De machine in de geest

Klinische waanvoorstellingen tijdens de Nederlandse industrialisatie (1790-1900)

Samenvatting

Psychiaters en sociologen benadrukken dat patiënten culturele fenomenen gebruiken om hun ongevormde wanen te concretiseren. Technische ontwikkelingen zijn daar een onderdeel van. Toch lijkt een systematische kwalitatieve analyse naar de historische impact van zo’n maatschappelijk fenomeen op de inhoud van waanvoorstellingen nauwelijks te bestaan. In deze scriptie wordt de vraag onderzocht hoe de culturele context van techniek impact had op de inhoud van waanvoorstellingen bij patiënten in Nederlandse gestichten tijdens de Nederlandse industrialisatie in de periode 1850-1900, in vergelijking met de periode 1790-1850. De vermeende Nederlandse technische achterstand, die na 1850 rap werd ingehaald, biedt een uitzonderlijk sterke casus om de impact van techniek op waandenkbeelden te onderzoeken. Bij de manier waarop ik het perspectief van patiënten in ogenschouw neem, beroep ik me op ideeën van Porter en Lacan, die als een rode draad door deze scriptie lopen. Binnen deze context vormt de Nederlandse berichtgeving over techniek een venster, waaruit blijkt dat de nieuwe technieken lovend, kritisch maar vooral ook huiverig beschreven werden. Die reactie vindt een reflectie in de achthonderd onderzochte patiëntendossiers uit het Rosmalense, Rotterdamse, Amsterdamse en Utrechtse gesticht, waarin klinische patiënten hun ongevormde paranoïde, hypochondrische en megalomane wanen met deze technieken concretiseerden. Ik besluit met de opmerking dat de geldigheid van de metafoor van de spiegel door die vergelijking wordt bevestigd. Als een spiegel van de tijd geven waanvoorstellingen een beeld van wat er ook al in de samenleving leefde. Voor historisch onderzoek is het dan ook waardevol om zulke waanbeelden als een volwaardige bron te beschouwen. Ze kunnen iets vertellen over de vorm die zulke ontwikkelingen aannemen en de interpretaties en de sentimenten die daarbij tevoorschijn komen. De manier waarop deze spiegel werkt, verschilt per periode, techniek en aspect – dat wil zeggen in de naam, vorm, interpretaties, en essentiële kenmerken die aan de technieken worden toegeschreven. Bij de concretisering van interpretaties en emoties werken de wanen vaak als een gebogen spiegel, die meer gangbare reacties uit de maatschappij op zo’n technisch fenomeen vergroot en omvormt.  Klinische wanen vormen op die manier een verrassend veelzeggende bron om ideeën uit de samenleving te achterhalen, mits er rekening wordt gehouden met de vertaling in het psychische beeld van de hyperbool.

Geïnteresseerd geraakt en wil je meer lezen? De volledige scriptie is hier op deze pagina te lezen.


Bron afbeelding header: ”The Electrical Puppet”, plaat uit het boek van William G. Peck, Introductory Course of Natural Philosophy for the use of Schools and Academies: Edited from Ganot’s Popular Physics (New York 1869), pg.401.


Maud Berbé (Amersfoort, 1998) heeft in 2023 haar bachelor Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht afgerond, waarin ze zich heeft gespecialiseerd in de culturele en medische geschiedenis van geestesziekten en daarbij een minor in Filosofie heeft gevolgd. In het aankomende studiejaar begint ze aan de onderzoeksmaster History in Utrecht. Hier wil ze haar interesse in de medische geschiedenis van klinische waanbeelden en de cultuurhistorische context van samenzweringstheorieën verder uitdiepen. Ze is van mening dat dergelijke onderwerpen unieke inzichten bieden in emoties en affecten van een bepaalde tijdsperiode, en ook licht kunnen werpen op het huidige vertoog over mensen met een psychiatrische diagnose en/of geloven in samenzweringstheorieën.

Berichten gemaakt 1264

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven