Van 2 december 1956 tot januari 1959 voert een groep toegewijde revolutionairen een bikkelharde guerrillaoorlog in de sierra’s en op het platteland van het Caribische suikereiland Cuba. Het doel van deze guerrilla’s, de zogenaamde ‘Beweging van de 26ste juli’ onder leiding van de Havanese advocaat Fidel Castro, is het omverwerpen van het ‘yankee backed dictatorship’ van Fulgencio Batista en het beëindigen van de Amerikaanse exploitatie van het eiland.
Op zoek naar internationale steun en bescherming zoekt de revolutionaire regering van Fidel Castro contact met de belangrijkste ideologische tegenstanders van de VS, de Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China. Door in te spelen op de rivaliteit tussen deze twee communistische grootmachten, hopen Castro en de zijnen zo veel mogelijk ontwikkelingshulp en steun los te peuteren. Toch probeert het regime van Castro aanvankelijk geen kleur te bekennen, niet alleen om in de ogen van de wereld niet direct als ‘Roden’ te worden weggezet, maar ook om geen stelling te nemen in het onderlinge spanningsveld tussen de Sovjets en de Chinezen. Het enige dat de Cubanen kunnen aanbieden in ruil voor buitenlandse steun is suiker, het belangrijkste exportproduct van het eiland. Suiker, duizenden tonnen suiker waar Castro, vanwege een handelsboycot van de VS, mee in zijn maag zit. Op zoek naar afnemers voor de Cubaanse suiker stuurt Castro, in november 1960, zijn secondant Ernesto ‘Ché’ Guevara, op ‘handelsreis’ naar China. In de Volksrepubliek wordt Guevara met veel egards ontvangen. Na onderonsjes met verschillende Chinese hoogwaardigheidsbekleders, waaronder de Chinese leider Mao Zedong, weet Guevara zijn waar, tegen bijzonder gunstige prijzen, te slijten en de nodige goodwill en steun voor Cuba in de wacht te slepen.
Tal van signalen lijken uit te wijzen dat in geen geval sprake is geweest van een ‘normale’ handelsovereenkomst, maar dat de Chinees-Cubaanse suikerdeal van 1960 voor beide partijen diende als middel om diplomatieke betrekkingen aan te knopen.
EERST DE LONGREAD LEZEN? DEZE VIND JE HIER.
http://issuu.com/jongehistorici/docs/43_job_hoogenboom?e=3845706/31609219