Afgelopen zomer was ik in Coimbra (Portugal), een vrij kleine stad, waar men enorm zijn best doet om toeristen ervan te doordringen dat Coimbra een charmante universiteitsstad is waar studenten wetenschap beoefenen. Dat beeld lijkt inderdaad aardig te kloppen, totdat je je buiten het centrum waagt. Daar kom je namelijk terecht in een typische Zuid-Europese provinciestad, met wegen met hard rijdende auto’s, gesloten telefoonwinkels, stoffige koffiebarretjes en onvindbare postkantoren.
City branding heet dat: het neerzetten van een bepaald beeld van een stad om toeristen te trekken. Uiteraard varieert de mate waarin steden dit doen, maar zelfs de kleinste steden doen tegenwoordig een poging om jouw beeld van tevoren en tijdens je bezoek te vormen.
Reconquista
In april was ik op vakantie in Spanje, onder andere in Córdoba, dat eeuwenlang de hoofdstad was van het Córdoba-kalifaat. In Córdoba staat de beroemde Mezquita, een moskee, en in die stad werden de islamitische arts/filosoof Averroës (Ibn Rushd) en de joodse arts/filosoof Maimonides geboren. In de 13e eeuw werd Córdoba door christelijke legers veroverd (de Reconquista) en bij het Spaanse koninkrijk gevoegd. Van de Mezquita werd toen een kathedraal gemaakt. Een paar eeuwen later werd een deel van de vroegere moskee zelfs gesloopt om een koepel bij te bouwen. Ook werden er een koor, een altaar, en een aantal kapellen neergezet. Córdoba werd zo omgetoverd tot een christelijke stad. De islamitische cultuur die er eeuwenlang bloeide werd uit het straatbeeld verdrongen. Omdat de nieuwe christelijke koningen in vergelijking met hun islamitische voorgangers minder open stonden tegenover de Joden, verdween met de Reconquista ook de joodse bloei.
In de tijd van het kalifaat was Córdoba een multiculturele stad geweest. Meerdere culturen kwamen er tot bloei, er werden prachtige gebouwen neergezet en er heerste een wetenschappelijk en filosofisch klimaat om je vingers bij af te likken. In tegenstelling tot in christelijk Europa, werden daar ook de Griekse filosofen bestudeerd.
Een multiculturele stad?
Vandaag de dag hebben de Córdobezen zich gerealiseerd dat het imago van de multiculturele stad wel eens goed zou kunnen liggen bij toeristen. Temeer daar dat imago authentiek zou kunnen zijn: het sluit aan bij de aanwezigheid van de Mezquita en enkele overgebleven Arabische baden. Wie wil, kan eveneens de middeleeuwse synagoge en het joods museum bezoeken, of naar het museum Torre de Calahorra. Daar volgt dan een lofzang op de multiculturele en tolerante geschiedenis van de stad. Om het af te maken vinden we nog standbeelden van Averroës en Maimonides in de oude stad.
![](https://www.jhsg.nl/wp-content/uploads/2019/09/standbeelden.png)
Wat is er mis met deze vorm van city branding? Op zich is het niet verkeerd erop te wijzen dat er in het kalifaat een culturele en wetenschappelijke bloei plaatsvond, van islamitische en joodse cultuur. Het probleem is alleen, wat mij betreft, dat er niet erkend wordt dat men hier tussen pakweg 1240 en 1960 niets van wilde weten. Tot 1865 was er in Spanje een wet die regelde dat niemand met joodse of islamitische voorouders een baan bij de overheid mocht krijgen. De Mezquita werd verbouwd/verminkt tot katholieke kerk. In de Alcázar de los Reyes Cristianos, een fort van christelijke koningen, vinden we ongebreidelde lofzangen op koningin Isabella (1474-1504). Dit zonder erbij te vertellen dat Isabella de joden en moslims uit Spanje had laten verbannen of ze dwong zich te laten bekeren. Het standbeeld van Averroës is uit 1967, toen het internationale toerisme een beetje op gang kwam, en het beeld van Maimonides is uit 1985, een jaar nadat de binnenstad van Córdoba tot UNESCO-werelderfgoed verklaard werd. Mijn aarzeling bij de Córdobese opzet is dus dat het erop lijkt dat het multiculturele imago alleen gebruikt wordt om toeristen te lokken.
Portugal
Het verschil met een aantal Portugese steden, zoals Porto en Lissabon, is frappant. Beide steden hadden een grote en beroemde joodse gemeenschap, waaruit later en elders grootheden zijn voortgekomen zoals Baruch de Spinoza en Uri Coronel. In de stadshistorische musea wordt echter met geen woord gerept over de verdrijving van de joden uit Portugal in de 15e en 16e eeuw. In Lissabon is wel een gedenkteken voor de joden die bij een pogrom omkwamen, maar het joodse museum is vooralsnog alleen digitaal te bezichtigen.
![](https://www.jhsg.nl/wp-content/uploads/2019/09/gedenkteken-Lissabon.jpg)
Ook in populaire geschiedenisboeken wordt de verdrijving van de joden en moslims niet genoemd. Men gaat niet naar Lissabon of Porto voor de belangrijke multiculturele monumenten. Daarom zal een stadsbestuur of ondernemende museumdirecteur niet snel gaan inzetten op de verdwenen joodse gemeenschap uit Portugal. Het draagt niet bij aan de city branding.
Da Costa
Daarom doe ik het zelf maar: Uriel da Costa werd als Gabriel da Costa, crypto-jood, geboren in Porto. Hij studeerde kerkelijk recht in Coimbra (ik vond zijn inschrijving aan de rechtenfaculteit in de universiteitsarchieven), bekeerde zichzelf en zijn familie terug tot het jodendom en vluchtte vervolgens met zijn familie naar Amsterdam en Hamburg, waar hij filosoof en godslasteraar werd, en nogal akelig (zijn zelfmoord lukte in eerste instantie maar half) aan zijn eind kwam.
![](https://www.jhsg.nl/wp-content/uploads/2019/09/inschrijving-Gabriel-da-Costa.jpg)
Door Elisa Rodenburg.
Elisa Rodenburg (1992) studeerde in 2017 af van de onderzoeksmaster geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam met een scriptie over vrouwenroeien in Nederland. Daarvoor schreef ze over joodse sport in Nederland tot 1940 en de Olympische Spelen van 1936.