De vooroorlogse generatie, die is opgegroeid met crisis en oorlog, verdwijnt. We verliezen bijzondere mensen, die vrijwel de hele twintigste eeuw hebben meegemaakt.
Toen mijn 95-jarige grootmoeder deze zomer overleed, realiseerde ik me dat er een generatie uitsterft die historische gebeurtenissen als de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Zo verdwijnt ook een levende historische bron uit het begin van de twintigste eeuw. Deze generatie heeft een eeuw meegemaakt die vormend was voor onze huidige samenleving. Men werd geconfronteerd met voorheen onvoorstelbare vormen van geweld, maar leerde ook ongekende technologische vooruitgang en welvaartsgroei kennen. Mijn 99-jarige grootvader die gelukkig nog wel leeft, kan hier uitgebreid over vertellen. Ik vind deze verhalen mateloos interessant en ik ben vast niet de enige. Het is een verdrietige gedachte dat deze generatie langzaam uit de samenleving verdwijnt en ik vraag me af wat voor invloed dit zal hebben.
Socioloog Henk Becker beschreef in 1992 de generaties die hij op dat moment onderscheidde en bijbehorende kenmerken . Hij noemde de mensen die tussen 1910 en 1930 werden geboren de ‘vooroorlogse’ generatie en beschreef hen als gezagsgetrouw, pragmatisch, materialistisch en arbeidzaam. De vooroorlogse generatie is een bijzondere groep mensen. Hoewel het problematisch is om een hele generatie dezelfde eigenschappen toe te dichten, is het niet overdreven om te stellen dat deze mensen in meer of mindere mate zijn beïnvloed door de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Deze vonden plaats tijdens de ‘formatieve periode’ van hun leven (10 tot 25 jaar). Toen mijn grootouders zo oud waren als ik nu ben, hadden zij al verschillende ingrijpende gebeurtenissen achter de rug.
Dat de generatie is beïnvloed door oorlog en crisis is onder andere terug te zien in het enthousiasme voor de Europese Unie, gevoeligheid voor discriminatie en registratie van persoonlijke gegevens. Omdat veel mensen uit de vooroorlogse generatie ouder dan tachtig worden, kunnen wij – ik ben zelf van de ‘patatgeneratie’ – met mensen spreken die in een compleet andere tijd leefden. Hierdoor is goed te merken dat ze een ander referentiekader hebben dan wij. Dit blijkt treffend uit een gesprek in De Wereld Draait Door uit 2010 tussen Matthijs van Nieuwkerk en de op dat moment 100-jarige schrijver Hans Keilson, wiens boek uit 1959 net was ‘ontdekt’ door The New York Times:
‘Maar denkt u dan niet “eindelijk gerechtigheid?”’ vroeg Matthijs van Nieuwkerk voor de derde keer. Hij doelde op het doorbreken van de bejaarde schrijver. Keilson zei erg gevleid te zijn door de lovende woorden van Van Nieuwkerk en probeerde nog eens duidelijk te maken dat hij dat echt niet zo zag: ‘Gerechtigheid is een veel droeviger verhaal. Mijn ouders zijn naar Auschwitz getransporteerd. Als je over gerechtigheid spreekt, dan hoor je een thema dat veel sterker is dan een literair probleem.’
Als je 100 bent, de Holocaust hebt overleefd, en daarna een carrière en een gezin hebt opgebouwd, is literair succes geen gerechtigheid, maar gewoon een gebeurtenis. Keilson vertegenwoordigt een grote groep mensen die de oorlog als maatstaf heeft. Wat betekent het voor ons als deze generatie uitsterft? Het is belangrijk om erbij stil te staan dat deze mensen hun stempel decennialang op beleid, moraal en publieke opinie hebben gedrukt. De EU is bijvoorbeeld voortgekomen uit de wens om internationale stabiliteit en veiligheid te bereiken. Nu die er (relatief) is, zijn we geneigd te vergeten hoe het zo is gekomen.
Ik kan iedereen, maar vooral historici, van harte aanbevelen om hun grootouders nog eens de oren van het hoofd te vragen. Het is in de eerste plaats interessant om deze mensen te horen spreken over historische gebeurtenissen die zij (van dichtbij) hebben meegemaakt. Maar het kan ook leerzaam zijn om verschillen of juist onverwachte overeenkomsten in manier van denken op te merken. We zullen moeten afwachten wat het effect is van het verdwijnen van de vooroorlogse generatie. Maar we moeten het niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Esther Ladiges (1984) studeerde Duitslandstudies en schreef haar scriptie over de vroege NSDAP. Momenteel is zij werkzaam als freelance redacteur. Ze schreef al eerder columns op deze site, over de carrièreperspectieven van historici en Nederlands nationalisme.