Jan-Erik Keman: De lat te hoog. Waarom de kiezer ondanks grenzeloze ambities en een ongekende dadendrang begin jaren zeventig toch geen invloed kreeg op de regeringsvorming

Den Haag, 1968. Terwijl de provo’s in Amsterdam de boel op stelten zetten, bleef het aan de Hofvijver rustig. Te rustig, vonden de drie vooruitstrevende partijen. Om de maatschappelijke onvrede een politiek vervolg te geven, pleitten de PvdA, D’66 en PPR voor verregaande politieke veranderingen. De kiezer invloed geven op de regeringsvorming werd daarbij het uitgangspunt. Over het hoe dachten met name de PvdA en D’66 verschillend. Waar de democraten veel van staatsrechtelijke hervormingen verwachtten, was het voor de sociaaldemocraten vooral een partijpolitieke kwestie.

Dat het zonder verregaande samenwerking hoe dan ook niet ging lukken, stond echter als een paal boven water. Daarom sloot men voor de verkiezingen een regeerakkoord en presenteerde men een ministersploeg. Dit onderhandelingsresultaat, ook wel het stembusakkoord genoemd, legde de drie partijen dan ook aan de kiezer voor. Aangezien die het laatste woord moest hebben, kon er na de verkiezingen niet meer over onderhandeld worden.

Het feit dat de drie niet in de buurt van een parlementaire meerderheid kwamen, werd voor het gemak maar even vergeten. Het ging om het signaal. Wie een waarlijk vooruitstrevend Nederland wilde, stemde één van de progressieve partijen, wie reactionair door wilde blijven modderen, deed dat niet. Waarom PvdA-leider den Uyl en D’66-leider van Mierlo zich na de verkiezingen van ’72 toch weer verlaagden tot coalitiebesprekingen, wordt uit de doeken gedaan in deze scriptie.

LEES DE BIJBEHORENDE LONGREAD HIER.

LEES ‘DE LAT TE HOOG. WAAROM DE KIEZER ONDANKS GRENZELOZE AMBITIES EN EEN ONGEKENDE DADENDRANG BEIGN JAREN ZEVENTIG TOCH GEEN INVLOED KREEG OP DE REGERINGSVORMING’ HIER:

 

 

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven