Alumni aan het woord – Geef niet op!

Lieve jonge historici,

Vakgenoten,

Zoals jullie onderhand allemaal wel weten biedt de banenmarkt en -jacht voor ‘ons geesteswetenschappers’ geen prettig vooruitzicht. Vacatures waar 300+ mensen op af komen, het ombuigen van je vaardigheden zodat je in het profiel past en het netwerken als een hongerige spin zijn dingen die je misschien niet had verwacht toen je jezelf als naïeve 18-jarige (ik ga maar even uit van die leeftijd) inschreef voor de studie geschiedenis. Toch zullen de wetten van de jungle voor de meerderheid van jullie werkelijkheid zijn. Maar als je, als een Britse krijgsgevangene in Zuid-Oost Azië, door dit oerwoud heen weet te kappen dan kom je bij het zoete licht aan het einde van de tunnel. Ik ben hier om te vertellen hoe het is om een baan te hebben die aansluit op mijn studie, wat ik precies doe, hoe ik eraan ben gekomen en nog wat bonustips voor jullie hongerige historici [dat klinkt haast als een Suske & Wiske-album].

Even ter introductie: Ik ben Mart, 26 jaar en werk sinds juli 2014 bij het Noord-Hollands Archief (NHA) in Haarlem als medewerker Beeld- en Audiovisuele collecties. Dit houdt in dat ik (mede-) verantwoordelijk ben voor het beheer, het beschrijven, en de presentatie van ons beeldmateriaal; zowel oude prenten, foto’s, tekeningen etc. alsmede onze audiovisuele collectie. In mijn dagelijkse bezigheden komt dit neer op het beschrijven van statisch beeldmateriaal, fysiek depotbeheer, acquisitie van nieuw materiaal, meedenken over digitaliseringstrajecten, het structureren en ontsluiten van onze filmcollectie en allerlei andere kleine archieftaakjes.

Voor mij is deze baan geweldig. Ik ben elke dag bezig om geschiedenis beschikbaar te maken voor de samenleving en ik sta hierbij constant in contact met geweldig bronmateriaal; van originele 17e-eeuwse prenten en atlassen tot een nazi-helm die ooit gebruikt was in een tentoonstelling tot een super8 film die de bouw van een stadswijk documenteert. Dit is in mijn ogen de droom van elke zichzelf respecterend historicus. Hiernaast mag ik mijn liefde voor archieven en mijn fanatisme om structuur en orde aan te brengen losvieren op onze filmcollectie, welke voor mijn komst niet echt aanwezig was. Hoewel de functie op HBO-niveau is ingeschaald (en dat ook wel een beetje is) weet ik zelf meer toe te voegen aan mijn werk en aan de organisatie door initiatief te nemen en mezelf uit te blijven dagen. Dit wordt ook zeker aangemoedigd vanuit het NHA, waar ontplooiing en ontwikkeling sterk worden aangemoedigd.

Maar hoe ben ik gekomen waar ik nu ben en wat heb ik uiteindelijk aan mijn studie gehad? Ik heb zeker eerst het donkerste van de tunnel moeten ervaren voor ik het licht kon zien, en deze baan is niet bepaald uit de lucht komen vallen.

Zelf ben ik een echte “stage-koning” geworden. Niet alleen heb ik tijdens mijn bachelor en tijdens mijn master stages gelopen bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, maar ook nog bij Het Utrechts Archief nadat ik was afgestudeerd. In alle drie de gevallen heb ik zelf het initiatief hiertoe genomen. Door het netwerk dat ik op die manier heb opgebouwd, gecombineerd met het duidelijk voor ogen hebben wat ik precies wilde bereiken (het toegankelijk maken van geschiedenis), was ik uiteindelijk niet alleen een zeer gekwalificeerde kandidaat voor de vacature bij het NHA, maar kende ik mijn huidige bazin ook al voordat ik überhaupt ging solliciteren. De keerzijde van dit eeuwig stage-schap is natuurlijk wel dat je voor een bepaalde tijd minder te makken hebt, of zelfs op een houtje zult moeten bijten.

Met betrekking tot de vaardigheden uit de studie geschiedenis kan ik zeggen dat deze je niet alleen opleidt om sterk analytisch en kritisch te zijn, maar ook om snel grote hoeveelheden informatie op te nemen en te verwerken (een scriptie is haast hetzelfde als een rapport opstellen). Een andere inherente vaardigheid die helpt als je werkt met geschiedenis is een algemene voorliefde voor geschiedenis an sich. Dus tenzij je verder de academia ingaat, zal je aan je inhoudelijke kennis over het kloosterleven in Beieren tussen 1820 – 1836 weinig hebben. Je zult het vooral moeten hebben van je onderzoeksvaardigheden, welke als het goed is in overmaat aanwezig zullen zijn. Dit zijn de voornaamste vaardigheden die ik nu zelf ook dagelijks gebruik.

Praktische tips:

  • Tenzij je echt verder wilt in academia: Focus niet teveel op je onderwerp.
  • Probeer zo vroeg mogelijk voor ogen te hebben wat je precies/ongeveer wilt gaan doen of bereiken in je werkzaamheden of carrière.
  • Ga stages lopen. Stage = werkervaring + netwerk
  • Ga naar conferenties, netwerkgelegenheden, borrels etc. en praat met mensen.
  • Wees assertief!
  • Geef niet op! Ik heb zelf tussen de 15-20 keer gereageerd op vacatures waar honderden mensen op af kwamen, en maar één gesprek gekregen. Er komt vanzelf iets langs wat op je lijf is geschreven.

Succes met de zoektocht, en voor verdere vragen, neem gerust contact op!

Wil je meer horen over jonge historici en de arbeidsmarkt? Op 22 november organiseren wij het evenement ‘Maak werk van geschiedenis.’ Je kan je hier aanmelden. 

bio fotoMart van de Wiel (1988) studeerde tussen 2006-2014 (toen je nog mocht langstuderen) geschiedenis aan de Universiteit Leiden (Bachelor + Research Master). Zijn voornaamste interesses binnen geschiedenis zijn de Koude Oorlog en Amerika in de 20e eeuw. Buiten geschiedenis zijn dit kunst, grappen maken en de twee verweven met elkaar. Momenteel werkt hij bij het Noord-Hollands Archief en is hij o.a. verantwoordelijk voor diens beeldbank en audiovisuele collectie.

Berichten gemaakt 1264

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven