). Hoewel iedere plaat een uniek karakter heeft, worden ze vaak als een geheel gezien onder de noemer The Berlin Trilogy. In deze periode werkte Bowie samen met een grote groep musici en artiesten die zich tevens in West-Berlijn bevonden. Brian Eno en Robert Fripp (gitarist van onder andere de band King Crimson) werkten mee aan deze platen, die door Tony Visconti geproduceerd werden.

Bowie produceerde op zijn beurt weer de platen The Idiot en Lust for Life van boezemvriend en culticoon Iggy Pop (links te zien op de afbeelding bovenaan). Bowie is te horen op de achtergrond van The Passenger, terwijl Iggy Pop de tekst schreef van het nummer China Girl, dat later zou verschijnen op Bowie’s plaat Let’s Dance (1983). Beide muzikanten trokken nachten door, reden dan door de straten van Schonhausen in West-Berlijn of doken de studio in. Iggy Pop zei destijds: “A week has seven days. Two for bingeing, two for restoring, and three for other activities.”

Bowie hield zich in Berlijn niet slechts bezig met muziek. Hij acteerde naast Marlene Diettrich in de film Just a Gigolo (1978), waar hij een Duitse oorlogsveteraan speelt die seksuele diensten aanbiedt aan rijke dames in de Weimarrepubliek. Hij las de toneelstukken en gedichten van Bertold Brecht. Daarnaast was Bowie gefascineerd door Albert Speer en diens esthetiek van het Derde Rijk, iets wat hij terug probeerde te brengen in de lichtshows bij zijn optredens. De geschiedenis is sowieso nooit ver weg bij nummers van Bowie uit deze tijd: het onheilspellende Warszawa van Low verhaalt over het ‘duistere’ Warschau en in het iconische “Heroes” komt de Berlijnse muur prominent voor.

“Heroes”

De aanhalingstekens geven de term ‘heroes’ een wat ironisch karakter. De titel is een knipoog naar het nummer Hero van de Duitse elektronische punkband Neu!, een groep die grote invloed had op David Bowie en ook op Brian Eno, met wie hij samenwerkte in Berlijn. Wanneer je dacht dat Kraftwerk de oerknal is van Krautrock, think again: Neu! heeft in het begin van de jaren ’70 drie fantastische platen gemaakt en de elektronische muziek op de kaart gezet met nummers als Hallogallo, Hero en Isi. “Heroes” is uitgegroeid tot een klassieker, maar haalde destijds niet eens de top 100. Hoe heeft het nummer de legendarische status vergaard die we het nu toekennen? Dit is inmiddels wellicht het bekendste fragment uit het lied:

I can remember / Standing by the wall / And the guns shot above our heads / And we kissed as though nothing could fall / And the shame was on the other side / Oh we can beat them for ever and ever / Then we can be “Heroes” / Just for one day

De Hansa Studios waar de Berlin Trilogy werd opgenomen lag op minder dan vijfhonderd meter van de muur. Gedurende de opname van het nummer was producer Tony Visconti een luchtje gaan scheppen met zangeres Antonia Maaß, wat uitliep op intimiteiten terwijl ze tegen de Berlijnse muur gedrukt stonden. Bowie zag dit en het inspireerde hem tot het laatste couplet. De tekst zorgt samen met een wall of sound en de effecten van een gloednieuwe Harmonizer (‘an instrument that fucks with the fabric of time’, aldus Visconti), voor een onvergetelijk nummer.

Hoewel, onvergetelijk? Destijds bracht de tekst weinig teweeg. “Heroes” kende een korte opleving toen het samen met een aantal andere nummers van Bowie gebruikt werd in de film Christiane F. (1981), de verfilming van het boek Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1978). Christiane Felscherinow vertelt in dit boek over haar verleden als heroïneprostituee in het West-Berlijn van de jaren zeventig. Haar boek is door de loop der jaren uitgegroeid tot een icoon van de keerzijde van West-Berlijn en de armoede die wijken als Kreuzberg, Neukölln en Wedding tekende. Naast de soundtrack leverde Bowie nog een bijdrage aan de productie van de film en maakt daarin ook zijn verschijning. Deze scène is een mix van filmbeelden van een optreden in New York en het publiek van een AC/DC concert in Duitsland. In de film is wordt het echter gepresenteerd als het concert dat Bowie in Berlijn gaf tijdens de Station to Station tour in 1976. Na dit optreden gebruiken Christiane en haar vrienden voor het eerst heroïne.

De echte klapper kwam echter veel later. In 1987 treedt Bowie op in West-Berlijn, bij de Brandenburger Tor. Het concert is ook over de muur te horen. Rory MacLean beschrijft in zijn kroniek Berlin: Imagine a City (2014) hoe in Oost-Berlijn de mensen samendrommen bij de muur om “Heroes” te horen nadat Bowie had gezegd: ‘We send our best wishes to our friends on the other side of the wall’. Tijdens het nummer raakt het publiek aan beide kanten van de muur in vervoering en raakt men in het oosten slaags met de Volkspolizei. Na het optreden is ook Bowie in tranen. Achteraf noemde hij het een van de meest emotionele optredens die hij heeft gedaan. Die avond is de muur niet gevallen; maar gedurende “Heroes” was Berlijn voor iedereen die het kon horen weer even één stad.

Foto ArnoutArnout le Clercq (1991) is masterstudent geschiedenis in Leiden. Hij houdt zich met name bezig met de moderne geschiedenis van het Iberisch schiereiland en Centraal-Europa. Naast geschiedenis liggen zijn interesses bij journalistiek, literatuur en muziek. Hij is secretaris in het bestuur van de Jonge Historici. Komende zomer is hij in Berlijn te vinden.

 

 

Berichten gemaakt 1236

Eén gedachte over ““Heroes”. Bowie in Berlijn

  1. Leuk stuk om te lezen. De link tussen de lichtshows van Albert Speer in Nürnberg en de hoes van het livealbum Stage zie ik nu pas, maar is eigenlijk niet te missen. Bowie was inderdaad niet de enige die in Berlijn verpoosde. Ook bijvoorbeeld Nick Cave and the Bad Seeds (die er zelfs woonden), Depeche Mode en Killing Joke namen daar legendariche albums op, zij het enkele jaren later dan Bowie. Ik denk dat Bowie’s keuze om naar Berlijn te verkassen samenhangt met zijn fascinatie voor Krautrock (oorspronkelijk zou hij met Neu! samenwerken op Heroes, wat door een misverstand nooit gebeurd is – zie hioervoor de interessante documentaire Krautrock: The Rebirth of Germany) en Duits expressionisme (zie ook de Die Brücke verwijzing in de hoes van Heroes).

    Twee kleine kanttekeningen:
    – Zijn eerste post-Berlijnplaat was niet Let’s dance, maar Scary Monsters (Of eigenlijk het album Lodger al, dat in Zwitserland – in de studio van Queen – en New York opgenomen werd).
    – Volgens mij zijn de livebeelden uit Christiane F. een montage van het publiek van een AC/DC concert en aan de aankleding te zien zijn de beelden van Bowie niet van de Station to Station tour.

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven