Recensie: ‘Rebelse Stad – provo en de onstuimige jaren 60’

‘De jaren zestig hebben Nederland waarschijnlijk ingrijpender veranderd dan de Tweede Wereldoorlog’. Filmmaker Willy Lindwer citeert historicus Hans Righart aan het begin van de documentaire De Rebelse Stad. Iets later is een vlammend betoog te zien van Simon Vinkenoog tijdens het bekende festival Poëzie in Carré in 1966. In zijn rede uit hij kritiek op de Nederlandse overheid en stelt ook de vraag: Nederland, wanneer wordt de jeugd wakker om te zeggen, dit nemen we niet langer? Dit hoeven wij niet langer? Hier moeten we een einde aan maken? Het antwoord op deze vraag wordt uitgewerkt in de documentaire die verslag doet van de strijd tegen het establishment gedurende de jaren zestig in Amsterdam.

Provo kopstukken
In eerste instantie lijkt de documentaire een persoonlijk verhaal van Lindwer, die met voice-over vertelt over ‘de rebelse stad’ van de jaren zestig. Het begint als een ode aan Amsterdam en aan zijn generatie: ‘de protestgeneratie’.  Zijn helden van toen waren de kopstukken van de provobeweging. In zowel recente interviews als in archiefbeelden komen Robert Jasper Grootveld, Cor Jaring, Luud Schimmelpennink, Rob Stolk, Roel van Duijn en vele andere betrokkenen aan het woord. Zij blikken terug op hun wilde jaren.

De verhalen worden rijkelijk onderbouwd met oude beelden uit de jaren zestig: de happenings rondom Het Lieverdje, John Lennon en Yoko Ono in het Hilton, het harde optreden van politie jegens demonstranten tijdens de trouwdag van Beatrix en Claus. Provo heeft slechts twee jaar bestaan maar staat symbool voor de protest- en democratiseringsbeweging van de jaren zestig. De bekende en soms iets mindere bekende verhalen passeren de revue. Veel van de kopstukken zijn inmiddels overleden. Hun verhaal over de jaren zestig in Amsterdam is nu vereeuwigd in deze documentaire.

Roel van Duijn
Het historisch document van twee uur is echter wel te lang. Het was sterker geweest als de filmmaker een keuze had gemaakt welke richting hij met de film op wilde. In de loop van de documentaire blijkt de échte hoofdrolspeler Roel van Duijn, maar daar wordt de kijker niet op voorbereid. Rondom zijn persoon zit een interessant en pakkend drama dat uitgebreid wordt uitgelicht. De mede-oprichter van provo, nog in zeer goede conditie, vertelt trots hoe hij aan het begin stond van deze anarchistische beweging. Gaandeweg wordt duidelijk dat Van Duijn er ook alleen voor stond. Hij was de intellectueel van de groep – met Domela Nieuwenhuis als held – en wilde een revolutie ontketenen.

Terwijl andere provo’s hun geest verruimden en op zoek gingen naar avontuur was Van Duijn niet van de drank en drugs. ‘Als je revolutie wil maken moet je een helder bewustzijn hebben, dan moet je niet voor pampus liggen’, aldus Van Duijn. Hij zag zichzelf als leider (en was dit waarschijnlijk ook op intellectueel gebied), maar wordt mede daardoor gepasseerd door andere provo’s. Terwijl hij in de bak zit voor de uitgave van Provo 7 wordt Bernhard de Vries, door Van Duijn omschreven als ‘carrièremaker’, naar voren geschoven als lijstrekker van de provopartij in de Amsterdamse gemeenteraad. In de documentaire zitten de twee rivalen zoveel jaar later samen in een café, wat vooraf wordt gegaan met een pijnlijk lange stilte. Na de opheffing van provo belandt van Duijn in een depressie. Dit verhaal – de strijd om hiërarchie binnen deze anarchistische beweging – had de documentaire kunnen dragen maar lijkt nu de verstopte kern.

Ironie
Als de film was ingekort waren een aantal mooie ironische momenten sterker naar voren gekomen. Zo herinnert Van Duijn zijn bijbaantje bij de Amstelfabriek, waar zijn plan om het proletariaat tot revolutie aan te zetten mislukte. Zijn collega’s keken hem aan alsof hij gek was. Met bekakt accent herhaalt hij de vraag die hij hen destijds ook stelde: ‘Maar jullie zijn toch arbeiders?!’. Een ironisch en tegelijkertijd aandoenlijk beeld is dat van de voormalige provo Luud Schimmelpennink, de bedenker van het witte fietsenplan, bij het veertigjarig bestaan van witte fietsen op natuurpark de Hoge Veluwe. De witte fietsen hebben Amsterdam nooit gehaald maar werden later omarmd door het natuurpark. Te zien is hoe Schimmelpennink onder begeleiding van een blaasorkest een stuk van de slagroomtaart krijgt overhandigd, staande tussen het ‘klootjesvolk’ die de provobeweging zo hekelde.

Traditie
Aan het einde van de documentaire concludeert Van Duijn: ‘De hele geest van de jaren zestig kwam uit de fles en is niet meer teruggeduwd’. Dat is waarschijnlijk ook het statement dat filmmaker Lindwer met zijn film wilde maken. Inmiddels wordt dit  bevestigd door de actualiteiten. Opstandige studenten van de Universiteit van Amsterdam bezetten na het Bungehuis ook het Maagdenhuis, in navolging van de studentenactie uit 1969, om meer inspraak te eisen. Het democratiseringsproces is nog gaande. Een revolutie zal het echter niet meer ontketenen maar is ook niet meer nodig. Van der Laan is immers geen Van Hall. Maar na het zien van documentaire wordt in ieder geval duidelijk: de rebelse Amsterdamse traditie wordt voorgezet.

Rebelse Stad, een film van Willy Lindwer, 120 minuten.
Producenten Frank van Reemst & Joost Verheij – Doc.Eye Film, Amsterdam
www.rebelsestad.nl

Agnes Cremers – Van Gisteren

Van Gisteren Logo DefVan Gisteren is een werkplaats voor historische projecten. Historisch onderzoek wordt hier omgezet in verhalen, toegankelijke artikelen, documentaires, lezingen en lesprogramma’s. Van Gisteren heeft als als doel geschiedenis voor een breed publiek toegankelijk te maken. Maandelijks wisselen Van Gisteren en Jonge Historici recensies uit, kijk voor de meest recente bijdrage van Jonge Historici op www.vangisteren.nu

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven