Dracula van Bram Stoker (1847-1912) is één van de meest gelezen Victoriaanse griezelverhalen aller tijden. Dracula en de Bijbel zijn zelfs de enige boeken die altijd opnieuw gedrukt zijn sinds de eerste druk. Het boek vormt de basis van ons beeld van de klassieke vampier. Een lange, oudere man van adel, woonachtig in een aftakelend kasteel die monsterlijk sluw is, maar veel herkenbare menselijke emoties toont. Stoker bedacht deze persoon echter niet zelf. Hij leende kenmerken van historische figuren en hoofdpersonen uit andere literatuur. Daarnaast liet hij zich inspireren door antisemitische en antislavische vooroordelen uit zijn tijd.[1] Hoe combineerde Stoker dit tot een geloofwaardige vampier? Wat maakte het verschil? Wat waren de inspiratiebronnen van Bram Stoker die Dracula tot een succes maakten, terwijl hij zijn graaf Dracula verre van zelf bedacht had?
Antisemitisme
Wat betreft het antisemitisme is Stoker geen vreemde eend in de bijt. Door Russische pogroms ontstond tijdens Stokers leven een grote immigrantenstroom van Oost-Europese joden richting Groot-Brittannië. Op deze immigranten werd sterk neergekeken, omdat ze uit een minder ontwikkelde regio afkomstig waren. Veel hoofdpersonen, en met name schurken, uit boeken kregen van hun bedenkers joodse trekken zodat de boeken beter verkochten. De lezers konden zich herkennen in de anti-joodse sentimenten omdat ze die vooroordelen deelden.[2]
Vrij letterlijk wordt er in Dracula melding gemaakt van de negatieve aspecten van joden. Zo maakt één van de hoofdpersonen de opmerking dat het huis van graaf Dracula in Londen stinkt naar Jeruzalem.[3] Daarnaast zijn er de uiterlijke kenmerken. De graaf wordt omschreven zoals de jood in antisemitische propaganda uit die tijd wordt omschreven. De graaf heeft een sterk gezicht met een lange dunne neus en grote donkere wenkbrauwen. Hij gaat bovendien middenin de joodse gemeenschap van Londen wonen.[4]
De joodse kenmerken van de graaf kun je op verschillende manieren interpreteren. Eén optie is dat de angst voor joodse vluchtelingen over zou slaan op de figuur Dracula in het boek. Zo zouden de griezelaspecten van Dracula gemakkelijker angst inboezemen. Een andere interpretatie is dat Bram Stoker slechts literaire aspecten van schrijvers uit zijn tijd leende, zonder daarbij bewust angst in te willen boezemen. Daarnaast zou gesteld kunnen worden dat Stoker zelf de vooroordelen uit zijn tijd deelde en deze onbewust aan zijn horrorfiguur toeschreef. Waarschijnlijk komt het antisemitisme in Dracula voort uit een mengvorm van de eerste twee opties. Er wordt namelijk te letterlijk, en vooral negatief, omschreven dat Dracula joodse trekken heeft. Antisemitisme speelt dus duidelijk een rol als inspiratiebron voor Dracula.
Antislavisme
In Stokers tijd waren Groot-Brittannië en Rusland grootmachten in het Europese politieke spectrum. In die rol waren ze concurrenten van elkaar. Propaganda in beide landen richtte zich dan ook op elkaar. In Groot-Brittannië stond propaganda rondom de Russische tsaar centraal in de publieke opinievorming wat betreft Rusland. De beeldvorming rondom de tsaar doet sterk denken aan de figuur Dracula. Verhalen dat de Russische tsaar zou kunnen veranderen in vleermuizen of wolven waren niet vreemd. Daarnaast was er veel propaganda die zich tegen de zigeuners keerde. Zij steunden het Russische tsarisme. Deze beeldvorming richtte zich, evenals Stoker in zijn horrorverhaal, ook op historische Russische vorsten. Zij hadden de meest bloederige reputaties.[5]
Ivan de Verschrikkelijke (1530-1584) en Vlad Tepes (1431-1476), twee Oost-Europese vorsten met de reputatie van massamoordenaars, zijn de belangrijkste historische inspiraties geweest voor Dracula. Hier komt het verhaal van de houten staak vandaan en de afkeer van christelijke tekens zoals wijwater en kruisen. Dat zijn zaken die we tegenwoordig in één adem noemen met de vampier. Het zijn namelijk manieren om ze uit te kunnen schakelen.[6] Niet alleen de geschiedenis en de bestaande beeldvorming zijn echter te benoemen als antislavische inspiratie voor Dracula. Bram Stoker had een broer die arts was tijdens de Turks-Russische oorlog van 1876. De verhalen die hij bij thuiskomst aan zijn broer vertelde speelden ongetwijfeld een rol bij het schrijven van Dracula. Zijn broer vertelde verhalen over de verkrachting van vele Turkse vrouwen door de Russische troepen. Laat Dracula nu net het gezelschap en het bloed van jonge vrouwen prefereren, en het liefste in een setting waarin hij hen domineert of zelfs bezit.[7] Dracula, en met name de figuur graaf Dracula, omvat dus duidelijk de antislavische sentimenten die in Stokers tijd in Groot-Brittannië dominant waren.
Literaire traditie
De figuur Dracula is echter niet samen te vatten als een collectie vooroordelen en historische interesses van de schrijver. Elke schrijver werkt namelijk verder op de literaire traditie van zijn vakgebied. In Stokers geval hebben we het dan over Victoriaanse griezelverhalen. Scherper gesteld bestond er in zijn tijd zelfs al een ware vampierverhaaltraditie. Het is daarom belangrijk deze vampierverhaaltraditie uiteen te zetten, om te begrijpen hoe iemand geïnspireerd wordt tot een dergelijk toonaangevend griezelverhaal.
Elke cultuur heeft traditiegetrouw een relatie met vampierverhalen. Elk vampierverhaal is namelijk een reactie op sociale, economische of politieke omstandigheden. De antislavische en antisemitische sentimenten die hiervoor genoemd werden zijn als dusdanige sociale en politieke omstandigheden goed te begrijpen. De folkloristische vampierfiguur, maar ook graaf Dracula, moet dus begrepen worden als een historische ruimte waarin angsten of wensen van het publiek of de schrijver losgelaten konden worden. In de loop van de achttiende eeuw ontstijgt uit veel verschillende folkloristische verhalen een vampierfiguur die in verschillende nieuwe verhalen dezelfde kenmerken heeft.[8]
Vampierverhalen waren dus al in de achttiende eeuw een mengelmoes geworden van reisverhalen, vroege folklore en andere horrorverhalen. Precies zoals Dracula dat ook is. Eén van de eerste schrijvers die deze combinatie in één verhaal combineerde, is John Polidori in 1819. Hij wist de klassieke kenmerken van levende doden te combineren met de decadentie van een aristocraat. De hoofdpersonen in dit boek, The Vampyre, reizen bovendien heel Europa door, zoals ook in Dracula het geval is. The Vampyre werd de inspiratiebron voor veel andere werken, zoals Dracula dat later op zijn beurt ook zou zijn. De vampier werd een aristocratische, ietwat wereldvreemde, intelligente en erotisch geladen figuur. Het oosten van Europa werd ook al gebruikt als regio waar de vampier vandaan kwam. Oostenrijk en Griekenland waren de belangrijkste landen van herkomst van de vampier.[9]
In dezelfde periode schreef James Malcolm Rymer Varney the Vampire. Kinderlijk als de titel klinkt, speelt het zich af in Stiermarken, Oostenrijk. Wederom gaat het om een aristocratische vampier met sterke erotiserende elementen.[10] Vampiers worden in deze tijd omschreven als lange bleke figuren met extreem witte tanden en donkere kleding. Aspecten die ook door Stoker herhaaldelijk worden genoemd.[11] Het enige waar Dracula afwijkt van werken uit dezelfde tijd is dat het niet in Oostenrijk of Griekenland speelt. Stoker is de enige in zijn tijd die melding maakt van een vampier uit de Balkan.
Stoker leende niet alleen van vampierverhalen. In bredere zin leende hij van tijdgenoten als Oscar Wilde en Robert Louis Stevenson, bekend van respectievelijk The Picture of Dorian Grey en Dr. Jekyll and Mr. Hyde. De thema’s die Stoker gebruikt uit deze werken draaien om wraak, dominantie en macht. Daarnaast voegde Stoker veel elementen van verleiding toe die in de Victoriaanse tijd niet konden ontbreken in een boek.[12] Stoker voegt uiteindelijk maar weinig toe aan graaf Dracula wat niet al toegevoegd was aan vampiers door andere auteurs. Het ontbreken van een schaduw en spiegelbeeld is eigenlijk het enige wat niet terug te voeren is op folklore of eerdere vampierverhalen.[13]
Conclusie
De figuur Dracula is ontstaan uit vooroordelen uit Stokers tijd. Dat is niet gek, het is zelfs heel begrijpelijk. Uiteindelijk is de figuur Dracula echter geen creatieve nieuwe vampier. Maar wat maakt het boek Dracula dan toch zo succesvol, terwijl velen van ons nog nooit gehoord hebben van Polidori´s The Vampyre en Rymers Varney the Vampyre? De omschrijving van de figuur Dracula is namelijk exact de omschrijving die andere auteurs ook al gaven van vampiers. De eerste keer dat Dracula bijvoorbeeld genoemd wordt in Dracula wordt hij als volgt omschreven: “A tall old man, clean shaven save for a long white moustache, and clad in black from head to foot without a single speck of color about him anywhere.”[14]
Het enige wat nieuw is aan deze omschrijving is de snor, en om eerlijk te zijn is het te kort door de bocht om te stellen dat een snor het verschil kan zijn tussen een succesvol boek als Dracula en een al lang vergeten verhaal als The Vampyre. Toch keken de vroege horrorfilmmakers en latere boekenschrijvers vooral naar Stoker als het gaat om hoe je een vampier moest neerzetten. Misschien omdat Stoker het meest complete beeld gaf, of een beeld dat het gemakkelijkst visueel over te brengen was, of misschien was het wel omdat Stoker het simpelweg het best omschreven had. Dat laatste lijkt overigens onmogelijk, aangezien het boek in zijn eigen tijd maar mondjesmaat verkocht werd. Hij kon er niet van rondkomen.
Desondanks werd Stokers graaf Dracula de norm voor alle vampiers van latere tijden. Dracula is daardoor niet alleen interessant omdat het beeldvorming uit die tijd van de Balkan goed weergeeft, of van antisemitische sentimenten. Dracula is ook interessant omdat het door veel mensen gezien wordt als het begin van de klassieke vampier. Stoker heeft zijn klassieke vampier echter bij elkaar geknipt en geplakt. Antisemitische en antislavische vooroordelen uit Stokers tijd, samengevoegd met de literaire traditie omtrent vampiers, vormen blijkbaar een bijzonder geloofwaardige vampier.
LEES HIER DE SCRIPTIE WAAROP DEZE LONGREAD GEBASEERD IS!
WIL JIJ OOK JE SCRIPTIE PUBLICEREN EN EEN LONGREAD SCHRIJVEN? STUUR DAN NU JE STUK OP!
NOTEN:
[1] C. Leatherdale, Dracula: The Novel and the Legend (Wellingborough 1985) 101-105.
[2] J. E. Browning en C. J. Picart, ‘Introduction: Documenting Dracula and Global Identities in Film, Literature and Anime’ in J. E. Browning en C. J. Picart (eds.), Draculas, Vampires and other Undead Forms: Essays on Gender, Race and Culture (New York 2009) ix-xxii, aldaar xiv. J. Cain, ‘Racism and the Vampire: The Anti-Slavic Premise of Bram Stoker’s Dracula’ in J. E. Browning en C. J. Picart (eds.), Draculas, Vampires and other Undead Forms: Essays on Gender, Race and Culture (New York 2009) 127-135, aldaar 127-129.
[3] L. S. Klinger, The New Annotated Dracula (New York 2008) 326.
[4] Browning en Picart, xiv. Cain: 127-129.
[5] Leatherdale, 101-105.
[6] Ibidem.
[7] C. Frayling, Vampyres: Lord Byron to Count Dracula (Londen 1992) 345. Cain, 129-133.
[8] S. Lucendo, ‘Return Ticket to Transylvania: Relations between Historical Reality and Vampire Fiction’ in J. E. Browning en C. J. Picart (eds.), Draculas, Vampires and other Undead Forms: Essays on Gender, Race and Culture (New York 2009) 115-127, aldaar 115. Klinger, 570-571.
[9] M. Beresford, From Demons to Dracula: The Creation of the Modern Vampire Myth (Londen 2008) 116-118.
[10] Idem, 120-122.
[11] Klinger, xxviii-xxx.
[12] Leatherdale, 53-54. Browning, x.
[13] Klinger, 572-573.
[14] Ibidem, 42.