Recensie: Wim Voermans & Geerten Waling – Gemeente in de genen

Wim Voermans & Geerten Waling, Gemeente in de genen. Tradities en toekomst van de lokale democratie in Nederland.
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2018

ISBN: 9789044636338 
€19,90

 

 

 

Gemeentepolitiek is hot, dat bleek bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart.  Journalisten en politiek commentatoren buitelen nog steeds over elkaar om de meest heldere en scherpzinnige analyse van de uitslag te geven, terwijl in diverse gemeenten de coalitieonderhandelingen, mede dankzij de toenemende versplintering in het politieke landschap, nog altijd in volle gang zijn. Ook wetenschappers haasten zich om de huidige staat van de lokale democratie te duiden.  In Gemeente in de genen exploreren Wim Voermans (rechtsgeleerde) en Geerten Waling (historicus) de wortels van de lokale politiek, traceren zij de geschiedenis van de gemeenteraad en maken ze de balans op voor het tegenwoordige – en toekomstige – functioneren van het gemeentelijk bestuur.

Strijd tegen het water

Waling en Voermans stellen zich tot doel om uit te vinden aan wie de lokale democratie eigenlijk toebehoort. Aan de hand van interessante historische anekdotes en gebeurtenissen schetst het tweetal de ontstaansgeschiedenis van de lokale democratie en, belangrijker nog, van de waarden, zoals vrijheid, gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid, die aan die democratie ten grondslag liggen. Zo traceren zij de wortels van het huidige Nederland rondom het jaartal 1200.  Vanaf dat moment wordt er immers voor het eerst systematisch en grootschalig gewerkt aan het bouwen van dijken en het aanwinnen van land. Dankzij deze, enigszins cliché aanvoelende, ‘strijd tegen het water’ ontstond een samenraapsel van polderbesturen, waterschappen en andere lokale samenwerkingsverbanden, waarin vertegenwoordigers van dorpen en steden én plaatselijke edellieden op voet van gelijkheid samenwerkten aan het openbaar bestuur. Kortom, de belanghebbenden werkten, vanuit het gevoel eigenaar te zijn van- en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen land, samen in een vroege vorm van lokaal, democratisch bestuur.

Eigenaarschap

Dat gevoel van ‘eigenaarschap’ vormt de ruggengraat van het betoog van Waling en Voermans. De beide wetenschappers laten zien hoe zeer werd gehecht aan dat gevoel van zelfbeschikking:  zo wordt de Nederlandse Opstand grotendeels verklaard door de aantasting van dat eigenaarschap en het in gedrang komen van de verworven lokale autonomie door de Spaanse heren; Thorbeckes bestuurlijke centralisering werd verkocht door te dwepen met de waarden van autonoom en lokaal zelfbestuur; ruzies over gemeentelijke herindelingen in de jaren negentig, voortkomend uit bestuurlijk pragmatisme en efficiency, zorgden ervoor dat burgers, die zich via lokale referenda vaak uitspraken tegen dergelijke herindelingen, zich afkeerden van de democratie en ‘eigenaar’ af werden. Ook de recente discussies in Steenbergen en Geldermalsen, als gevolg van de mogelijke vestiging van een AZC in die gemeenten, worden tenslotte geplaatst in het perspectief van eigenaarschap: burgers veronderstelden (terecht of onterecht) dat hun eigenaarschap in gevaar kwam – met grootschalige rellen als gevolg.

Die problematiek is, aldus de auteurs, voornamelijk een uitvloeisel van de toenemende druk op het fundament van ‘ons’ eigenaarschap en het belangrijkste vertegenwoordigende orgaan: de gemeenteraad. De raad wordt, dankzij de toenemende decentralisering en het fors groeiende takenpakket, geconfronteerd met complexe en metersdikke dossiers, die allemaal doorgeploegd dienen te worden om zo de democratische controle op het college van B&W te kunnen uitoefenen. Een lastige klus – zeker als de professionalisering bij raadsleden achterblijft, de fractieondersteuning, vooral bij lokale partijen, minimaal is en raadsleden ook nog tijd vrij dienen te maken om met mederaadsleden én de veeleisende burger in gesprek te gaan. En dat allemaal voor een schamele onkostenvergoeding. Niet gek dus dat de gemeenteraad wordt weggedrukt door een steeds machtiger wordend bestuur en dat het niet meer de politieke en democratische arena is, waar belangen en argumenten worden uitgewisseld.  

Twee kanten van dezelfde medaille

Reden genoeg om je zorgen te maken over gemeenteland, aldus Voermans en Waling. Hoewel van een fundamentele crisis geen sprake is – de historische anekdotes bieden gelukkig de nodige relativering – dreigt de gemeenteraad ontvreemd te worden van de burger. Door de kloof tussen politici en bestuurders, de langzame verwording van de gemeente tot bedrijf en de haast machinale technocratisering ligt het ‘eigenaarschap’ van de gemeente sterk onder vuur: de balans slaat steeds sterker door naar de bestuurders in plaats van naar de burgers, die vertegenwoordigd worden in de gemeenteraad. Die balans moet dan ook spoedig hervonden worden.

Schrijven in de genen

Gemeente in de genen is een vlot leesbaar, weloverwogen en toegankelijk pleidooi voor het opwaarderen van de gemeente en diens raad. Op duidelijke, maar genuanceerde, wijze maken de auteurs duidelijk waar, volgens hen, de huidige knelpunten in de gemeentepolitiek liggen en geven zij, als voorstanders van democratische vernieuwingen, een eerste aanzet tot de oplossing daarvan. De gekozen invalshoek van het ‘eigenaarschap’ is tevens een originele en interessante manier om de wortels van de lokale democratie te onderzoeken en in kaart te brengen. Doordat de wetenschappers lange historische lijnen trekken, met als doel de gevoelens van eigenaarschap in verschillende tijdsperiodes te contextualiseren, verschilt dit boek wezenlijk van andere recente publicaties over de gemeentepolitiek, zoals De Gemeenteraad.

Daarnaast is Gemeente in de genen rijkelijk voorzien van historische anekdotes en sterk, maar niet overdreven, ingebed in de wetenschappelijke literatuur. Dat laatste zorgt er echter voor dat het boek, zeker voor de minder goed ingevoerde lezer, wat verwarrend kan zijn – door de heldere auteursuitleg wordt deze valkuil echter grotendeels voorkomen. De afwisseling in historische anekdotes enerzijds en politiek-theoretische reflecties anderzijds is bovendien goed getimed, waardoor het leestempo hoog blijft. Daardoor wordt tevens voorkomen dat het boek verzandt in een moeras van eindeloze beschouwingen over het (dis)functioneren van gemeenteland. Dit alles maakt Gemeente in de genen tot een uitstekend boek voor eenieder die de lokale democratie, en haar wortels, veel beter wil leren begrijpen.

Door Mark Barrois.

Mark Barrois (1994) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na het volgen van de master ‘Actuele Geschiedenis’ vervolgde hij zijn studie met de interdisciplinaire master ‘Politiek & Parlement’. Inmiddels heeft hij die master ook succesvol afgerond. Zijn interesse gaat onder meer uit naar het functioneren van de lokale democratie en het openbaar bestuur. Met name het thema ‘burgerparticipatie’ spreekt hem daarbij aan. Verder coördineert hij de recensierubriek bij Jonge Historici en is hij sinds kort redacteur bij Historiek.net. 

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven