Tijdens de Joegoslavische oorlogen van 1991 tot en met 1999 zijn Servische paramilitaire groepen herhaaldelijk ingezet voor de uitvoering van oorlogsmisdaden. Naar verluidt opereerden ze op orders van de Servische geheime dienst, welke tevens verantwoordelijk was voor de organisatie van de groepen. In dit stuk wordt onderzocht hoe deze groepen werden ingezet en met welk doel. De Servische overheid streef een ethnisch homogene Servische staat na. Voor de oprichting hiervan moesten regionen die door de Serven waren geclaimed ethnisch gezuiverd worden. Met de internationale gemeenschap op zijn nek, moest de president van Servië, Slobodan Milosevic, manieren vinden om verantwoordelijkheid voor deze misdaden te ontlopen. In dit stuk wordt beargumenteerd dat het vanuit dit motief is, dat de Servische paramilitaire groepen in het leven geroepen zijn.
LEES ‘OUTCOURCING GENOCIDE’ HIER: