Herdenkingshysterie en een historische kerstgedachte

Toegeven: het was niet geheel uit eigen initiatief dat ik afgelopen elf november, op Armistice Day, rondliep in Ieper (België). Voor een vanuit de universiteit geregelde rondleiding door het Onderwijsmuseum had ik me, vergezeld door enkele morrende medestudenten, op een onchristelijk tijdstip al gewaagd aan de ruim twee uur durende treinreis van Leuven naar deze van alle Vlaamse steden misschien wel het vaakst aan de Eerste Wereldoorlog gelinkte stad. Het voertuig waarin ik instapte had, zo bleek, evengoed een trein richting Sheffield, Londen of een willekeurige andere Engelse stad kunnen zijn.

In plaats van het zo typische West-Vlaams waren het Engelse dialecten die overal in het  stadshart van Ieper weerklonken. Ik waande me in de Londense City, op een vrijdagmiddag: overal waren grote concentraties Engelsen  met massaal opgespelde poppies zichtbaar, sommigen droegen er wel tien. Daar de ochtendherdenking er inmiddels op zat, sloegen ze de tijd tot de aanvang van de last post bij de Menenpoort op straat stuk met een glas bier in de hand en waren ze verwikkeld in amicale gesprekken. De plaatselijke commercie had handig op ingespeeld op de golf van gelegenheidstoerisme en een van mijn kompanen, zelf een Engelsman, drukte hierover zijn misnoegen uit: ‘I didn’t move to Belgium to eat fucking fish and chips’.

Natuurlijk wist ik hoe de honderdjarige herdenking van de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog het afgelopen jaar heeft geleefd in Engeland en in België.  Ik heb naar alle verhandelingen – ‘colleges’ zoals Mathijs van Nieuwkerk ze zo consequent noemt – van NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch over de Eerste Wereldoorlog in DWDD geluisterd en als amateur-anglofiel lees ik wel eens een artikel op de sites van willekeurig Engelse dagbladen. Het met eigen ogen aanschouwen van de herdenkingshysterie in Ieper was echter een tweede, een getuigenis die gemixte gevoelens bij me opriep. Ik was onder de indruk van de massale loyaliteit die deze Engelsen hadden getoond door af te reizen naar de van symboliek doordrenkte stad Ieper, om daar de honderdste voor hen zo belangrijke Armistice Day mee te maken. Het waren de zo duidelijk zichtbare commerciële anticipatie en die juist massaliteit die zorgden voor een bijsmaak: in mijn ogen vertoonde het laatste de kenmerken van een nationale (media-)hype en wellicht zelfs van een zekere financiële show off van hen die ter plekke waren.

Vandaag is het tijd voor het volgende hoofdstuk uit herdenkingsjaar 2014: het Kerstbestand van 24 december 1914. Deze vertelling mag bekend zijn: aan het hele westfront vond op kerstavond 1914 een niet-geautoriseerde wapenstilstand tussen de Duitse en geallieerde troepen plaats. Door kerstgevoelens geïnitieerde witte vlaggen gingen omhoog en aan beide kanten werden kerstliederen aangeheven: de start van een tijdelijk staakt-het-vuren dat werd ingevuld met potjes voetbal, vanwege taalbarrières onhandige gesprekken en het uitwisselen van geschenken uit onlangs ontvangen overlevingspakketten. De Britse supermarktketen Sainsbury’s lanceerde in aanloop naar dit monumentale herdenkingsmoment alvast een thematische commercial die uiterst controversieel zou blijken; omstreden, zoals in zekere zin het hele herdenkingsjaar stof tot discussie op heeft doen waaien. Enerzijds waren daar zij die vonden dat het korte reclamefilmpje in de stijl van de film Joyeux Noël (2005) prima paste in de – veelal emotionele – uitingen die eerder al waren gegeven tijdens het herdenken van de honderd voorbijgegane jaren sinds de uitbraak van the Great War. Tegenstanders van de reclame waren woest en zagen de commercial als een handige truc van een supermarktketen die de tragiek van de Eerste Wereldoorlog gebruikte om een extra omzet te behalen in de periode rond de feestdagen.

Als een ‘neutrale’ Nederlander  is het natuurlijk gemakkelijker om een middenweg in te nemen in deze discussie en te stellen dat voor beide kanten iets te zeggen valt – daarnaast kan ik me overigens nauwelijks voorstellen dat het ongetwijfeld tot op het bot geïnformeerde PR-team van Sainsbury’s maatschappij-onverschillig was en pure smakeloosheid heeft bedoeld met deze bijdrage aan de gethematiseerde trend van Engelse kerst-reclames. Met hernieuwde  interesse stapte ik de afgelopen maand uit de discussie en verdiepte me nog eens in het feitelijke gegeven van the Christmas Truce.

Een definitieve duiding van het Kerstbestand is moeilijk te geven en gaat wat mij betreft vooral over de vraag hoe diep het vijandschap nu echt zat ingebakken bij de jongemannen in de loopgraven in 1914. Wetenschappelijk onderzoek naar de gebeurtenissen van deze specifieke 24 december heeft enerzijds gesteld dat het uitsluitend de propaganda, en de daaruit voortvloeiende hoge moraal, disciplinering en diepgewortelde haat voor de vijand, was, die ervoor zorgde dat de soldaten aan zowel geallieerde als Duitse zijde de nachtmerrie van de loopgraven in zekere – beperkte – zin konden doorstaan. Aan de andere kant wordt gesteld dat de door propaganda veroorzaakte haat voor de vijand snel verdween in de loopgraven, tijdens het voeren van een oorlog waartegen de gewone soldaten, veelal slechts jonge mannen, niet opgewassen waren. De doorsnee  soldaat zou banger geweest zijn voor zijn eigen commandant en was, zoals we uit de rapporten over desertie en ooggetuigenverslagen weten, zelfs bereid zichzelf te verwonden om  maar niet terug te hoeven keren  naar de frontlinies.

Een onverwachte, maar geen onvoorstelbare, gebeurtenis: volgens mij is het Kerstbestand zo het beste te definiëren. De – tijdelijke – overwinning op een geïndoctrineerd gevoel van haat en rancune jegens een onbekende medemens, die precies honderd jaar geleden  collectief plaatsvond, vind ik zo integer dat ik op het moment van schrijven mijn vingers kruis voor een even persoonlijke en bescheiden honderdjarige herdenking. Dat dit dan toch tenminste niet gekaapt mag worden in een massahysterie.

Ik ben benieuwd wat herdenkingsjaar 2018 ons zal brengen.

Untitled Simone Vermeeren (1991) behaalde haar bachelor Geschiedenis aan de Radboud  Universiteit  Nijmegen  en rondde vervolgens de MA Nieuwste Geschiedenis af aan de Universiteit  van  Amsterdam. Na een jaar  van bezinning besloot ze haar studie te vervolgen in Leuven, België, met de MA European Studies. Haar  Engelandobsessie ontstond tijdens een vierweekse rondreis door Groot-Brittannië en is inmiddels al  ruim tien jaar oud. 

Berichten gemaakt 1281

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven