Café Nachtvorst – het sfeerverslag

 Van anekdotes over orangisten tot de kroningsrellen

De Nacht van de Geschiedenis vierde dit jaar alweer haar tiende editie. Afgelopen zaterdag verzamelden historici en vele andere liefhebbers van geschiedenis zich in het Rijksmuseum te Amsterdam voor een zeer divers programma.

Evenals vorig jaar leende het museum, dat onlangs geheel gerenoveerd haar deuren opende, zich weer uitstekend voor dit evenement. Leuke bijkomstigheid: gedurende de gehele Nacht van de Geschiedenis waren de zalen van het Rijks geopend voor de aanwezigen, zodat bezoekers zich in alle sereniteit konden vergapen aan de Nachtwacht of tussen de programmaonderdelen door een korte wandeling te midden van de schilderkunst van de Gouden Eeuw konden ondernemen.

 Nachtvorst

Wanneer de bezoekers zich dan als zodanig verplaatsten, passeerden zij tussen de trappen een knusse ruimte die een oranje gloed uitstraalde: Café Nachtvorst. De passanten bleven staan en luisteren, en geef ze eens ongelijk. Want in deze zo gezellig ogende nis van het Rijksmuseum had Jonge Historici Schrijven Geschiedenis een boeiend programma samengesteld omtrent het thema Vorst en Volk. ‘De meeste onderdelen van deze Nacht draaien om de vorst zelf, maar hier gaan we het hebben over wat het volk er nu eens van vindt’, aldus Eveline van Rijswijk, die de avond presenteerde en de sprekers met haar vragen onder vuur nam.

Het spits werd afgebeten door Laurien Hansma, promovenda aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij doet momenteel onderzoek naar orangisten – of oranje-fans, zoals er af en toe zijdelings naar gerefereerd werd – tussen 1785 en 1813, de periode rondom de Bataafse republiek. Met het bondige verhaal van drukker (en orangist) Cornelis van der Aa, wiens leven wel heel zuur werd gemaakt door de Patriotten, verschafte zij een inkijk op het wel en wee van de monarchisten in deze periode. Anne Petterson, promovenda aan de Universiteit Leiden, nam het stokje van haar over. Zo schoof men iets minder dan een honderd jaar op: zij doet onderzoek naar koningsgezindheid in negentiende-eeuws Amsterdam; zij vertelde hoe de Amsterdamse Jacobus Mens de straat waar hij woonde met veel bombarie, en de steun van zijn koningslievende buurtgenoten, wist uit te roepen tot de Willemstraat en initiator was van een grote orangistische beweging in onze hoofdstad.

Tussen de sprekers door werden de toeschouwers getrakteerd op de muzikale omlijsting van de avond: conservatoriumstudenten Jan-Cornelis en Roeland hadden een drietal liederen geschreven over ons koningshuis, waaronder een bijzonder eigentijdse bewerking van het oude volkslied ‘Wien Neerlandsch Bloed’. Na het muzikale intermezzo nam Coos Huijsen het woord, historicus en oud-Tweede Kamerlid. Zijn boek ‘Nederland en het verhaal van Oranje’ stond vorig jaar op de longlist van de Libris Geschiedenis Prijs.

P1060162

Huijsen omschreef liefde voor het koningshuis in Nederland als iets wat doorgaans vooral bij het ‘gewone volk’ plaatsvond, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland, waar vooral de elite een grote rol speelde bij de hofverering. ‘Nederland heeft een afwijkende monarchie.‘We zijn een koninkrijk met een Republikeinse basis.’ Na een korte vragenronde bleef een verhitte discussie uit: over de meeste standpunten leek consensus te bestaan.

 Bart van der Steen, die onderzoek deed naar krakersbewegingen in Nederland en Duitsland, vervolgde met een verhaal over de rellen van de kroning in 1980, waar vorst en volk in Nederland voor het laatst lijnrecht tegenover elkaar stonden. Hij wist het publiek te boeien met een anekdote over een agent te paard die in zijn eentje te midden van de krakers terecht kwam en tot zijn eigen verbazing daarna vrij was om te gaan (waarna de rellen zich weer hervatten). De Jonge Historici hadden voor de Nacht tevens een columnwedstrijd uitgeschreven, die gewonnen is door Simone Vermeer, geschiedenisstudente aan de UvA. Met haar column ‘Een roepende republikein in een Oranjewoestijn’ sloot zij af. Nadat ook bij Café Nachtvorst de lichten uitgingen, voegden de jonge historici zich bij de feestgangers op de dansvloer, waar zij niet onder deden voor de vele anderen die ook jong van geest bleken te zijn.

Arnout le Clercq (1991) is jonge historicus met een grote fascinatie voor Spaanse geschiedenis. Hij studeert aan de Universiteit Leiden. Daarnaast werkt hij bij Jonge Historici Schrijven Geschiedenis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven