Jonge Historici oordeelt: de Libris Geschiedenis Prijs 2017 – Het verboden boek

‘I have never been able to dislike Hitler’, schreef George Orwell in 1940 in zijn bespreking van Mein Kampf. Zelfs de Britse schrijver, die overtuigd antifascist was, moest toegeven dat er ‘something deeply appealing about him’ was. In Het verboden boek probeert Ewoud Kieft te achterhalen waar deze aantrekkingskracht in school.

Volgens historicus Kieft wordt de confrontatie met Mein Kampf en Hitlers denkbeelden ten onrechte uit de weg gegaan. Mensen bagatelliseren het boek als het geraaskal van een waanzinnige of demoniseren het door te beweren dat het een gevaarlijk boek is, dat ‘onbeheersbare onderbuikgevoelens kan losmaken.’ In beide gevallen is het gevolg dat het denken van Hitler niet op het eigen handelen betrokken wordt. En dat wringt volgens Kieft, omdat miljoenen mensen zich lieten meeslepen door het nationaalsocialistische gedachtengoed.

Loopgraven
Om de aantrekkingskracht van Hitlers denkbeelden te begrijpen, is het volgens Kieft noodzakelijk zijn ideeën in de context van hun tijd te plaatsen. Een context die zich het beste laat omschrijven als ‘de impact van de Eerste Wereldoorlog’. Het is veelzeggend dat sommige historici niet van de Eerste en Tweede Wereldoorlog spreken, maar deze periode de Dertigjarige (Burger)oorlog noemen, waar iets voor te zeggen valt. Staatsgrepen, politieke moorden en straatgevechten wisselden elkaar af en honger en hyperinflatie zorgden voor grote ellende.

In Duitsland en de andere verliezerslanden van de Grote Oorlog speelde bovendien mee dat vier jaar oorlogsontberingen niets opgeleverd hadden buiten het ‘dictaat’ van Versailles. Kieft laat zien dat de jonge korporaal Hitler ook gedesillusioneerd terugkeerde van het front – waar hij als koerier een redelijk veilige functie had. Ook hij was gegrepen geweest door het ‘oorlogsenthousiasme’ (het onderwerp van Kiefts vorige voor de Libris Geschiedenis Prijs genomineerde boek) en gaf hoog op van de camaraderie in de loopgraven.

Dolkstootlegende
Dat de oorlog verloren werd, was dan ook traumatisch voor hem en vele Duitsers. De dolkstootlegende, die in nationalistische kringen rondwaarde, hielp daarbij niet. Volgens deze complottheorie had de sociaaldemocratische regering het leger verraden door de overgave te tekenen terwijl de militaire overwinning nabij was. De nederlaag was dus zowel te vermijden geweest als het resultaat van ‘on-Duitse’ verraders: de socialisten, maar ook het internationale kapitalisme en de Joden.

Kieft laat zien hoe Hitler een verhaal construeerde waarin de oorlog een periode van ontbering was, die een hoger doel diende. Uit de nederlaag zou een nieuw begin groeien. Dit verlossingselement zorgde ervoor dat de oorlog niet langer als totaal zinloos verscheen, maar een nationaal ontwaken inluidde. Kieft argumenteert hierbij in lijn met de historiografische trend van begin deze eeuw om het nationaalsocialisme als politieke religie te zien.

Handboek voor populisten
In zijn analyse van Hitlers boek houdt Kieft zich niet zozeer bezig met diens theoretische verhandelingen over ‘Volk’ en ‘Ras’, maar met de mechanismen van het boek. Hij wordt hierbij geholpen doordat Hitler opvallend openhartig is over zijn propagandatechnieken. Zo schrijft Hitler over zijn vasthouden aan het partijprogramma uit 1920, dat ondanks de gedateerdheid van sommige van de daar genoemde punten, het een fout zou zijn ze aan te passen, ‘want hoe wil men mensen vervullen met blind geloof in de juistheid van een leer, wanneer men zelf voortdurend veranderingen aanbrengt’. Hitler beschrijft hoe hij dit afkeek van de manier waarop de katholieke kerk met haar dogmata omgaat.

Het is onmogelijk om tijdens het lezen van Het verboden boek de parallellen met (de analyse van) het hedendaagse populisme niet op te merken. Wij-zij-denken, de angst voor vreemdelingen en de ander, complottheorieën, het land dat van de elite afgepakt moet worden en teruggegeven aan het volk, het consequent innemen van de underdogpositie en een gesloten wereldbeeld waaraan feiten ondergeschikt zijn komen allemaal voorbij. Evenwel waarschuwt Kieft voor gemakzuchtige nazi-vergelijkingen, of het nu om IS-fundamentalisten of rechtse populisten gaat. Niettemin fungeert zijn boek als waarschuwing voor de menselijke vatbaarheid voor strijdretoriek als die van Hitler

Besluit
Met een Duitse editie in de winkels en de eerste Nederlandse vertaling sinds 1939 in aantocht, is Het verboden boek een welkom begeleidschrift. Kieft schrijft helder en meeslepend en schuwt persoonlijke ontboezemingen niet, wat zijn boodschap zeggingskracht verleent. Hij voert bovendien een hoop boeiende contemporaine bronnen op, hoewel in een enkel geval de referenties wat summier zijn. Met name de ontvangst van Mein Kampf in de Duitse kranten zorgt voor een interessant lectuur.

Toch blijft het uiteindelijk een beetje de vraag of de aantrekkingskracht van Mein Kampf afdoende verklaard is. Het eindpunt van de historische verhandeling van Kieft is de publicatie van het boek, maar daarna zou het nog twintig jaar lang verspreid worden. En was het boek populair omwille van de inhoud of werd het gekocht omdat Hitler de auteur was? Ook blijft het gissen in hoeverre het boek, dat volgens Kieft te snel als ‘onleesbaar’ wordt weggezet, werd gelezen. Hoewel dit er misschien niet écht toe doet. Ook via toespraken, pamfletten en de partijkrant kwam het publiek in aanraking met de ideeën van Hitler. Misschien had Mein Kampf toen, net als nu, vooral een symbolische functie. Het is goed dat Ewoud Kieft daar voorbij heeft gekeken.

Door Koen Smilde

Koen Smilde (1985) studeerde geschiedenis in Rotterdam, Wenen en Amsterdam. Momenteel legt hij de laatste hand aan zijn researchmasterscriptie. Zijn interesse gaat onder meer uit naar de twee totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw en de omgang met hun erfenis

Berichten gemaakt 1256

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven