Recensie | Angelie Sens – De kolonieman

Hij was de man achter de Drentse Maatschappij van Weldadigheid en het omstreden Kultuurstelsel in Nederlands-Indië, maar van Johannes van den Bosch (1780-1844) was nog geen biografie verschenen. Tot nu: na vijf jaar diepgravend onderzoek komt Angelie Sens met De kolonieman, waarin ze het indrukwekkende leven van Van den Bosch tot in detail heeft opgeschreven. Vijftien jaar na zijn dood werd er voor het eerst gesproken over het oprichten van een standbeeld voor de man die onder andere Tweede Kamerlid, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië en minister van Koloniën was. Dat standbeeld is er nooit gekomen, maar zou hij dat verdiend hebben?

Jonge Johannes

Het leven van Johannes van den Bosch lijkt in eerste instantie enkel een opwaartse lijn. Hij groeit op in een middenklasse gezin, volgt de genieopleiding tot militair ingenieur en werkt tussen 1799 en 1810 in Nederlands-Indië. Daarmee vergaarde hij aanzien, geld en status. In Nederlands-Indië kreeg hij onder andere de opdracht om mee te werken aan verbeteringen van de Nederlandse verdediging. Na zijn terugkeer in Nederland, vanwege verschillende tropische ziekten, heeft hij niet stilgezeten, want al in 1818 richtte hij de Maatschappij van Weldadigheid op. Zowel in Nederlands-Indië als in Nederland kwam Van den Bosch door zijn werk in contact met verschillende prominenten, waaronder koning Willem I.

Toch werd ook Van den Bosch als menig ieder geplaagd door ongeluk, weerstand en onbegrip. Zo verliest hij gedurende zijn leven zijn eerste vrouw en lievelingsdochter, kan hij het niet altijd goed vinden met zijn superieuren, kreeg hij een onwettig kind en verloor hij veel geld door zijn verschillende plannen. Alles wat bekend is van Van den Bosch komt uit een groot scala aan zowel familie als institutionele archieven. Desondanks kan door het ontbreken van veel egodocumenten enkel een beeld worden geschetst over zijn persoonlijke leven door tussen de regels in de archieven door te lezen.

‘Land’ en ‘arbeid’

Opvallend aan de verschillende opgerichte projecten van Van den Bosch, is dat eenzelfde visie terugkeert. Sterke idealen betreffende de inzet van arbeid en het gebruik van land vormden de basis. De twee bekendste zijn de Maatschappij van Weldadigheid in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en de introductie van het Kultuurstelsel in Nederlands-Indië (1830). Voor de Maatschappij van Weldadigheid gold dat hij de paupers uit de grote steden naar het platteland stuurde om hen daar middels arbeid, educatie en huisvesting op te voeden tot deugdzame burgers. Het Kultuurstelsel werd opgericht om de landbouwopbrengsten van luxe goederen, zoals suiker en indigo, te bevorderen. Lokale boeren werden gedwongen een deel van hun land in te ruimen om deze luxe goederen te verbouwen en af te staan. Beide projecten waren met militaire precisie opgezet en uitgewerkt en werden ingevoerd om de mensen productiever te maken door middel van het toezien op intensieve arbeid.

Toch hebben beide projecten te maken gehad met weerstand, de Maatschappij vanwege financiële problemen en het Kultuurstelsel wegens morele kwesties en machtsmisbruik. Hiermee maakte Van den Bosch zowel vrienden als vijanden, maar hij bleef koppig vasthouden aan zijn eigen ideeën en successen.

Een vrij onbekend maar tevens revolutionair onderdeel van zijn carrière betrof zijn werkzame tijd in Suriname en de Antillen. In een gelijksoortige landbouwkolonie als die van de Maatschappij van Weldadigheid werd geëxperimenteerd met vrije arbeid van tot slaafgemaakten. Al eerder had hij zich uitgesproken tegen slavernij en over de transitie die gemaakt moest worden om arbeid in de West-Indische koloniën goed in te zetten. Daarmee was hij zijn tijd vooruit maar genoot hij tevens sterke weerstand vanuit zowel Suriname als Nederland. Velen waren nog niet klaar voor zo’n overgang. De kolonieman besteedt veel aandacht aan deze kwestie en de onbekendere geschiedenis van Van den Bosch. Door de discussie uit die tijd toe te voegen aan de biografie van Van den Bosch ontstaat er een beter beeld van diens denkbeelden over de inzet van ‘land’ en ‘arbeid’.

Biografie als standbeeld

Kritiek omtrent Johannes van den Bosch was gedurende zijn leven en daarna niet weg te denken. Zo ook wat betreft de voorstellen voor het oprichten van een standbeeld. Al in de jaren 1860 kwam vanuit voornamelijk de liberale hoek felle kritiek en latere pogingen strandden ook vanwege de controverse die Van den Bosch omgaven. Argumenten werden onderstreept met verschillende labels die door de jaren heen op Van den Bosch geplakt zijn, variërend  van conservatief en sociaal hervormer tot benamingen als schurk en utopisch socialist.

De kans dat er een standbeeld van Johannes van den Bosch opgericht gaat worden is klein. Toch zou dit boek beschouwd kunnen worden als een goed gelijkend beeld. Sens slaagt er met De kolonieman in om de veelzijdigheid van de persoon van Johannes van den Bosch uit te lichten en die in een context te plaatsen van een zich ontwikkelende periode net na de Franse Tijd.

Door Myrthe Bleeker.


Angelie Sens, De kolonieman. Johannes van den Bosch (1780-1844), volksverheffer in naam van de koning.
Uitgeverij Balans, 2019.
ISBN: 9789460038914

€39,99


Myrthe Bleeker is masterstudente Publieksgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar bachelor Geschiedenis heeft ze een grote interesse ontwikkeld voor zowel de sociale als de joodse geschiedenis van Nederland. Dit kwam samen in haar scriptie over de joodse gemeenschap in de Maatschappij van Weldadigheid. Naast haar studie is ze op dit moment werkzaam voor het Alle Amsterdamse Akten project bij het Stadsarchief in Amsterdam.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven