Liefde voor de Archieven: Emotionele woorden, het liefdesleven tussen 1779 en 1783 op papier

Eind 1970 werd er een spectaculaire vondst gedaan in het Public Record Office in Londen: er werden postzakken gevonden met 40.000 brieven van Nederlanders uit de zeventiende en achttiende eeuw. Een vijfde van deze brieven is persoonlijke correspondentie tussen mensen uit de middenstand: matrozen, scheepsofficieren en kooplui en hun familie. De brieven bevonden zich ooit aan boord van Nederlandse schepen die tijdens de oorlog tussen Engeland en de Republiek gekaapt en geconfisqueerd werden. Op de website van ‘Brieven als Buit’ zijn ruim duizend Nederlandse brieven online beschikbaar gesteld.[1]

In het boek Worm en Donder, geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800 (2013) stellen de auteurs, Inger Leemans en Gert Jan Johannes, vast dat brieven die zijn geschreven in de achttiende eeuw niet te persoonlijk konden zijn. De reden hiervan was dat brieven vaak werden voorgelezen in familiekring. Ook kon niet iedereen lezen en schrijven, dit leidde tot het inhuren van professionele briefschrijvers. De brieven die hieruit voortvloeiden waren geschreven volgens vaste regels en met het oog op fatsoensnormen.

Uit eigen onderzoek weet ik dat deze vaststelling niet juist is. Om het grote archief van ‘Brieven als Buit’ behapbaar te maken heb ik 68 persoonlijke brieven geanalyseerd die zijn geschreven tussen 1779 en 1783. Het gaat om briefwisselingen tussen vrouwen in Nederland en hun echtgenoten op zee. Het eerste dat hierin opviel was dat de brieven juist zeer persoonlijk zijn, stuk voor stuk. Zo is onderstaand citaat een zeer gebruikelijke aanhef van een brief:

Hertelyk & zeer teder beminde lief & onwardeerbaere Schat Mietie Hanssen. Hoop & wenze dat deeze U, mijn waerde lief, by goede gezonthuyt & alle wenzelyke wellzyn mag in handen komen. Wat myn angaet , is god Dank, nog alles wel. [2]

De onderzochte brieven lijken gezien de inhoud door de mensen zelf geschreven, niet door professionele briefschrijvers. Daar is de inhoud te gedetailleerd en persoonlijk voor. Het volgende citaat is daar een goed voorbeeld van:

Dag lekkere man, dag lieve bouttie van mijn, dag lieve dikke schurke…”[3]

Dit is geen regel die voor een derde paar ogen bedoeld lijkt te zijn. Een voorbeeld van een brief die duidelijk laat zien dat er oprechte gevoelens worden geuit is de brief van Arnoldus Ten Hoorn Junior aan zijn vrouw Maria ten Hoorn uit 1781. In zijn brief vraagt hij haar om zijn ontslag in te dienen:

Ik ben nog reedelyk wel, maar voor het overige ontroostbaar van uw & kind afgescheide te moeten leeven en kan dit niet overwinnen. Hoe seer ik my selve soek te troosten. Om deeze & meer reedenen, heb ik vader geschreeven, van met uw by de heeren Ryneveld te gaan en myn ontslag te versoeke en niet los te laaten voor dat gy het hebt gekreegen. Want ik kan soo, en sonder uw niet leeven en wil liever de uytserste armoede onder gaan dan zoo drie jaaren door te brengen. Lieve Maria, als ik maar om uw denk ontroert myn ziel te meer dewyl hier als in een eensaamheid leeven, die my te veel denkingstyd geeft, waardoor myn ziel by na versmelt van droefheid. Nu dan, toon uw liefde voor uw man te hebben en sie met vader of alleens myn ontslag te bewerken.[4]

Een hartverscheurende brief waar oprechte affectie en gevoelens in naar voren komen. Deze brief is duidelijk alleen voor zijn vrouw bedoeld. Maar dat sommige brieven inderdaad voor de gehele familie bedoeld zijn wordt ook duidelijk. Om toch persoonlijke gevoelens te kunnen uiten die niet voor een derde paar ogen bedoeld was, bedachten de mensen een handige oplossing: een tweedeling in de brief. Hierbij is het bovenste deel gericht aan het gehele gezin/familie en het onderste gedeelte is ‘alleen voor jou’, bedoeld voor de geliefde.

Om een indruk te geven van de persoonlijke toon in het algemeen: het woord ‘lief’ of ‘lieve’ komt bij de 68 brieven in totaal 348 keer voor. De mannen gebruiken het woord 134 keer en de vrouwen 214 keer. Het woord ‘schat’ komt in totaal 16 keer voor, tien keer bij de mannen en zes keer bij de vrouwen. Het woord ‘verlangen’ komt in totaal 24 keer voor, tien keer bij de mannen en 14 keer bij de vrouwen.

Hoewel de mannen soms voor jaren op zee aan het werk zijn komt uit de brieven maar weinig jaloezie naar voren. Uit de 41 brieven die zijn geschreven door mannen komt in maar één brief naar voren dat hij jaloers is. Uit de 27 brieven die zijn geschreven door vrouwen blijkt uit twee brieven dat hun geliefden jaloers zijn. De jaloezie komt voornamelijk voort uit de afwezigheid van brieven. De personen zijn gekwetst omdat ze denken dat de ander hem of haar vergeten is. De afwezigheid van brieven blijkt echter iedere keer te komen door vertraging van verzending. Hierdoor ontvangen ze vaak in één keer meerdere brieven tegelijk en schrijven ze snel excuusbrieven.

De manier van afscheid nemen aan het einde van de brief is emotioneel. Voorbeelden zijn:

“Ag, ik om hels u duysent maal in mijn gedagte. Og, dat wy eens weder in een bant van liefde te samen mogte leve als voor heen…[5]

Als ook uw lieffe vrouw die hondert soennen voor uw sendt en duijsent maal laat groeten, bleijve met alle agting en liefde uw lieve vrouw, ued dw dinaresse en lieve vrouw.[6]

De auteur van deze bijdrage is bij de redactie bekend, maar is op verzoek geanonimiseerd.

[1] http://brievenalsbuit.inl.nl/zeebrieven/page/search, voor het laatst geraadpleegd op 27 oktober 2014.

[2] Public Record Office Londen, Sea Letters (hieronder aangeduidt als PRO-SL) Hansen, Andries vanuit het Caraïbisch gebied naar echtgenote Mietje Hansen in Amsterdam op 19 januari 1781.

[3] PRO-SL, Ruijs-Maassen, Johanna Petronnella vanuit Delfshaven naar echtgenoot Michiel Ruijs in Batavia op 11 november 1779.

[4] PRO-SL, Hoorn Junior, Arnoldus Ten vanuit Guyana naar echtgenote Maria ten Hoorn in Amsterdam op 29 januari 1781.

[5] PRO-SL, Kense-Hopman, Anna vanuit Amsterdam naar echtgenoot Bernardus Kense in India op 1 november 1780.

[6] PRO-SL, Schermer-Charje, Anna Elisabeth vanuit Curacao naar echtgenoot Dirk Cornelis Schermer in Rotterdam op 6 januari 1783.

Berichten gemaakt 1235

Eén gedachte over “Liefde voor de Archieven: Emotionele woorden, het liefdesleven tussen 1779 en 1783 op papier

  1. De honderd zoenen en de duizend groeten klinken weliswaar poëtisch, emotioneel en persoonlijk in onze oren, maar deze afsluiting lijkt (in ieder geval als we ons baseren op de gekaapte post) een relatief standaard formulering te zijn geweest in zulke brieven. Ik ben ze in ieder geval meerdere keren in haast identieke vorm tegengekomen.

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven