Het belang van mythen: de Griekse en Egyptische wereld verbonden

door Pim Schievink

De Griekse en Egyptische wereld hebben een lange geschiedenis. Tijdens de regering van farao Psammetichus I (633-610 v.Chr.) dienden Griekse huurlingen in het Egyptische leger, iets wat overgenomen werd door zijn opvolgers. Daarnaast was er een Griekse handelsstad in de Egyptische Nijldelta: Naukratis. In de vierde eeuw v.Chr. zien we iets bijzonders: de Egyptische goden Ammon en Isis kregen een heiligdom in Athene. Hoe en waarom kwamen ze daar?

Een gebruikelijke theorie is dat deze Egyptische cultussen zich verspreidden via handelsnetwerken. Culturele connecties zijn echter ook interessant en belangrijk. Herodotus’ tweede boek uit zijn Historiën is een duidelijk voorbeeld van de culturele connecties tussen Athene en Egypte. Hierin beschrijft hij de Egyptische en Griekse religie als bijna hetzelfde. Hij legt bijvoorbeeld uit waarom de Egyptische versie van Zeus hoorns heeft. Zeus zou zich aan Heracles hebben laten zien terwijl hij een vacht droeg van een ram, ‘[…] for Amun is the Egyptian name for Zeus’, concludeert Herodotus.[1] Culturele connecties in onder andere mythen en verhalen zijn dus een belangrijke factor bij het creëren van een beeld van een andere cultuur. Vertellingen bieden een extra verklaring voor de verspreiding van Egyptische religie naar Griekenland. Hoe komt zo’n overdracht tot stand?

Griekse verhalen en mythen lijken op het eerste gezicht geen geschikt medium om een beeld te schetsen van een andere cultuur aangezien sommige Griekse mythen ons tegenwoordig bijvoorbeeld raar of onwaarschijnlijk lijken. Des te meer geven die verhalen goed inzicht in de belevingswereld van die tijd. Bovendien creëerden Griekse schrijvers een beeld van Egypte dat tijdgenoten weer overnamen. Zo’n verhaal hoefde niet correct te zijn, want Atheners konden niet allemaal een bezoek aan Egypte brengen. De meesten waren dus afhankelijk van verhalen om een beeld te vormen van het volk aan de andere kant van de Middellandse Zee. Die verhalen kunnen zowel verbindend als vervreemdend werken. Als we de Griekse mythen dus nader bestuderen kunnen we wellicht connecties aantonen met de Egyptische wereld. Hieronder zullen we aan de hand van drie verhalen die de Grieken aan elkaar doorvertelden, kijken hoe naar de Egyptenaren en Egypte werd gekeken.

Metaforische netwerken
Maar het aantonen van culturele connecties is subjectiever en daardoor lastiger dan het reconstrueren van een handelsnetwerk bijvoorbeeld op basis van gevonden Grieks aardewerk in Egypte. In de sociale wetenschappen wordt vaak de netwerktheorie gebruikt om de uitwisseling en relatie tussen verschillende gebieden te visualiseren. Inscripties zijn daarvoor zeer geschikt archeologisch materiaal. In afbeelding 1 is de handelsrelatie tussen Cyrene en de Griekse wereld in kaart gebracht voor inscriptie ‘GHI 196’. Deze inscriptie uit 330 v.Chr. gaat over graanuitdelingen van Cyrene naar de Griekse gebieden, waar een graantekort was. En naast graan konden zich via deze routes natuurlijk ook allerlei gebruiken, religieuze ideeën en verhalen verspreiden.

Alleen de verspreiding van zulke mythen visualiseren is een stuk ingewikkelder. Heracles, zowel de god als de held, was volgens onder anderen Herodotus niet alleen in Griekenland, maar ook in Egypte belangrijk.[2] Dit illustreert een mythologische connectie tussen beide gebieden, maar de relatie is niet één op één te duiden of fysiek aan te tonen. Het is bijvoorbeeld niet te herleiden tot een persoon die zijn politieke vrienden in Athene kennis laat maken met zijn politieke vrienden in een andere stadstaat en op deze manier twee politieke netwerken combineert. De netwerkrelatie tussen de Griekse en Egyptische wereld via mythen moeten we dus metaforisch zien.

Homerus en Egypte
De eerste verhalen die we gaan bekijken, zijn de al te bekende verhalen van Homerus. Homerus’ Ilias was qua belang voor de Oude Grieken vergelijkbaar met de Bijbel voor de hedendaagse christenen. In de Ilias en de Odyssee vinden we enkele verwijzingen naar Egypte. Deze verwijzingen zijn niet zo gedetailleerd als in de verhalen van Herodotus, waardoor het waarschijnlijk is dat Homerus nooit in Egypte is geweest. De delen die zich in Egypte afspelen zijn wel interessant, omdat het mogelijk een beeld schetst van de perceptie die Grieken hadden van Egypte in de achtste eeuw v.Chr.

In de Ilias, het verhaal over de Trojaanse Oorlog, ontstaat er een conflict tussen de held Achilles en de leider van de Griekse troepen, Agamemnon. Door dit conflict wil Achilles terug naar zijn huis in Phithia. Achilles laat zich zelfs niet omkopen als Agamemnon hem alle rijkdommen van de Egyptische stad Thebe zou geven – de stad met honderd stadspoorten, waarbij uit elke poort tweehonderd krijgers met paard en strijdwagen zouden komen.[3] Dit verhaal schetst een beeld van een machtig en rijk Egypte en laat de interesse van Homerus in Egypte zien.

In de Odyssee, het verhaal van de reis naar Ithaka, een eiland ten westen van het Griekse vasteland, door held Odysseus, komen er nog enkele verwijzingen naar Egypte voor. Interessant is bijvoorbeeld de verwijzing naar de vruchtbaarheid van Egypte en de wijsheid van de Egyptenaren. ‘[…] for there the earth, the giver of grain, bears greatest store of drugs, many that are healing when mixed, and many that are baneful; there every man is a physician, wise above humankind; for they are of the race of Paeëon.’[4] Kortom, in Homerus’ verhalen is Egypte iets bijzonders. Ze illustreren dat vanaf de achtste eeuw v.Chr. al een vage kennis bestond over het land.

Heracles en Busiris
Dan nu de mythen van Heracles. We kennen Heracles voornamelijk van de twaalf opdrachten die hij moest doen van het orakel van Delphi, zoals het doden van de mythologische Hydra. Na één van deze werken zou Heracles naar Egypte zijn gegaan, aldus een fragment van de tragediedichter Euripides (480-406):

Reaching Tartessus he makes his way to Libya, where he kills Poseidon’s son Antaeus, who was wantonly violent. Then he comes to the Nile and Memphis, to Poseidon’s son Busiris, whom he kills with his son Iphidamas, his herald Chalbes, and his servants, at Zeus’s altar where Busiris put strangers to death . . .[5]

Dit verhaal uit de vijfde eeuw werd echter wel weerlegd door Isocrates (436-338). Hij zegt dat Busiris ouder was dan Heracles en het dus onmogelijk voor Heracles was om hem vermoord te hebben.[6] Het is echter niet noodzakelijk dat elk verhaal Heracles en Egypte linkt: dat Isocrates over dit onderwerp nadenkt, illustreert al de interesse om de ‘feitelijke’ gebeurtenissen tussen Grieken en Egyptenaren op orde te hebben. Afbeelding 2 laat ook zien dat dit verhaal ook gebruikt werd voor vaasschilderingen. Aangezien deze vaas voor de tijd van Herodotus, Isocrates en Euripides is gedateerd, is het aannemelijk dat dit verhaal al enige tijd circuleerde voordat deze personen erover schreven.

In het verhaal van het doden van Busiris is ook de persoon Busiris zelf een belangrijke connectie tussen Griekenland en Egypte. Busiris was namelijk de zoon van de Griekse zeegod Poseidon, maar hij regeerde in Egypte. Dat Zeus in dit verhaal een altaar had in Egypte is ook bijzonder. Hij had als Griekse god helemaal geen plek in het Egyptische pantheon; Amon was rond deze tijd de belangrijkste god in Egypte. Dit is een teken dat Grieken hun goden identificeerden met de Egyptische varianten.

Ook Herodotus spreekt over Heracles in Egypte. Hij zegt het volgende over de ouders van Heracles: ‘[…] that Amphitryon and Alcmene, the parents of this Heracles, were both by descent Egyptian […].’[7] Heracles was verwekt bij Alcmene door Zeus, waardoor hij één Griekse en één Egyptische ouder had. In dit verhaal van Heracles combineert Herodotus de Griekse en Egyptische wereld in de persoon Heracles; de held was zowel Grieks als Egyptisch.

Isocrates vertelt, naast het feit dat Heracles Busiris niet gedood kon hebben, ook over de geschiedenis van Busiris. Busiris koos Egypte als plek om te regeren aangezien Egypte de meest ideale klimatologische voorwaarden kende, waardoor het een vruchtbaar land was. Tevens was het een erg religieuze plek met een erg vroom volk.[8] In de ogen van Isocrates, was Egypte dus een soort utopische plek. Door deze toevoeging aan de persoon Busiris, verandert Isocrates hem van een persoon die neergezet wordt als de slechte ‘ander’ naar een koning van een ideaal land.

Helena van Troje
Het verhaal van de Trojaanse Oorlog is bij velen bekend. Het mythologische begin was de strijd om wie het mooiste was tussen de godinnen Athena, Aphrodite en Hera. Paris mocht kiezen en koos voor Aphrodite, die hem een vrouw net zo mooi als haar aanbood: Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos. Paris nam haar volgens het verhaal mee naar Troje, maar er zijn Griekse schrijvers die stellen dat zij in Egypte terecht is gekomen. Herodotus stelt in zijn tweede boek van de Historiën dat Helena door slechte wind in Egypte terechtkwam, bij de koning Proteus.[9]

This, by what the priests told me, was the manner of Helen’s coming to Proteus. And, to my thinking, Homer too knew this story; but seeing that it suited not so well with epic poetry as the tale of which he made use, he rejected it of set purpose, showing withal that he knew it.[10]

Deze mythologische connectie tussen Griekenland, gerepresenteerd door Helena en Egypte, werd door Euripides in het toneelstuk verwerkt. In zijn tragedie Helena brengt god Hermes Helena naar Egypte, terwijl de godin Hera een soort schijn-Helena maakt. Hera deed dit omdat ze nog boos was op Paris en ervoor wilde zorgen dat Paris Helena nooit zou krijgen.[11] Uiteindelijk gaat het verhaal over naar Menelaos die Helena komt bevrijden van de Egyptische koning Proteus, die met haar wil trouwen.

Proteus was een soort Griekse zeegod en onderdaan van Poseidon en hij leefde in Egypte. Ook in dit verhaal zien we dus Griekse goden die wonen in Egypte. Dit is bijzonder, aangezien Griekse goden geen plek hebben in de Egyptische religie. Mogelijk is dit weer een teken van identificatie van Egyptische goden en figuren met Griekse goden.

Het opvallende aan de mythe dat Helena nooit in Troje is geweest, is dat dit verhaal pas opkomt in de vijfde eeuw v.Chr. – dat is in dezelfde eeuw als het eerste bewijs van concrete Atheense interesse in de Egyptische cultuur. Het eerste bewijs voor Atheense interesse in de Egyptische cultuur is namelijk de naam Isigenes. Die Egyptische naam is in de late vijfde of begin vierde eeuw v.Chr in de Griekse stad in zwang gekomen.

Een nieuwe werkelijkheid
De mythen van Helena, Heracles, de Ilias en Odysee laten een duidelijke connectie zien tussen Egypte en Griekenland in Griekse mythen en verhalen. Naast handelscontacten konden deze culturele contacten bijdragen aan het creëren van cultureel draagvlak voor de oprichting van tempels voor en integratie van de cultussen van Ammon en Isis op Atheens grondgebied. Mythen zijn daarin natuurlijk enkel een onderdeel van het proces. Ze versmelten in hun verhaal de Egyptische en Griekse wereld. Dat deze versmelting voorkwam in de Griekse mythen, betekent echter niet dat er in Egypte op dezelfde wijze naar de Griekse mythen en de Griekse wereld werd gekeken. Het idee is dat deze mythen in Griekenland kennis over de Egyptische wereld konden overdragen, zonder dat ze per definitie correcte informatie verschaffen. Omdat zulke verhalen zich in Egypte afspelen, ervoeren Grieken de Egyptische wereld als minder vreemd en meer een onderdeel van de Griekse leefwereld.

Verhalen zijn dus een belangrijk medium om een beeld te construeren van een andere cultuur. Interessant is dat ondanks dat de Egyptenaren in sommige verhalen de antagonist zijn, zoals in het verhaal van Busiris, een persoon als Herodotus de Egyptenaren nooit barbaars noemt; terwijl hij dit wel bij de meeste andere bevolkingsgroepen doet. Herodotus zegt zelfs dat de Egyptenaren de meest wijze en religieuze mensen waren.[12] Ook zien we in de verschillende mythen de identificatie van Egyptische goden met de Griekse goden. Dit alles heeft kunnen bijdragen aan de creatie van een cultureel draagvlak, want ze werden als gelijk beschreven.

Wat in dit stuk ook naar voren komt, is dat er voornamelijk in de vijfde eeuw door personen als Herodotus en Euripides Griekse goden in Egypte worden geplaatst. Dit is een teken van identificatie, maar kan ook simpelweg betekenen dat de auteurs een bijzondere plek wilden voor hun verhaal. Dat verklaart echter niet waarom deze verhalen al vóór de vijfde eeuw circuleerden, zoals te zien is op de vaas van afbeelding 2. Ook als ze enkel op elkaar voortborduren, betekent dit dat deze verhalen geaccepteerd en wijdverspreid waren. Hierdoor waren ze een goede manier om ideeën over Egypte te verspreiden naar een Grieks publiek. Deze verhalen konden voor Grieken die niet naar Egypte gingen de enige manier zijn om kennis over dit land te krijgen; dit maakt verhalen belangrijk, omdat ze hierdoor ook een incorrect beeld konden construeren. Verhalen konden zo ook een nieuwe werkelijkheid creëren.

Pim Schievink (1996) studeert Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Met een interesse voor buitenlandse culturen én een interesse in de oudheid kwam de keuze voor het scriptieonderwerp uiteindelijk te liggen op de integratie van de Egyptische cultussen van Ammon en Isis in Athene tijdens de vierde eeuw v.Chr. De grootste interesse binnen het vakgebied ligt dan ook op cultuurgeschiedenis. Naast de studie, is hij werkzaam bij het Universiteitsmuseum Groningen, stichting Binnenstadskerken Groningen en geeft hij voorlichtingen over de opleiding Geschiedenis aan de universiteit.

 

NOTEN

[1] Herodotus, 2.42 (voor de quote), 2.41-2.42, 2.50-2.58, 2.156 (voor de gelijkstelling van de goden).
[2] Herodotus, 2.145-2.146 ; Diodorus Siculus, Bibliotheca Historica, 1.24.
[3] Homerus, Ilias, 9.350-9.375.
[4] Homer, Odyssey, Volume I: Books 1-12. Translated by A. T. Murray. Revised by George E. Dimock. Loeb Classical Library 104 (Cambridge, MA: Harvard University Press, 1919), 4.225-4.235.
[5] Euripides, Fragments: Busiris. Edited and translated by Christopher Collard, Martin Cropp. Loeb Classical Library 504. (Cambridge, MA: Harvard University Press, 2008), 320-321.
[6] Isocrates, Discourses 11. Busiris. Isocrates, Busiris, Translated by La Rue Van Hook. Loeb Classical Library 373. Cambridge, MA: Harvard University Press, 1945.
[7] Herodotus, 2.43.
[8] Isocrates, Busiris, 11-14, 28.
[9] Herodotus, 2.113-2.119.
[10] Ibidem, 2.116.
[11] Euripides, Helena, 45-55, 580-590, 460-465, 675-685.
[12] Herodotus, 2.37, 2.160.

LEES HIER DE SCRIPTIE WAAR DEZE LONGREAD OP GEBASEERD IS EN BEKIJK HIER ALLE SCRIPTIES VAN DE UITGEVERIJ.

WIL JIJ OOK JE SCRIPTIE PUBLICEREN EN EEN LONGREAD SCHRIJVEN? STUUR DAN NU JE STUK OP.

Berichten gemaakt 1230

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven