De tentoonstelling Design van het Derde Rijk die nu in het Design Museum Den Bosch te zien is, ligt 75 jaar na de bevrijding nog gevoelig. Kun je nazikunst wel op een voetstuk zetten, vragen veel mensen zich af. De Communistische Jongerenbeweging van Nederland (CJB) en de Anti-fascistische oud-verzetsstrijders Nederland (AFVN) vinden van niet: zij hielden tijdens de opening een stil protest tegen de expositie. Ook verschillende Duitse media uitten kritiek op de ‘verheerlijking’ van de nazikunst en zijn bang dat de tentoonstelling een trekpleister voor neonazi’s wordt.
Onterecht en voorbarig, als je het mij vraagt: het Designmuseum heeft zijn uiterste best gedaan om op een verantwoordelijke manier om te gaan met dit ingewikkelde erfgoed dat tegelijkertijd een fascinerend en belangrijk stuk designgeschiedenis vormt.
Aangrijpend
De tentoonstelling begint, na een heldere uitleg over de opzet van de expositie, met een tijdlijn die de geschiedenis van de NSDAP laat zien. Daarop worden belangrijke design-momenten, zoals het aannemen van de swastika als partijsymbool, gemarkeerd. Vervolgens toont een film verschillende voorwerpen die als nazi-design worden aangemerkt, afgewisseld met archiefbeelden en uitleg over het Derde Rijk. De makers van de tentoonstelling – een groot team van experts op het gebied van het Derde Rijk – hebben het begrip ‘design’ breed geïnterpreteerd: huisstijl, architectuur en voorwerpen vallen er allemaal onder, maar bijvoorbeeld ook de verheerlijking van sport en de aanleg van nieuwe, strakke wegen.
Na het bekijken van de film daal je af in verschillende ‘hoofdstukken’, waar vitrines staan met handboeken die uitleg geven over rassenleer, SS-uniformen en gezellige fotoboeken van de Führer in de bergen. Aan de muren hangen vooral propagandaposters. Grootheidswaanzin en een praktische uitvoering van abjecte ideeën wisselen elkaar af. De beelden van massabijeenkomsten zijn eerder intimiderend dan reclame voor het succes van het Derde Rijk. Aangrijpend is de ruimte waarin ontwerpen voor crematoria in concentratiekampen hangen. Op de bordjes met beschrijvingen valt te lezen dat deze ontwerpen later in Auschwitz-Birkenau werkelijkheid zijn geworden, met als aanpassing het vervangen van de lijkenkamers door gaskamers.
Gevolg
De tentoonstelling onderstreept de bepalende rol die design speelde, eerst in de NSDAP en later bij de opkomst van Hitlers fascisme en het Derde Rijk. De krachtige huisstijl, de gelijkschakeling in de beeldende kunsten, de ontwikkeling van producten voor het volk en de Führercultus: allemaal hielpen ze het nazisme haar greep op het Duitse volk te versterken en te consolideren. Dat verhaal is op zich vrij duidelijk, maar als enige kritiekpunt heb ik toch dat de opzet van de tentoonstelling wat rommelig was. Op zich niet gek – het museum wilde waarschijnlijk niet het verwijt krijgen dat het bepaalde aspecten van het Derde Rijk bewust of onbewust was vergeten. Dat heeft tot gevolg dat er zo veel mogelijk in de tentoonstelling is gestopt. Allemaal volledig terecht, maar soms wat overweldigend, en dat bij een thema dat al zo beladen is.
Toch word je pas met je neus op de feiten gedrukt als je weer naar buiten loopt: dan sta je ineens tegenover het monument voor de uit Den Bosch weggevoerde Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Een lange lijst met namen, de concentratiekampen waar zij werden vermoord erbij. Dát is het gevolg van het zo effectieve design van het Derde Rijk, van de doortraptheid waarmee het volk werd verleid zich massaal achter de Führer te scharen. Een les voor de toekomst, en daarom een belangrijke tentoonstelling.
Door Marieke Dwarswaard.
Marieke Dwarswaard (1996) studeerde Geschiedenis (BA) aan de Universiteit Leiden. Momenteel is ze bezig haar Research Master History – Political Culture and National Identities af te ronden, eveneens aan de Universiteit Leiden. Ze houdt zich bezig met de geschiedenis van sociale bewegingen in de twintigste eeuw, in het bijzonder van vrouwenbewegingen. Ze is penningmeester bij Jonge Historici.