Recensie: Ferdinand Lankamp – Uiterste dagen

Ferdinand Lankamp, Uiterste dagen.
Atlas Contact, Amsterdam, 2019
ISBN: 9789025449162
€19,99

 

 

 

De roman Uiterste dagen gaat over een jonge historicus en is geschreven door een jonge historicus. In het boek doet Ferdinand Lankamp verslag van zijn pogingen het levensverhaal van zijn overgrootvader te reconstrueren, een speurtocht die hem naar Finse sneeuwlandschappen voert.

Lankamps overgrootvader heette Edvard Haga, net als de hoofdpersoon in het boek. Haga is een afstammeling van de Zweedse kolonisten die in de middeleeuwen Finland kerstenden en aan zich onderwierpen. In 1940 woont Edvard met zijn gezin op een boerderij nabij de Finse kust. Voor de natuur is het een lente als alle anderen, maar voor de Finse bevolking is dat niet het geval. Het land is verwikkeld in een bloedige oorlog met de Sovjet-Unie.

Winteroorlog

Finland maakte vanaf de negentiende eeuw deel uit van het Russische Rijk. Toen dat rijk in 1917 door het aftreden van tsaar Nicolaas II uit elkaar viel, riep Finland de onafhankelijkheid uit. Kort daarop ontstond een bloedige burgeroorlog waarbij pro-bolsjewistische Finnen om de macht streden met hun ‘witte’ landgenoten. Beide kampen zetten terreur in tegen hun vijanden, waarbij de Witten verreweg de meeste slachtoffers maakten en uiteindelijk de strijd wonnen.

In november 1939 provoceerde de Sovjet-Unie na diplomatieke strubbelingen een oorlog met Finland. Ondanks de uiteindelijke overmacht van Rode Leger, wisten de Finnen met guerrillatactieken hun vijand grote schade toe te brengen: voor elke dode Finse soldaat stierven vijf Sovjetsoldaten, meer dan 300.000 in totaal. Het was in de Winteroorlog dat de molotovcocktail zijn naam kreeg, vernoemd naar de Sovjetminister van buitenlandse zaken. Na 105 dagen tekenden de partijen een vredesverdrag, waarbij grote delen Fins grondgebied aan de Sovjet-Unie worden overgedragen.

Ik-persoon

Edvard Haga was als lid van de Schutkorpsen betrokken bij de ‘Vrijheidsoorlog’ tegen de Roden. In 1940 doet een kapitein opnieuw beroep op hem om zijn land te dienen. Er wordt hem gevraagd een transport, met daarop zijn gevorderde paard, richting het front te begeleiden. Haga is vanwege zijn leeftijd formeel niet verplicht om ja te zeggen en moet dus een keuze maken.

In sobere zinnen schetst Lankamp gedetailleerd de gedachtewereld en wederwaardigheden van zijn overgrootvader in 1940. Deze hoofdstukken wisselt hij af met reflecties van de ik-persoon, die zich ‘later’ afspelen. Deze ik-figuur vertoont erg veel gelijkenissen met Lankamp en het is verleidelijk om te zeggen dat ze één en dezelfde zijn. Maar hoe dan te verklaren dat Lankamp de overgrootvader in het boek van zijn werkelijke overgrootvader scheidt en dat zijn roman-reisgezel een andere naam heeft dan de reisgenoot in het dankwoord?

Lankamp heeft zoveel mogelijk puzzelstukken over het leven van Edvard Haga verzameld, maar neemt zijn toevlucht tot de romankunst en niet de geschiedschrijving bij het vertellen van zijn overgrootvaders verhaal. Zo heeft hij de vrijheid om zich diens geschiedenis toe te eigenen, zonder de historische werkelijkheid geweld aan te doen. Zou dit ook gelden voor de stukken die over hemzelf gaan?

Besluit

Het verweven van feit en fictie is niet origineel, maar dat Lankamp het in een raamvertelling giet, vormt een aardige insteek. Ook zijn experiment om zoveel mogelijk plotloos te werk te gaan pakt goed uit. Net zoals het echte leven, eindigt Uiterste dagen niet met een climax. De keuze om niet teveel uitleggerige context over de Winteroorlog in Edvards verhaal te proppen, past in deze gedachtegang, al maakt het sommige stukken voor de niet in de Finse geschiedenis ingevoerde lezer wat moeilijk te begrijpen.

Een punt van kritiek is dat de reflecties van de ik-persoon soms wat aan de oppervlakte blijven en nergens het niveau halen van bijvoorbeeld een Laurent Binet in HhhH. Zo wordt er gesproken over een vaak afwezige vader, maar of dit invloed had op de fascinatie van de onbekende overgrootvader wordt niet verder verkend. Eveneens is de door de ik-figuur genoemde fascinatie voor geweld slechts met mate zichtbaar, terwijl de terreur van de Roden en Witten zich hier uitstekend voor zou lenen. Dat de passages over Edvard zonder uitzondering boeiend zijn, roept daarom juist de vraag op of het niet beter geweest was om de romangedeeltes voor zichzelf te laten spreken en de reflecties voor een nawoord of interview te bewaren.

Door Koen Smilde.
Koen Smilde (1985) studeerde geschiedenis in Rotterdam, Wenen en Amsterdam. Momenteel legt hij de laatste hand aan zijn researchmasterscriptie. Zijn interesse gaat onder meer uit naar de twee totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw en de omgang met hun erfenis.

 

 

 

 

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven