Longread: Jacqueline Reeuwijk, ‘Uncle Sam invites you to be his guest’

Reeuwijk 1Afbeelding 1.1

De zomermaanden liggen achter ons en voor velen zit de vakantieperiode er alweer op. Sommige van ons kruipen nu juist achter de computer en struinen het internet af op zoek naar die goedkope tickets voor het laatste restje zomerzon. Anderen kijken alweer verlekkerd naar de bookingsites voor de wintersport, of plannen online die gedroomde verre reis. Tegenwoordig zijn we nog maar één klik verwijderd van een leuke vakantie. Hoe ging dat eigenlijk in de negentiende eeuw? Wat stond er toen in de reisgidsen en brochures? Met welke slogans werd de negentiende-eeuwse toerist naar een vakantiebestemming getrokken? Met deze, en andere vragen, heb ik mij een aantal maanden verdiept in de geschiedenis en ontwikkeling van het toerisme in de negentiende en twintigste eeuw.

Tijdens het semester raakte ik steeds meer geïnteresseerd in de connectie tussen toerisme en nationale identiteit. Op welke manier ‘verkoopt’ een land zich aan bezoekers uit binnen- en buitenland? Zijn er sterke nationalistische elementen aanwezig in brochures of is er in de reisfolders nauwelijks aandacht voor zoiets als een nationale identiteit? Marguerite S. Shaffer geldt als een expert op het gebied van toerisme en nationale identiteit. Zij heeft interessante artikelen geschreven over de driehoeksverhouding tussen binnenlands toerisme in Amerika, de overweldigende natuur in de Nationale Parken en de vorming van een nationale identiteit. De artikelen: Seeing the nature of America: The national parks as national assets, 1914 – 1929 en Negotiating national identity: Western tourism and the See America First idea zijn slechts twee voorbeelden waarin Shaffer haar bijzondere onderzoek uiteenzet.

In de artikelen van Shaffer komt naar voren dat de factoren ‘natuur’ en ‘(binnenlands) toerisme’ een grote rol spelen bij de ontwikkeling van een nationale identiteit in Amerika. Deze trend dat landschap en nationale identiteit met elkaar verweven raakten, leefde vooral eind negentiende en begin twintigste eeuw. Ik werd nieuwsgierig of deze link ook terug te vinden is in toeristenbrochures die bestemd waren voor de binnenlandse toeristen. Op welke manier werden Amerikanen bijvoorbeeld enthousiast gemaakt voor een tripje in eigen land? En werd bij deze campagnes ook ingespeeld op het nationaal besef van deze groep toeristen? Mijn archiefonderzoek naar de folders en brochures over Yellowstone National Park heeft een hoop merkwaardige vondsten opgeleverd. In dit stuk zal ik een klein voorproefje geven van de bijzondere uitspraken, de opmerkelijke reisadviezen en de mooie beelden die ik tijdens mijn onderzoek ben tegengekomen.

Ik stuitte in de folder Yellowstone National Park uit 1922 bijvoorbeeld op een voorwoord van Albert B. Fall, de toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken. Hij wond er geen doekjes om dat de indrukwekkende natuur in de nationale parken een inspiratiebron zou moeten zijn voor de Amerikaanse nationale identiteit. Om dit duidelijk te maken richtte hij zich in de brochure direct tot het Amerikaanse volk:

To the American people:
Nature has richly endowed our land with scenery that not only is comparable to the best elsewhere, but far surpasses in scope and character what foreign countries can offer. These choice places – our national parks – have been reserved for you , that you and your children after you may know and enjoy these unspoiled bits of native America. […] These are the playgrounds of the people. They are for you. To see and know them is to make more real your love and admiration for America. Uncle Sam invites you to be his guest.[1]

Reeuwijk 2Afbeelding 1.2: Voorkant Yellowstone National Park 1922

Zie dit eens voor je in een Nederlandse context, dat de Minister van Binnenlandse Zaken ons op deze manier zou toespreken in een brochure over de Hoge Veluwe. Dat is niet voor te stellen, toch?

De jonge Amerikaanse natie zocht in deze periode naar wegen om het gebrek aan historie en cultuur ten opzichte van Europa te compenseren. In de negentiende eeuw lieten veel Amerikanen het eigen achterland links liggen en boekten zij liever een reis naar het inspirerende en goed bereikbare Europa. Massaal trok men naar de ‘Oude Wereld’ voor een vakantie waarin het ervaren van eeuwenoude culturen bovenaan het verlanglijstje stond. Men bezocht de historische kastelen in Schotland, liep door de eeuwenoude straten van Rome en beleefde de haute-cuisine in Frankrijk. Per jaar vloeide hierdoor meer dan 150 miljoen dollar het land uit. Met verschillende campagnes en flinke investeringen in de infrastructuur naar het westen werd geprobeerd om de Amerikaanse burger te ‘bekeren’ tot het toerisme in eigen land.

Yellowstone was het eerste officiële gebied dat door de regering werd ‘gereserveerd’ ten behoeve van het Amerikaanse volk. Op 1 maart 1872 werd de Act of Yellowstone getekend waardoor de bestemming van 2.142.270 hectare grond in de staat Wyoming veranderde. Dit bijzondere gebied met waterspuwende geisers, machtige vulkanen en duizelingwekkende ravijnen werd door de regering ‘apart gezet’. Zo werd het land niet verkocht, werden er geen nederzetting geplaatst en zou het land niet bewoond worden. [2] De bereikbaarheid van het park liet alleen nog te wensen over. Pas na 1900 werd het beter toegankelijk, mede door de nieuwe spoorlijn die de bewoonde oostkust verbond met het onherbergzame westen. Daarnaast werd een omvangrijk wegennet binnen het park aangelegd en werden verschillende hotels en eetgelegenheden gebouwd. Yellowstone veranderde binnen korte tijd van een onherbergzaam gebied in een toeristische trekpleister waar honderdduizenden Amerikanen per jaar naartoe trokken om te recreëren en hun ogen de kost te geven aan het overweldigende natuurschoon.

Het succes van Yellowstone National Park is mede te danken aan de See America First-campagne uit 1906. Dit was het eerste grote initiatief om de stroom Amerikaanse toeristen naar Europa te enthousiasmeren om tijdens de vakantie het eigen binnenland te bezoeken. De Amerikaanse burger moest ervaren wat voor wonderen het eigen land te bieden had. Dit mochten dan wel geen eeuwenoude ruïnes of hoogstaande kunst zijn, maar het natuurschoon in het westen van Amerika was ongeëvenaard. De See America First-campagne die door Fisher Harris in het begin van de twintigste eeuw werd opgezet, omvatte krantenartikelen in landelijke media, lesprogramma’s op scholen en zelfs de overheid droeg haar steentje bij. Er werden bijvoorbeeld spoorwegen aangelegd richting het binnenland en het wegennet naar het westen werd verbeterd. Daarnaast bracht de regering een bijna 250 pagina’s tellende folder uit met een beschrijving van de nationale parken. Het doel van de National Park Portfolio was: “to present to the people of this country a panorama of our principal national parks.”[3]

Reeuwijk 31 Voorkant van National Parks Portfolio

In bijna alle brochures die aan het begin van de twintigste eeuw gepubliceerd zijn, kwam ik vurig geschreven introducties tegen waarin de link tussen natuur en nationale identiteit onmiskenbaar aanwezig was. Emerson Hough, de schrijver van de folder Yellowstone National Park, laat bijvoorbeeld in de introductie weten dat de parken: “are sections of the old American wildness preserved practically unchanged. […] They feed the spirit, the soul, the character of America.”[4] Het lijkt erop dat een bezoek aan de parken een onderdeel wordt van het Amerikaans staatsburgerschap.

Zoals hierboven te zien is, noemt Hough de natuur in de nationale parken “practically unchanged”. Dit is dubieus, want tegelijkertijd worden de technologische vernieuwingen binnen het park ook met trots beschreven door verschillende brochures. Yellowstone wordt aan de ene kant door folders aangeduid als ‘Wonderland’ en ‘Nature’s Masterpiece’, maar tegelijkertijd worden de wegen, tunnels en betonnen bruggen in het park ook gezien als een attractie. Natuurbehoud speelde in de negentiende eeuw dus geen primaire rol. Het enthousiasme voor bouwwerken in het park benadrukt juist het menselijk overwicht over de natuur.

Reeuwijk vierAfbeelding 1.4: Nieuwe brug in Yellowstone wordt gepresenteerd in de toeristenfolders

De scheidslijn tussen ongerepte en gecultiveerde natuur was in Amerika rond de eeuwwisseling dus erg dun. In de folder The land of geysers Yellowstone Park season 1906: A little booklet telling about Yellowstone National Park, “Wonderland of the World” kwam ik hier tijdens het onderzoek een treffend voorbeeld van tegen. Een van de toeristische trekpleisters in Yellowstone zijn de grizzlyberen, toeristen wilde deze dieren graag van dichtbij bewonderen. Trots adverteren de brochures dat men deze wilde beesten ’s avonds na het diner kan zien, terwijl zij uit de vuilnisbakken van de hotels eten…[5] Dit zou nu niet meer het ideaalplaatje zijn waarmee reisbureaus adverteren als het gaat om het beleven van ‘wilde natuur.’

Reeuwijk 5Afbeelding 1.5: Het ‘berenbanket’

Terugkomend op de intrigerende relatie tussen natuur en nationale identiteit, wil ik het einde van Hough’s introductie zeker even noemen. De overtuiging en passie waarmee deze man het idee overbrengt dat de natuur een onderdeel is van de Amerikaanse nationale identiteit, is bewonderenswaardig. Mede door dit citaat ben ik op het idee gekomen om verder onderzoek te doen naar de rol van natuur bij de vorming van een Amerikaanse nationale identiteit. Hough was nauw betrokken bij de totstandkoming van de nationale parken in Amerika en sluit zijn introductie in Yellowstone National Park (1922) af met de woorden:

I know the Yellowstone – why should I not, who have seen its last corners, summer and winter?[…] I know it and I love it all. So will you love it when you know it. And you ought to know it. That is part of your education as an American, as well as one of you American privileges in pleasuring. Thank God, you Americans, that Yellowstone is now and ever shall be – your own! Thank God that there you still can see a part of the old West – your own West – as it was in the Beginning![6]

In het paper Landschap: van nature Amerikaans staan meer interessante bevindingen over dit onderwerp en wordt de fascinerende connectie tussen mens en natuur in Amerika verder uitgediept.


LEES HIER HET PAPER WAAROP DEZE LONGREAD GEBASEERD IS !


Voetnoten:

[1] E. Hough, Yellowstone National Park, Northern Pacific Railway Company (Minnesota 1922) 2.

[2] Ross-Bryant, Pilgrimage to the national parks, 52.

[3] R.S. Yard, The National Parks portfolio, United States Department of the Interior (Washington 1916) 12.

[4] Hough, Yellowstone National Park 1922, 1.

[5] Cleland, A.M, The land of geysers Yellowstone Park season 1906: A little booklet telling about Yellowstone National Park, “Wonderland of the World”, Northern Pacific Railway Company (Minnesota 1906).

[6] Hough, Yellowstone National Park 1922, 3.

Illustraties

2 Wheeler, O.D., Wonderland 1906, Northern Pacific Railway Company (Minnesota
1906).

3 Hough, E., Yellowstone National Park, Northern Pacific Railway Company
(Minnesota 1922).

1 Yard, R.S., The National Parks portfolio, United States Department of the Interior
(Washington 1916).

5 Wheeler, O.D., Wonderland 1905, Northern Pacific Railway Company
(Minnesota 1905).

6 Escorted tours to Yellowstone Park via Gardiner Gateway original and Northern
entrance, Burlington&Quincy Railroad Company en Northern Pacific Railway
Company (Chicago 1914)

  1. 3
  2. 1
  3. 2
  4. 3
  5. 4
  6. 5
Berichten gemaakt 1236

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven