Onze vrouw in Minneapolis: Een gesmoorde dialoog

Tijdens mijn eerste college van het vak Seksualiteit en Cultuur wordt ons gevraagd op te noemen wat we associëren met het woord seks. Het merendeel van de antwoorden is een variant op ‘sociale normen’ en ‘schaamte’. Na het rondje staat er nergens op het bord ‘plezier’ of ‘liefde’.

Het lijkt erop dat de discussie rond gender en seksualiteit langzaam wordt opengebroken in Amerika. Steeds meer studenten vullen hun keuzeruimte met vakken die ingaan op soortgelijke thematiek, gender-neutrale wc’s worden uit de grond gestampt en tijdens eerste ontmoetingen kan het zomaar voorkomen dat je wordt gevraagd naar je preferable pronoun: haar, hem of hen. In de entertainmentwereld staan steeds meer mensen op voor gendergelijkheid en tijdens het best bekeken evenement van het jaar, the Superbowl, voert een Audireclame over feminisme de boventoon van een reeks maatschappijkritische spotjes.

Hoewel deze ontwikkelingen progressie aanduiden, werd de Superbowlreclame over feminisme ingesproken door een blanke man van middelbare leeftijd – want: autoriteit – en waar het creëren van gender-neutrale wc’s als tegemoetkoming kan worden gezien voor transgenders, is de angst voor een rechtszaak vaak de daadwerkelijke drijfveer. Wanneer iemand die om zuiver anatomische reden als man wordt gezien een vrouwen-wc zou binnenlopen kan een vrouwelijke aanwezige – hoe Amerikaans – de institutie waar de wc zich bevindt, aanklagen. Scholen, bedrijven en andere instellingen hangen liever een extra bordje boven de deur dan dat ze een miljoenenclaim aan hun broek krijgen.

 

Langzaam wordt bevestigd wat ik al vermoedde: de acceptatie van homo’s, lesbiennes, transgenders en anderen met een romantische voorkeur die afwijkt van ‘de norm’, staat in de Verenigde Staten nog in de kinderschoenen. Waar wij in Nederland rustig een flink paar wandelschoenen aantrekken, kiezen ze hier nog veilig voor baby Converse. De staat waar ik momenteel woon, Minnesota, is overwegend vooruitstrevend en zeker rond de campus zijn regenbooglogo’s alomtegenwoordig. Toch lijkt niet iedereen open te staan voor ontwikkeling.

Een huisfeest dat ik hier bezoek, verliest een deel van zijn gasten nadat iemand zegt: “This is like an LGBTQ-party, let’s bounce”. In mijn creative writing-les is de eerste vraag van het meisje waar ik mee samenwerk of ik oké ben met “gay stuff”, niet hoe ik heet of waar ik vandaan kom. Ik weet niet goed of ze me op date probeert te vragen of een politiek geëngageerde discussie wil starten, totdat ze me uitlegt dat ze vaak op afkeuring stuit van mensen die ze vertelt over haar geaardheid. Ze gooit dus liever meteen alles op tafel. Een van mijn huisgenootjes vertelt me lukraak dat ze voor haar vijftiende niet wist dat homoseksualiteit bestond. Let wel: ze is tweeëntwintig, komt uit een grote stad in de buurt van Chicago, en heeft openbaar onderwijs gevolgd. Volgens haar ontstond bij het gros van de Amerikanen het besef dat niet iedereen op de andere sekse valt pas toen bekendheden als Ellen Degeneres openlijk uit de kast kwamen. Ze vindt dat we er nu teveel mee worden geconfronteerd in films en series. Ze had liever gezien dat mensen wat meer tijd werd gegeven om te wennen aan deze ‘nieuwe’ vorm van seksualiteit.

Het onderwijs over dit soort zaken – of het gebrek daaraan – zou kunnen aangewezen worden als medeplichtig in deze onwetendheid. In de Verenigde Staten lijken ze te geloven dat wanneer je mensen van informatie onthoudt, ze niet de fout in zullen gaan. Zo wordt er in sexual education-lessen nog steeds geheelonthouding gepredikt, niet veilige seks. Het is niet de seksuele daad die wordt ingekapseld in latex, maar de noodzakelijke gesprekken over seks lijken gesmoord te worden door onzichtbare beflapjes.

Geschiedenislessen lijken hier niet verder terug te gaan dan de aankomst van Columbus. Wanneer ik mijn huisgenootje vertel dat homoseksualiteit in de Griekse Oudheid zo goed als de norm was, kijkt ze me aan alsof ik zelf plots uit de kast ben gekomen. In die tijd was homoseksualiteit weliswaar gericht op de seksuele behoeftes van de man en het gebrek aan bevrediging dat ze vonden bij de vrouw, maar er was toen weinig ruimte voor veroordeling.

Over de eeuwen heen lijkt het begrip voor niet-heteroseksuele relaties weer verloren te zijn gegaan, en moeten we opnieuw beginnen met de acceptatie van andermans’ geaardheid. En laten we ons dat ‘andermans’ goed beseffen. Mensen hebben ergens het idee gekregen dat ze het recht hebben een expliciete mening te vormen over de relaties van anderen, en op basis daarvan mensen anders te behandelen.

De landelijke legalisering van het homohuwelijk anderhalf jaar geleden was een grote ommezwaai in de Verenigde Staten. Het brak een hoop discussie open, en media stortten zich gretig op de ontwikkelingen. Sindsdien is er veel meer exposure voor de community. Je kunt je echter afvragen of  dit wenselijk is voor de progressie. Is het wel effectief is om onderscheid te blijven maken tussen mensen gebaseerd op hun seksuele voorkeur? Wanneer het normaal is iemand te vragen met welk gender hij of zij zich associeert, je clubjes opricht voor queer mensen en de LGBTQ-community steeds als zodanig aanduidt, creëer je dan niet een bepaalde notie van de Ander? Door deze thematiek zoveel te bespreken, benadruk je juist het feit dat het zou afwijken van de norm.

Mijn pessimisme wordt aardig de kop ingedrukt wanneer ik met mijn Zuid-Koreaanse huisgenootje  praat. In haar thuisland pleegt de homoseksuele jeugd massaal zelfmoord. Als ze openlijk voor hun geaardheid uit zouden komen, verliezen ze hun vrienden en familie. Niemand wil met hen geassocieerd worden, bang om ‘besmet’ te worden. Vrouwen worden geacht maar met één iemand seks te hebben, hun huwelijkspartner. Mannen daarentegen zijn vrij om te doen wat ze willen. De vrouw moet rein zijn, mag niet te seksueel zijn. Toen haar vriendje haar hier kwam opzoeken na een halfjaar, gooide ze haar pikante lingerie weg en liet ze haar schaamhaar staan om traditioneel over te komen. Haar maagdelijkheid moest ze veinzen, bang om hem – en haar waardigheid – te verliezen.

In licht van haar verhaal valt het in de VS allemaal wel mee met het gebrek aan acceptatie. In de afgelopen jaren zijn er de nodige stappen genomen, zij het schoorvoetend. Echter, Trump lijkt roet in het eten te willen gooien. Ik hoopte het niet over hem te hoeven hebben, maar het is moeilijk hem te negeren in deze tijd. Veel mensen zien hier met lede ogen aan hoe Trump dreigt terug te draaien wat tot dusver is bereikt. De sfeer tijdens The Women’s March was even moedgevend als betreurend. Ik zit gewoon te wachten op een kleine revolutie. Maar dan een vreedzame, met siliconen fallussen in de hand in plaats van wapens.

Emma Sprangers (1993) heeft haar bachelor Taal en Communicatie aan de UvA afgerond en studeert voor een semester in Minneapolis in de Verenigde Staten. Ze hoopt hier haar schrijfvaardigheid in het Engels te verbeteren, en veel mee te krijgen van het veranderende politieke klimaat. Na de zomer wil ze beginnen aan de master Redacteur en Editor.  

Berichten gemaakt 1236

Eén gedachte over “Onze vrouw in Minneapolis: Een gesmoorde dialoog

  1. Prachtig en genuanceerd artikel over een zeer actueel onderwerp!

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven