Longread: Iris Dijksterhuis, De vrouw die beschermd moest worden

De vrouw die beschermd moest worden

1. De getrouwde vrouw wordt juridisch bekwaam

Lange tijd mochten getrouwde vrouwen volgens de Nederlandse wet niet alles wat hun man wel mocht. Wanneer een vrouw trouwde, leverde zij een deel van haar handelingsbekwaamheid in, zij werd handelingsonbekwaam. Dit hield in dat zij niet zelfstandig overeenkomsten mocht sluiten. In 1956 werd de gehuwde vrouw handelingsbekwaam. Deze wetsaanpassing was een belangrijke ontwikkeling voor het vrouwenrecht en had een lange voorgeschiedenis.

In de negentiende eeuw waren al enkele voortekenen zichtbaar van een verschuivend denkbeeld over de positie van de vrouw. Goeman Borgesius en John Stuart Mill roerden zich rond 1870 over het onderwerp.(1) Pas tegen het einde van die eeuw traden er ook juridische veranderingen op. In 1895 (Wet op de Rijkspostspaarbank), 1907 (Wet op de arbeidsovereenkomst) en 1919 (actief vrouwenkiesrecht) werd belangrijke vooruitgang geboekt. Getrouwde vrouwen bleven echter nog ver achterlopen. Pas in 1956 waren alle ingrediënten aanwezig om hun handelingsbekwaamheid te kunnen realiseren.

In 1956 hadden de confessionele kabinetten van voor de oorlog namelijk plaatsgemaakt voor rooms-rode coalities. Die samenwerking was al tot uiting gekomen in de afschaffing van het arbeidsverbod voor gehuwde ambtenaressen in 1955 en liet zich een jaar later opnieuw van zijn beste kant zien. Ook de rollen van jurist en minister van Justitie Julius Christiaan van Oven en jurist Tweede Kamerlid Corry Tendeloo mogen niet vergeten worden. Tendeloo drong als kamerlid herhaaldelijk aan op verandering. Van Oven was al dertig jaar geleden van mening dat het huwelijksrecht hervormd moest worden. Toen hij in 1956 minister van Justitie werd, zag hij kans zijn visie in de wet vast te leggen. Ten slotte hebben ook de vrouwenbewegingen waar Tendeloo bij aangesloten was, een aandeel gehad.


2. De vrouw volgens de SGP

Na 1956 is er nog veel veranderd voor vrouwen. Het is voor velen gemeengoed geworden dat de vrouw dezelfde rechten als de man bezit. Een uitzondering daarop vormt bijvoorbeeld de in 1918 opgerichte Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP), die in 1956 ook al tegen het wetsvoorstel stemde. In het beginselprogramma staat nog steeds dat deelname aan de politiek in strijd is met de roeping van de vrouw.(2) Lang was het voor vrouwen niet mogelijk een lidmaatschap van de SGP te bemachtigen of een politieke rol na te streven. In 1984 werden wel enkele vrouwen lid van de partij, omdat lidmaatschap voor hen nog niet expliciet was verboden tot een verbod in 1993 werd vastgelegd.

De SGP stelt dat de Bijbel de grondslag dient te zijn voor de regering. Tegenover God moet de overheid zich bescheiden opstellen. Het SGP-standpunt over de vrouw is derhalve gebaseerd op de Bijbel. Het komt voort uit het idee dat God de vrouw en de man bepaalde rollen heeft toebedeeld, waarvan niet mag worden afgeweken. De partij baseert zich op diverse teksten uit de Bijbel, waaronder 1 Korinthe 11 vers 3: “Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.” (Uit de Nieuwe Bijbelvertaling.) Daarnaast is 1 Korinthe 14 vers 34 van belang: “Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat.” (Uit de Nieuwe Bijbelvertaling.) Volgens de SGP volgt hieruit dat de man de vrouw ook in bestuurlijke zin moet leiden. Passief kiesrecht past niet in deze interpretatie.(3)


3. Proefprocessenfonds Clara Wichmann en de strijd namens de vrouw

Maar in de afgelopen jaren zijn er noodgedwongen veranderingen doorgevoerd binnen de partij. In 2007 voerden maatschappelijke organisaties onder leiding van de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann (hierna ‘Stichting’) een rechtszaak tegen de SGP. Deze Stichting bestaat sinds 1983 en was oorspronkelijk gelieerd aan het Clara Wichmann Instituut dat in 2004 werd opgeheven. Het instituut werd in 2000 vernoemd naar de jurist Clara Wichmann, die een belangrijke rol speelde op het gebied van het strafrecht aan het begin van de twintigste eeuw. De Stichting stelt geld beschikbaar ten behoeve van de verbetering van de positie van de vrouw.(4) De belangrijkste advocate tijdens de rechtszaak tegen de SGP, Elsbeth Boor, typeerde het standpunt van de SGP als volgt: “het ideaal om vrouwen te doen geloven dat zij zelf geen hoofd hebben, maar het toch écht met het hoofd van hun wettige vader, respectievelijk echtgenoot moeten doen”.(5)

Tijdens de rechtszaak stelde de Stichting dat het in strijd met de wet was dat vrouwen zich niet namens de SGP verkiesbaar konden stellen. De SGP zou de statuten moeten wijzigen zodat vrouwen een volwaardige rol konden spelen. Bovendien zou de Nederlandse staat een partij die vrouwen discrimineert niet mogen gedogen en subsidiëren.(6) In het Vrouwenverdrag van de Verenigde Naties is namelijk in artikel 7 opgenomen dat discriminatie van vrouwen door de verdragspartijen uitgebannen moet worden.(7) De overheid was volgens de Stichting dus verplicht ervoor te zorgen dat de SGP-vrouwen gelijke rechten kregen.

Ook in 2010 bepaalde de Hoge Raad dat deze onwelwillendheid van de SGP om vrouwen in de partijpolitiek te laten deelnemen niet strookt met het discriminatieverbod in Nederland.

Twee jaar later bevestigde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens deze uitspraak.(8) Tijdens de SGP-partijraad op 16 maart 2013 stemden 320 leden voor en 85 leden tegen toelating van vrouwen. Sindsdien laat de SGP schoorvoetend vrouwen toe als partijlid en mogen zij zich verkiesbaar stellen.


4. Beschermer of spreekbuis?

De vrouwen van de SGP zelf schaarden zich echter niet achter de Stichting en haar werkwijze. Zoals een vrouwelijk SGP-lid stelde in een interview met journaliste Petra van Leeuwen: “De discussie is niet meer onbevangen. De druk van buitenaf zorgt ervoor dat de discussie in een stroomversnelling komt.” En een ander vertelde dat zij zich juist tijdens het proces tegen de SGP gediscrimineerd voelde. Over het Clara Wichmann Instituut zei ze: “Ze voelden zich geroepen om voor ons, zielige achtergebleven vrouwtjes, op te komen.”(9) In een column op de website van Opzij tekende journaliste Ruth Hopkings de mening van een anonieme SGP-vrouw op. “SGP-vrouwen – ik ben er een – zouden onderdrukt zijn en moeten bevrijd worden. Maar niets is minder waar. Dit is onze bewuste keuze.”(10)

Deze tegenstrijdigheid tussen de wensen van de SGP-vrouwen en van de Stichting roept de herinnering aan een beschermingsgedachte op. Die draait om het idee dat de zwakkere partij in economisch, maatschappelijk of psychisch opzicht, beschermd moet worden. Deze gedachte was tevens één van de principes waar de handelingsonbekwaamheid op gebaseerd was. De vrouw zou van nature geneigd zijn bescherming te zoeken bij een man, omdat zij zelf zwak was. Was dezelfde gedachte nu aanwezig bij de rechtszaak tegen de SGP? Wilde de Stichting de vrouwen in bescherming nemen omdat ze dat zelf niet zouden kunnen?

Sommige commentatoren zijn geneigd daarmee in te stemmen. Jelte Huizinga, voormalig gemeenteraadslid voor de ChristenUnie, vroeg zich bijvoorbeeld af of de Stichting zich niet beter in kon zetten voor vrouwen die écht onderdrukt worden in plaats van vrouwen die “zelf hun keuzes kunnen maken”.(11) Het bekendste voormalige vrouwelijke lid is Riet Grabijn – van Putten. De manier waarop zij in 1996 haar ervaringen beschreef doet wel degelijk denken aan een vrouw in een onderdrukte positie: “Nooit zal ik die jonge mannen vergeten die zich zo bedreigend tegenover mij opstelden. (…) Ze lieten me geen moment uitpraten, waren boosaardig, maakten me belachelijk. Ik voelde me letterlijk bedreigd.”(12)

Opmerkingen uit een interview van Petra van Leeuwen lijken aan te tonen dat er binnen de SGP wel behoefte was aan passief kiesrecht: “Ik zie geen principieel verschil tussen het feit dat je als vrouw in de politiek zit of dat je als vrouw rechter bent of een hoge functie in het bedrijfsleven bekleedt.”(13) Een enkele SGP-vrouw bekeek de beweegredenen van het Clara Wichmann Instituut vanuit een breed perspectief en betrok de gevolgen voor vrouwen in eventuele moslimpartijen erbij.(14) Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 behaalde een SGP-vrouw voor het eerst een plaats in de raad (in Vlissingen).(15) Haar deelname suggereert dat er dus wel degelijk een vraag was naar passief kiesrecht. Was de Stichting tijdens het proces dan niet zozeer een beschermer van de zwakkere partij, maar toch een spreekbuis voor de onderdrukten?

Spreekbuis of beschermer, het lijkt mij dat het idee van de vrouw als zwakke groep (nog steeds) bestreden moet worden. Des te meer omdat de laatste stap richting gelijke huwelijksrechten voor mannen en vrouwen, de strafbaarstelling van verkrachting binnen het huwelijk in 1991, ook ingegeven werd door de beschermingsgedachte.(16) De vrouw werd in feite als de zwakke sekse gecategoriseerd! Dat vooroordeel probeerden de vrouwenbewegingen juist al een eeuw lang te bestrijden, een strijd waarmee ze onder andere in 1956 succes boekten.

LEES HIER HET PAPER WAAROP DEZE LONGREAD GEBASEERD IS !

Voetnoten:

1 L.J. Wartena, H. Goeman Borgesius: vader van de verzorgingsstaat (Amsterdam 2003) 38-39. 1 John Stuart Mill, The subjection of women (London 1878) 1.
2 ‘SGP past algemeen reglement aan’, 14-1-2013 www.sgp.nl/
3 Staatkundig Gereformeerde Partij, ‘Man en vrouw schiep Hij hen. Politieke partij in Bijbels perspectief’ (Den Haag 2006), 16-18.
www.clara-wichmann.nl ‘Proefprocessenfonds Clara Wichmann’.
5 Elsbeth Boor, ‘Vrouwen in de SGP, waar maak je je druk om? In Margreet de Boer en Marjan Wijers (ed.),Vrouw en recht: de beweging, de mensen, de issues (Amsterdam 2009) 111-116, aldaar 111-113.
http://www.clara-wichmann.nl/proefprocessen/2002/sgp-zaak ‘SGP-zaak’.
7 VN Vrouwenverdrag art. 7. (1979).
8 Marije Willems, ‘Nu definitief: SGP mag vrouwen niet langer uitsluiten van kieslijst’, NRC Handelsblad 20-7-2012. 9 Petra van Leeuwen, De vrouwen van de SGP (Amsterdam 2007), 188 en 135.
10 http://www.opzij.nl/nl/artikel/36109/het-leven-van-een-sgp-vrouw.html Ruth Hopkins, ‘Het leven van een SGP- vrouw’, Opzij 1-1-2012.
11 Jelte Huizinga, ‘De Hoge Raad heeft diepe gronden’ 17-4-2010 https://almere.christenunie.nl/k/n5994/news/view/431714/110768/(tussen-haakjes)-06-de-hoge-raad-heeft-diepe-gronden-fluitje-van-een-cent-nog-geen-witte-rook.html
12 Wera de Lange, ‘’Had God Zich dan vergist toen Hij mij een politieke visie gaf? ‘Grabijn-van Putten en haar lijdensweg binnen de SGP’, Trouw 15-6-1996
13 Petra van Leeuwen, De vrouwen van de SGP, 187.
14 Ibidem, 160.
15 Nina Schuyffel, ‘SGP-vrouw schrijft geschiedenis in Vlissingen’, Volkskrant 19-3-2014.
16 C.M. Roggebrand, Over de grenzen van de politiek: een vergelijkende studie naar de opkomst en ontwikkeling van de vrouwenbeweging tegen seksueel geweld in Nederland en Spanje (Assen 2002) 60-64.

Berichten gemaakt 1235

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven