Alumni aan het woord: De ivoren toren

Ieder jaar kiezen honderden eerstejaars studenten voor de studie Geschiedenis, maar waar komen historici eigenlijk terecht na hun afstuderen? De komende weken laten we alumni aan het woord over hun carrière, de moeilijkheden en de mogelijkheden waar zij tegenaan zijn gelopen. Ze beschikken over uiteenlopende vaardigheden en interesses en daar horen verschillende loopbanen bij. Een ding hebben ze echter allemaal gemeen: ze hebben de meest interessante studie gedaan die er maar is! Vandaag vertelt Bram over zijn ervaringen als PhD-student en docent. Hoe kom je toch die ivoren toren binnen?

Inmiddels hebben jullie genoeg alumni-verhalen gelezen om te weten dat afgestudeerden op veel meer plekken terecht komen dan het onderwijs of de bijstand. Met geschiedenis ontwikkel je vaardigheden die je op allerlei posities kunt inzetten, maar misschien wel de duidelijkste aansluiting is verder gaan met onderzoek. Promoveren dus, wat ik in 2012 ben gaan doen.

Uitstel van executie

Om te beginnen: voor mij, en voor veel collega’s om me heen, was promoveren deels uitstel van de moeilijke beslissing “wat wil ik nu eigenlijk?”. Na de middelbare school koos ik voor geschiedenis in Leiden, want dat was leuk en de baan kwam later wel. Maar goed, ook na een researchmaster had ik nog steeds niet bedacht wat ik wilde worden als ik later groot was. Onderzoek doen vond ik interessant en op aanraden van m’n begeleidster besloot ik te solliciteren op een PhD-plek. De eerste keer lukte dat niet, maar de tweede keer, bij het Europees Universitair Instituut (EUI) in Florence, had ik meer geluk. De selectie is streng, maar het is relatief onbekend, waardoor je niet met vijftig mensen om één plek hoeft te strijden. Het proberen waard dus!

Het Toscaanse leven

Het EUI is een prachtige plek om een PhD te doen, gelegen in de Toscaanse heuvels, met een ruime bibliotheek, copieuze Italiaanse lunches en uitstekende professoren. Ieder jaar beginnen zo’n veertig studenten uit heel Europa aan hun PhD geschiedenis (naast rechten, politicologie en economie) en dat levert een heel diverse academische gemeenschap op. Dan blijkt snel genoeg dat Zuid-Europeanen niet de stereotype luiaards uit de media zijn en dat de Duitsers ons taaltje maar een ggschhsgh-achtig gebrabbel vinden. Ook zijn niet alle Italianen corrupte charmeurs­, maar de huisbazen willen de huur wel graag handje-contantje hebben, dat dan weer wel. Voor mij was het EUI hiermee een waardevolle verbreding, ook vanwege de stimulerende seminars, de conferenties en de archiefreizen die ik heb gemaakt. Zo kon ik Schotland, Engeland, Portugal, Guyana, Barbados en de VS bezoeken—niet gek voor een kantoorbaan.

Pak je kansen

Ondertussen kon ik ook in Leiden aan de slag als docent. Hoewel de voorbereidingen veel tijd kosten, is het lesgeven zelf erg mooi. Ik ben me ook bezig gaan houden met onderwijsvernieuwing en blended learning en ik hoop me daarin verder te ontwikkelen. Ik heb die kans vooral gekregen via mijn voormalig begeleidster. Je moet dus een beetje mazzel hebben, maar je kunt het geluk wel een handje helpen. En daar schuilt een belangrijke tip: je netwerk is cruciaal om ergens binnen te komen, waarna je jezelf kunt bewijzen en andere kansen kunt oppakken. Overweeg je dus een PhD te gaan doen, ga dan eens goed met je begeleider praten, maar aarzel vooral ook niet om je andere docenten aan te spreken als je een mooi idee hebt. De meesten van ons vinden het juist leuk om je op weg te helpen bij het schrijven van een goed voorstel.

Wat heb je aan een PhD?

Een PhD is verder net als de opleiding geschiedenis zelf: het leidt niet direct op tot een baan, maar biedt wel een hoop mogelijkheden daarna. Natuurlijk is de academische wereld competitief. Ook uitstekende onderzoekers lopen beurzen mis en als docent wordt je nog steeds grotendeels beoordeeld op je beurzen en publicaties. Je doet daarom een PhD uiteindelijk vooral voor jezelf. Buiten een kleine kring specialisten is toch niemand geïnteresseerd in jouw micro-onderwerp, en waarschijnlijk gaan zelfs je ouders je dissertatie niet lezen. Maar dat geeft dus niet. Ondertussen bouw je namelijk wel een internationaal netwerk op, leer je beter schrijven, presenteren en analyseren, en word je een zelfstandig onderzoeker die op veel plekken aan de slag kan. Oftewel, het gaat veel meer om de weg zelf, dan om pot met goud aan het eind.

Wat dan?

Inmiddels is mijn PhD bijna af (ik weet het, dat zegt iedereen) en ben ik naast docent sinds kort ook werkzaam als Onderwijscoördinator bij het N.W. Posthumus Instituut­—hopelijk bekend bij de sociaal- en economisch historici. Bij deze onderzoeksschool voor Nederlandse en Belgische universiteiten organiseer ik seminars om de nieuwe lichting PhDs op te leiden. Hierbij kwam het goed van pas dat ik tijdens m’n studie al veel organisatievaardigheden had opgedaan. Binnen Posthumus kan ik nu verder gaan met onderwijsvormgeving, blijf ik bezig met geschiedenis en kom ik tevens in contact met allerlei hoogleraren in binnen- en buitenland. Voor mij een prachtige combinatie, samen met onderzoek en lesgeven.

Ga ervoor!

Mijn tips aan jullie zijn vooral om actief te zijn naast je studie en zeker ook om met mensen in je omgeving te blijven praten over je talenten en mogelijkheden (en de loopbaanadviseur hoort daar ook bij, nu je daar nog geen exorbitante bedragen voor hoeft te betalen!). Gebruik je netwerk en twijfel niet aan je eigen kunnen: iedereen die een master heeft gehaald en gemotiveerd is, kan ook een PhD voltooien. Voor mij was het doen van een PhD een ervaring die ik niet had willen missen. Mocht jij er ook over denken om de ivoren toren te betreden en nog vragen hebben, dan hoor ik het graag!

Bram Hoonhout

Wil je meer horen over jonge historici en de arbeidsmarkt? Op 22 november organiseren wij het evenement ‘Jonge Historici maakt werk van geschiedenis.’ Meld je nu alvast aan door te mailen naar info@jongehistorici.nl o.v.v. ‘arbeidsmarkt’ en ontvang bericht als het programma rond is.

Bram Hoonhout (1986) studeerde geschiedenis in Leiden (2005-2012) en ging vervolgens promoveren in Florence. Hij richt zich op de 18e-eeuwse koloniale geschiedenis van twee Nederlandse kolonies waarvan vrijwel niemand weet waar ze liggen (Essequebo en Demerary, in wat nu Guyana is, maar dat helpt waarschijnlijk weinig). Sinds juli 2016 is hij onderwijscoördinator bij het N.W. Posthumus Instituut.

Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven