Stowe en Multatuli: een vergelijking tussen Uncle Tom’s Cabin en Max Havelaar

door Eytan Pol

“Of – om af te dalen tot een boek dat meer lijkt op het mijne – mag men de waarheid ontkennen die het thema is van De Negerhut van oom Tom, omdat er misschien nooit een meisje Evangeline heeft bestaan?”

Eduard Douwes Dekker, schrijvend onder zijn pseudoniem Multatuli, verwijst halverwege zijn book Max Havelaar of de Koffieveiling der Nederlandsche handelsmaatschappij naar Harriet Beecher Stowe’s aanval op het onrecht van de slavernij, zoals zij dit verwoordt in Uncle Tom’s Cabin. Deze terloopse vergelijking van Stowe’s werk met het zijne roept enkele vragen op, zoals in hoeverre de communicatie met de lezer in beide boeken met elkaar kan vergeleken worden. In deze longread wordt de opmerkelijke communicatie met de lezer van Stowe vergeleken met die van Multatuli.

Tekening van Harriet Beecher Stowe (Francis Holl, 1853). Afbeelding: Wikimedia Commons.

De manier waarop Stowe met de lezer communiceert om haar punt over te brengen is uniek en een van de redenen waarom haar boek zo succesvol is. Uncle Tom’s Cabin was na de Bijbel immers het meest verkochte boek in de negentiende eeuw!  De manier waarop Stowe de lezer aanspreekt en de lezer zich verantwoordelijk laat voelen, evenals de gevoelens die ze bij lezer weet op te roepen, zorgden voor de enorme populariteit van het boek. In een contemporaine recensie van Uncle Tom’s Cabin in het literair tijdschrift Het Leeskabinet wordt het boek omschreven als een werk “dat tranen ontlokt aan alle oogen die het lezen, dat alle ooren die het vernemen doet sidderen, en alle handen die het houden doet beven.” Het unieke van Stowe’s communicatie met de lezer is dat ze de rol van anonieme verteller negeert. In zijn boek New Essays on Uncle Tom’s Cabin wijst literatuurwetenschapper Eric Sundquist op het feit dat Stowe deze rol achter zich laat, een duidelijk standpunt inneemt en de lezer van dit standpunt wil overtuigen. Sundquist stelt dat dit vernieuwend is, omdat het hiervoor erg gebruikelijk was dat de schrijver anoniem in het verhaal is en niet zo duidelijk zijn of haar mening laat doorschemeren. Een voorbeeld van zo’n mening is een passage aan het einde van het boek, waar Stowe  de lezer nogmaals aanspreekt.

And now, men and women of America, is this a thing to be trifled with, apologized for, and passed over in silence? Farmers of Massachusetts, of New Hampshire, of Vermont, of Connecticut, who read this book by the blaze of your winter-evening fire,- strong-hearted, generous sailors and ship-owners of Maine, – is this a thing for you to countenance and encourage? Brave and generous men of New York, farmers of rich and joyous Ohio, and ye of the wide prairie states,- answer, is this a thing for you to protect and countenance?

Het is duidelijk wat Stowe wil bereiken met deze passage. De lezer heeft het boek gelezen en nu moet hij of zij het niet simpelweg naast zich neerleggen, maar zich verzetten tegen het onrecht van de slavernij. Zoals Sundquist stelt is Stowe hier geen anonieme verteller. Ze wil de lezer overtuigen van haar standpunt. Interessant hier is dat ze, anders dan voorgaande antislavernij literatuur waarin het goede Noorden tegenover het foute Zuiden wordt gezet, niet demoniseert. Stowe creëert in deze passage een gemeenschap van gedeelde verantwoordelijkheid, juist ook in het Noorden.

In Max Havelaar spreekt Multatuli de lezer op dezelfde manier aan.

Worstelt u niet met uw verscheurde ziel, omdat u moet kiezen tussen Nietigheid A en Onbenulligheid B? Hebt u niet uw dure tranen nodig voor ernstiger zaken dan, ach, wat valt er nog meer te zeggen!? Was het gisteren niet een slappe dag op de beurs? En dreigt de koffiemarkt niet nog verder in te zakken door een te groot aanbod?

Net als Stowe laat Multatuli de rol van anonieme verteller vallen. Hij stelt een aantal vragen met als doel de lezer aan het denken te zetten. Stowe’s strategie om op het schuldgevoel van de lezer in te spelen wordt hier, op een meer neerbuigende manier, door Multatuli ingezet. Na een hoofdstuk over het leed van de Javaan laat Multatuli de lezer direct weten dat zijn of haar problemen niets zijn bij het onrecht dat de Javaan wordt aangedaan. Door te vragen of de koffiemarkt verder inzakt door een te groot aanbod verbindt hij ook de ‘problemen’ van de Nederlanders met die van de Javaan. Voor de Nederlander is er zo’n groot aanbod aan koffie dat er minder dan eerst aan kan worden verdiend. Dit grote aanbod van koffie betekent tegelijkertijd dat de Javaan op steeds groter wordende schaal wordt uitgebuit. Multatuli doet het agressiever dan Stowe, maar beiden onderbreken regelmatig het verhaal om de lezer direct toe te spreken en ze van hun standpunten te overtuigen.

Portret van Multatuli, Eduard Douwes Dekker (César Mitkiewicz, 1864). Afbeelding: Wikimedia Commons.

Een tweede, indirecte manier van communicatie met de lezer die in beide boeken voorkomt, is het creëren van karakters met populaire overtuigingen. Het meest sprekende voorbeeld in Stowe’s boek hiervan is de racistische Noorderling die tegen slavernij is. Twee karakters in Uncle Tom’s Cabin die het beste bij deze tweede manier van communicatie passen zijn Miss Ophelia en haar neef St. Clare. Miss Ophelia is een schets van de eerdergenoemde Noorderling die tegen slavernij is, maar wel racistische overtuigingen heeft. St. Clare is een Zuiderling en slaveneigenaar, maar heeft een tedere kijk op de zwarte bevolking. Duidelijk is dat het hier niet om één ‘goed’ en één ‘slecht’ karakter gaat, maar dat de verschillende standpunten complexer liggen. Dit komt het helderst naar voren in een passage waarin Ophelia het niet vindt kunnen dat het dochtertje van St. Clare met een zwarte slaaf speelt. Hierop wijst St. Clare Ophelia op het feit dat ze tegen slavernij is, maar de zwarten wel als minderwaardig ziet. Ophelia denkt na en beseft dat ze tegenstrijdige opvattingen heeft. Het is evident wat Stowe hiermee wil bereiken. Ten eerste demoniseert ze het Zuiden niet en legt ze ook verantwoordelijkheid bij het Noorden. Ten tweede heeft ze een karakter geschetst naar een veelvoorkomende groep, de racistische Noorderling, om dit karakter vervolgens te wijzen op haar fouten.

Wat Stowe met Ophelia doet, doet Multatuli met het karakter Droogstoppel. Droogstoppel is een zakenman die gepresenteerd wordt als materialistisch en bekrompen. Meerdere keren keurt Droogstoppel de uitbuiting van de Javaan goed. Zijn argument dat de uitbuiting van de Javaan geen slechte zaak is omdat hij “ook zo hard moest werken”, wordt erg duidelijk aan de lezer gepresenteerd als een foute overtuiging. Toch is deze overtuiging iets wat Multatuli veel zag onder de Hollandse bevolking. De bekrompen geest, het gebrek aan zelfkennis en het materialistische egoïsme is wat Multatuli als eigenschappen van de Hollander, die het leed van de Javaan mogelijk maakte, zag. Dit blijkt uit een brief aan zijn vrouw in 1864. Over hoe hij het karakter Droogstoppel verzonnen heeft schrijft hij “Droogstoppel heb ik van den koffimakelaar Voute, plus m’n ondervinding van de holl. natie.” Net als Stowe creëert Multatuli karakters met overtuigingen die veel voorkomen in hun contemporaine maatschappij, met als doel het overbrengen naar de lezer van de fouten in deze overtuigingen.

Droogstoppel getekend door Albert Hahn (ca. 1920). Afbeelding: Geheugen van Nederland.

Door de communicatie met de lezer te vergelijken kan invloed van Uncle Tom’s Cabin op Max Havelaar worden beargumenteerd. Het vernieuwende loslaten van de rol van de anonieme verteller is namelijk iets dat Multatuli net als Stowe doet. De wijze waarop Stowe en Multatuli vervolgens hun standpunten proberen over te brengen is comparatief. De lezer direct aanspreken om vervolgens verantwoordelijkheid bij hem of haar te leggen is een manier om de lezer te beïnvloeden die beide schrijvers gebruiken. Ook het subtielere creëren van karakters met veelvoorkomende overtuigen is te herkennen in beide boeken. Deze vragen en conclusies zijn onderdeel van een breder onderzoek over de invloed van Uncle Tom’s Cabin op Max Havelaar, waarin meer aspecten onderzocht zijn dan de communicatie met de lezer. Doordat Max Havelaar tot de top van de canon van de Nederlandse letterkunde wordt gerekend, blijft een onderzoek naar buitenlandse invloeden op dit werk relevant.

 

 

Eytan Pol (1994) studeerde Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij vervolgt zijn opleiding in Leiden met de Master North American Studies. Zijn interesse ligt in literatuur- en cultuurgeschiedenis, met name gefocust op het Noord-Amerikaanse continent.

 

 

DE SCRIPTIE WAAR DEZE LONGREAD OP GEBASEERD IS VERSCHIJNT HIER BINNENKORT. BEKIJK HIER ONDERTUSSEN ALLE SCRIPTIES VAN DE UITGEVERIJ.

WIL JIJ OOK JE SCRIPTIE PUBLICEREN EN EEN LONGREAD SCHRIJVEN? STUUR DAN NU JE STUK OP.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven