Recensie: Frits van Oostrom – Nobel Streven

Frits van Oostrom, Nobel Streven. Het onwaarschijnlijke maar waargebeurde verhaal van ridder Jan van Brederode.
Prometheus, Amsterdam 2017
ISBN: 9789044634679
€ 24,99

 

 

Een vooraanstaande heer en ridder, een pelgrim op weg naar de beroemde grot van Sint Patricius, een kloosterling en schrijver, een gevangene en, tot slot, een huurling, die tijdens de slag van Azincourt stierf. Deze opsomming bestaat niet uit allerlei verschillende individuen, maar het is een lijst van de verschillende levensfases van slechts één man: Jan van Brederode (ca. 1372-1415).

Mediëvist en letterkundige Frits van Oostrom biedt een gedetailleerde reconstructie van Jans levensverhaal in Nobel Streven. Het onwaarschijnlijke maar waargebeurde verhaal van ridder Jan van Brederode. Aan de hand van diverse bronnen vertelt Van Oostrom het turbulente en onwaarschijnlijke levensverhaal van de ridder en plaatst dit levensverhaal in een historische context zodat de, in eerste opzicht, bizarre wendingen van zijn leven beter te begrijpen zijn. Nobel Streven is het sterkst als Van Oostrom het boek Des coninx summe, dat Jan zelf vertaalde, bespreekt.

Neerwaarts op het rad van fortuin

De afbeelding op de kaft van Nobel Streven toont het ‘rad van fortuin’ uit een middeleeuws manuscript – Fortuna draaide lukraak aan het rad, waardoor aan mensen, geheel willekeurig, geluk of ongeluk ten deel viel. Jan van Brederode heeft dit rad ongetwijfeld ook gekend – en mogelijk zelfs vervloekt. Hoewel zijn leven gelukkig begon in een voorname familie en nog voorspoediger leek te gaan toen hij in plaats van zijn oudere broer heer van Brederode werd, bleef dit niet lang het geval…  In het eerste hoofdstuk schetst Van Oostrom de trotse familiegeschiedenis van de Van Brederodes, invloedrijke hoogadel, waarna de historicus de volgende vier hoofdstukken wijdt aan het leven van Jan. Die hoofdstukken komen overeen met de vier fases van Jans leven: zijn leven als (steeds verder in de schulden komende) heer van Brederode, zijn tijd als kartuizer (zijn vrouw was tegelijkertijd een dominicanerklooster ingegaan), de periode waarin hij probeerde om (zonder succes) de erfenis van zijn vrouw op te eisen en het laatste deel van zijn leven als huurling.

Gericht op de bronnen

Jans verhaal heeft iets tragisch. In zijn verhalende en gedetailleerde boek laat Van Oostrom zien dat bijna iedere poging van Jan om zijn eigen positie, en die van zijn familie, te verbeteren in het niets eindigde. Dit laat Van Oostrom zien aan de hand van interessante middeleeuwse bronnen. Zo gebruikt hij, onder andere, kloosterkronieken en brieven van het klooster Nieuwlicht (waar Jans vrouw Johanna van Abcoude non was) aan de bisschop van Utrecht, waarin Jans pogingen om de erfenis van de overleden vader van zijn vrouw te bemachtigen uitgebreid worden beschreven. Zelfs theoloog Jean de Gerson sprak over Jans situatie. In een van zijn colleges gebruikte hij Jan als voorbeeld om de vraag of de kloostergeloftes van schuldenaren geldig waren te bediscussiëren. Doordat kleurfoto’s van enkele van deze brieven en manuscripten zijn toegevoegd, wordt het verhaal nog levendiger.

Jans metaforische straattaal

Hoewel de meeste bronnen over Jan gaan, is er één bron waarin Jan zelf uitgebreid aan het woord is: zijn vertaling van Somme le Roi, Des coninx summe. Dit boek, geschreven voor een Franse koning, diende ter voorbereiding van de biecht en behandelde de zonden en deugden van de mens. Jan vertaalde nagenoeg het hele boek toen hij kartuizer was. In dit deel van Nobel Streven is Van Oostroms enthousiasme voor de middeleeuwse letterkunde en het Middelnederlands aanstekelijk. Hij benadrukt bijvoorbeeld in hoeverre Jans taalgebruik (straattaal in vergelijking met de officiële teksten die vaak resteren van de middeleeuwen) zijn eigen wereldse levenservaringen aantoont. Zo had Jan bijvoorbeeld veel woorden voor dronkaards. Hij putte ook uit zijn eigen ervaringen om sterke metaforen te bedenken. Zo bespreekt Jan het verschil tussen hazen en windhonden tijdens de jacht om het verschil aan te tonen tussen mensen die God gehoorzamen vanuit angst (de hazen) of liefde (de windhonden). Dit gedeelte van het boek brengt Jan van Brederode heel dichtbij, maar toont tevens aan hoe veel zijn wereldbeeld, zoals zijn oprechte en diepe angst voor de hel en de duivel, verschilt van de onze.

Reflectie op Nobel Streven

In het vijfde hoofdstuk reflecteert Van Oostrom op hoe hij de vele verschillende fases van Jans leven heeft onderzocht en gepresenteerd in Nobel Streven. Van Oostrom benadrukt daarbij niet alleen wat hij allemaal ontdekte over Jan (zeer veel voor de tijd), maar ook wat er niet meer ontdekt kan worden. Zo komt Van Oostrom uiteindelijk bij een korte bespreking van wat er met fictie over de middeleeuwen mogelijk is: het geeft inzicht in de beleving en in het ‘bewustzijn’ van historische actoren. Deze onverwachte reflectie op wat men allemaal (niet meer) kan achterhalen over de levens van middeleeuwse mensen zet aan tot nadenken, vooral omdat Van Oostrom in hetzelfde hoofdstuk ageert tegen stereotype beelden die men vaak van de middeleeuwen heeft.

De website van dit boek is ook een bijzondere toevoeging aan het verhaal van Jan. Hierop staan namelijk alle referenties van de bronnen die in het boek zijn gebruikt, een uitgebreidere bespreking van Des coninx summe en stukken tekst die het gedrukte boek niet hebben gehaald. Voor diegene die meer verdieping zoekt is nog genoeg materiaal beschikbaar.

Onwaarschijnlijk verhaal, enthousiast verteld

De verhalen van weinige middeleeuwse mensen kunnen in zoveel detail worden verteld als die van ridder Jan van Brederode. Zijn streven om zijn positie, en die van zijn familie, te verbeteren, bleek voor niets: de ridder kon zichzelf en zijn familie niet financieel en qua naam terugbrengen tot wat het ooit was geweest. Wel resulteerde Jans nobele streven in een veelbewogen en veelzijdig leven, dat door van Van Oostrom op kundige, innemende en onderhoudende manier wordt verteld. Daardoor kunnen we tegenwoordig nog steeds genieten van het spannende levensverhaal van ridder Jan.

Door Stephanie Hall.

Stephanie Hall studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van York, waar ze zich specialiseerde in vroegmoderne religiegeschiedenis. Hierna studeerde ze Cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, waar ze een scriptie schreef over de rol van materiële cultuur in negentiende-eeuwse missies op de eilanden van de Stille Oceaan

 

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven