Recensie: Catherine Merridale – Lenin in de trein

Het bericht van de Februarirevolutie kwam voor Vladimir Lenin als een schok. Nog geen maand eerder had hij in een toespraak in Zürich verzucht dat oude rotten als hij ‘mogelijk niet lang genoeg zouden leven om getuige van de beslissende slagen van de komende revolutie te zijn’. Maar nu was het onmogelijke geachte toch gebeurd. Hij wist wat hem te doen stond: terugkeren naar Rusland.

Dit was in 1917 eenvoudiger gezegd dan gedaan. Op het hoogtepunt van de Eerste Wereldoorlog was Zwitserland, waar Lenin als balling leefde, een eiland van neutraliteit te midden van vijandig gebied. Om Rusland te bereiken zou hij het territorium van de geallieerde machten moeten doorkruisen en niets zou hen beletten hem in de gevangenis te gooien.

Catherine Merridale reconstrueert in Lenin in de trein de verwoede pogingen van de bolsjewistische leider om terug te keren naar zijn vaderland. De Britse historica schreef eerder Ivans oorlog, over Rode Legersoldaten in de Tweede Wereldoorlog, en een uitstekende geschiedenis van het Kremlin. De titel van het boek is wat misleidend. Lenin wordt pas op een kwart van het boek ten tonele gevoerd en de trein nog later. In plaats daarvan besteedt Merridale aandacht aan het netwerk van Britse spionnen die de ontwikkelingen in Rusland nauwlettend in de gaten hielden. Dit is een aardige benadering, want meestal staan de Duitsers en Russen in het middelpunt van deze geschiedenis.

De verzegelde trein
Gelukkig voor Lenin bood de oorlogssituatie ook kansen. Nu Amerika op het punt stond zich in de oorlog te mengen, begon de tijd voor de Duitsers te dringen. Het volk leed honger en de strijdkrachten liepen op hun laatste benen. De legerleiding was daarom bereid alles te proberen om haar tegenstanders uit te schakelen. Ze hadden al met matig succes getracht de Britten te verzwakken door onlusten in de Britse overzeese gebieden aan te wakkeren. Eén plan bestond uit het aansporen van moslims tot een heilige oorlog tegen de koloniale overheerser. In een ander plan speelden Ierse republikeinen eenzelfde soort rol.

In Lenin zagen de Duitsers een onruststoker de oorlog aan het oostfront een halt zou kunnen toebrengen. Daarna konden ze de vrijgekomen militaire middelen inzetten tegen de Britten en Fransen. Hiermee begon een complot, waarin de ‘koopman van de revolutie’, Alexander ‘Parvus’ Helphand een belangrijker rol speelt. Deze socialistische zakenman vormde een brug tussen de Duitsers en Lenin. Laatstgenoemde kon niet zomaar de aangeboden hulp accepteren. In Rusland zou zelfs de meest internationalistische ingestelde socialist hem de beschuldiging van landverraad moeilijk kunnen vergeven.

Daarom formuleerde Lenin een lijst met eisen. Met een groep volgelingen zou hij in een ‘verzegelde trein’ dwars door Duitsland reizen om vervolgens via Zweden en Finland terug te keren naar Petrograd. Merridale ontkracht de mythe dat de trein verzegeld was. In werkelijkheid stapten er soms mensen aan boord, hoewel de Russische reizigers er alles aan deden dit te voorkomen. Een krijtstreep op de vloer diende ertoe de begeleidende Duitse militairen aan de andere kant van de coupé te houden.

De locomotief die Lenin van Finland naar Rusland bracht staat tegenwoordig tentoongesteld op het Finlandstation in Sint Petersburg. (foto auteur).

Europese burgeroorlog
Na een lange en slopende reis kwam Lenin met zijn gevolg aan op het Finlandstation in Petrograd. Voor een grote menigte hield hij een vlammende toespraak, waarin hij verklaarde dat de ‘imperialistische roofoorlog’ over moest gaan in een Europese burgeroorlog. Het eerste stadium van de revolutie was voorbij, nu was het tijd voor het tweede: de socialistische wereldrevolutie. Met zijn analyse van de situatie verbaasde Lenin vriend en vijand.

Merridale schrijft dat de lezers van deze ‘Aprilthesen’ gedacht moeten hebben dat Lenin zijn verstand verloren had. Helaas legt ze onvoldoende uit waarom Lenins oproep tot een tweede revolutie zo radicaal was. De verklaring ligt in de theorie van het marxisme. Volgens de gangbare opvatting kon het communisme alleen voet aan de grond krijgen in geïndustrialiseerde landen. Het achtergebleven Rusland was daarom in de ogen van de meeste socialisten nog niet toe aan een proletarische revolutie.

Lenin zag dit anders. De oorlog had de productiemiddelen verregaand in handen van de staat geconcentreerd. Het proletariaat, onder leiding van de bolsjewistische voorhoede, hoefde daarom alleen nog maar het staatsapparaat in handen te krijgen om zo de macht van de bourgeoisie over te nemen. Anders gezegd: ‘het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme’ had de voorwaarden geschapen waaronder het proletariaat de macht over kon nemen. En na Rusland moest de rest van de wereld volgen.

Atoombom
Voor haar boek zocht Merridale het precieze verloop van Lenins reis uit en reisde hem bijna een eeuw later achterna, dezelfde dienstregeling volgend. Helaas schemert buiten de inleiding maar weinig door van deze ervaring – of het moet zijn in de passages waarin ze met dichterlijke vrijheid beschrijft wat de treinreizigers vanuit hun coupé zagen. In plaats van de al vaker opgetekende intriges was het misschien interessanter geweest om uitgebreider stil te staan bij de verschillen tussen toen en nu. Merridale stipt zaken aan, maar werkt haar gedachten niet uit. Zo hangt haar opmerking dat de wereld ‘tegenwoordig bijna net zo instabiel is als in Lenins tijd’ er wat los bij.

In het slothoofdstuk gaat ze in op de erfenis van Lenin. In post-sovjet Rusland is de herinnering aan de overwinning in de Tweede Wereldoorlog makkelijker in een nationaal geschiedverhaal in te passen is dan een beroepsrevolutionair, die in de woorden van de huidige president: ‘een atoombom onder Rusland legde’. Merridale windt er in Lenin in de trein in ieder geval geen doekjes om. Geruggesteund door een soepele schrijfstijl laat ze zien hoe naast toeval en contingentie het vooral de Wille zur Macht van de vastberaden Lenin was die hem bracht tot waar hij wilde.

Catherine Merridale Lenin in de trein. De reis naar de revolutie (Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2016) 288p.

Door Koen Smilde

Koen Smilde (1985) studeerde geschiedenis in Rotterdam, Wenen en Amsterdam. Momenteel legt hij de laatste hand aan zijn researchmasterscriptie. Zijn interesse gaat onder meer uit naar de twee totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw en de omgang met hun erfenis.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven