Onze vrouw in Hamburg: Het MKG – een kunstmuseum in de Nazitijd

Vraag een willekeurige studie- of vakgenoot naar bekende Duitse musea en de kans is groot dat er een museum in Berlijn genoemd wordt. Met musea als dat bij Checkpoint Charlie, het Pergamonmuseum en de andere musea van Museuminsel is Berlijn uiteraard ook dé museumhoofdstad van Duitsland. Berlijn kent zoveel wereldberoemde musea dat je bijna zou vergeten dat er ook nog een wereld daarbuiten bestaat. Ook de tweede stad van Duitsland kent een groot aantal musea dat zeker de moeite van het bezoeken waard is.

Het Museum für Kunst und Gewerbe (of MKG) behoort tot de belangrijkste musea van Hamburg en is verplichte kost voor liefhebbers van toegepaste kunst. Menig sombere winterdag (en daar hebben we er nogal wat van hier!) heb ik er doorgebracht. Naast de uitgebreide collectie, waarin voor ieder wel wat wils te vinden is, is het ook de fascinerende museumgeschiedenis die mij hier interesseert.

De industriële revolutie is in volle gang als in 1876 in de Vrije Hanzestad Hamburg het MKG wordt geopend. Onder leiding van de eerste directeur Justus Brinckmann (1877-1915) wordt gewerkt aan een nieuw soort museum, dat historische en hedendaagse kunstwerken naast elkaar moet tentoonstellen, ter leering ende vermaek van de Hamburgse burgerij en industriëlen.

MKG_Hamburg_01Na de Eerste Wereldoorlog verschuift het accent naar het creëren van een encyclopedisch cultuurhistorisch overzicht. Tegelijkertijd legt de nieuwe museumdirecteur Max Sauerlandt (1919-1933) zich toe op het verzamelen van moderne kunst, met name van Duitse expressionisten zoals Karl Schmidt-Rottluff. Deze openlijke toewijding aan het expressionisme – een minderwaardige kunststroming in de ogen van de nazi’s – kost Sauerlandt in 1933 niet alleen zijn baan als directeur van het MKG, maar ook zijn leerstoel aan de Hamburgse Universiteit en al zijn andere kunsthistorische nevenfuncties.

De bemoeienis van de overheid met kunst, waarop Sauerlandt in de zomer van 1933 tijdens een openbare lezing kritiek levert, neemt alleen maar toe. Het zijn de nationaalsocialisten die bepalen welke kunst acceptabel is en welke niet. Honderden door Sauerlandt verzamelde kunstwerken uit het MKG worden in 1937 in beslag genomen en vernietigd. Talrijke kunstwerken uit Hamburgse kunstmusea die goedkeuring van de nazi’s wel konden wegdragen versieren ondertussen de partijkantoren. Een museumdirecteur die niet de door de overheid uitgezette lijn volgt loopt het risico snel weer op straat te komen te staan – zoals Sauerlandt’s opvolger Wilhelm Freiherr Kleinschmit von Lengefeld (1934-1937) overkomt.

De wereld brandt, maar ondanks alles is het business as usual in het MKG. Tussen 1933 en 1945 koopt, verkoopt en ruilt het museum duizenden voorwerpen en kunstobjecten, zoals het al vanaf de opening in 1876 heeft gedaan. Met als enige verschil dat vandaag de dag elk van deze transacties als verdacht gezien wordt, want in dezelfde periode worden de kunstcollecties van Joodse verzamelaars voor spotprijzen op de markt gebracht. Via tussenhandelaren belanden hele verzamelingen in Duitse musea, waaronder ook in het MKG.

Sinds jaar en dag houdt het museum zich bezig met onderzoek naar de herkomst van deze voorwerpen uit de Naziperiode. Van sommige voorwerpen is het duidelijk dat deze verkregen zijn op een ‘ethische’ manier, voor zover er sprake kan zijn hiervan in een periode dat Joodse verzamelaars min of meer noodgedwongen hun volledige verzamelingen van de hand doen. ‘Ethisch’ wil dan zeggen dat er een marktconforme prijs is betaald voor het object; dat er door de handelaar in kwestie geen misbruik is gemaakt van de benauwde positie waarin de Duitse Joden zich bevonden.

Van andere voorwerpen is de herkomst onduidelijk, men weet niet meer dan dat een object via een bepaalde handelaar in het bezit van het museum gekomen is. En hoewel van sommige handelaren bekend is dat ze goede contacten hadden met de nationaalsocialisten zijn ook niet al hun transacties gedurende de gehele nationaalsocialistische periode meteen fout geweest. Ten slotte kwamen niet alle door deze handelaren aangeboden objecten oorspronkelijk uit Joodse collecties.

Alle in de Naziperiode verworven voorwerpen worden door onderzoekers van het MKH onderworpen aan nader onderzoek. Soms leidt dit tot bijzondere conclusies, want ook transacties die naar eer en geweten gesloten zijn met andere musea blijken niet altijd geheel koosjer. Via tussenhandelaren en andere musea komt Joods bezit ook in handen van het MKG. Gebruikmakend van veilingcatalogussen, kunsttijdschriften en kunstinventarissen proberen de onderzoekers de weg te reconstrueren die bepaalde voorwerpen hebben afgelegd voordat ze in het Hamburgse museum belandden.

Historisch onderzoek zoals gedaan wordt door het MKG is belangrijk om veel redenen, maar vooral omdat het licht werpt op hoe musea precies aan hun collecties kwamen én komen. De voorbeelden van niet-Europees en antiek erfgoed dat in Europese musea terecht is gekomen zijn talrijk. Nu komt er ook steeds meer aandacht voor Nazi-Duitsland en het Joodse erfgoed. Woman in Gold, de film uit 2015 naar het waargebeurde verhaal over een Joodse erfgename die met succes de Oostenrijkse overheid aanklaagde om het gelijknamige schilderij van Klimt terug te krijgen, is slechts één voorbeeld daarvan. Er wordt van musea steeds meer verwacht dat zij verantwoording afleggen over het ontstaan van hun collecties en in sommige gevallen ook onrechtmatig verkregen voorwerpen teruggeven aan de oorspronkelijke eigenaren of hun erfgenamen. Het onderzoek van het MKG past volledig binnen deze trend.

foto brigitteBrigitte van de Pas (1988) studeerde geschiedenis en Midden-Oostenstudies in Leiden. Sinds oktober 2015 woont zij in Hamburg, waar zij momenteel werkt als onderzoeker bij het statistiekplatform Statista. Zij blogt ook over haar avonturen in Duitsland op The Life And Times Of A Dutchie Abroad.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven