Onze man in Buenos Aires: De ogen van Columbus

Soms verbeeld ik me Columbus te zijn, die dacht te bezoeken wat op de kaart lag maar in feite nieuw land ontdekte. Zijn coördinaten lieten hem in de steek. Mijn coördinaten heb ik overboord gegooid zodra ik in Buenos Aires landde. Als je me vraagt wat een grote mythe van nu is, waar we misschien elke dag wel even naar kijken en in ieder geval onze gedachten in laten opgroeien, dan zou ik zeggen: de wereldkaart met haar landsgrenzen. Dit lijntje hier en dat lijntje daar, die zijn ooit met potlood en liniaal getekend door een handjevol mensen rondom tekentafels. Zij zijn allang overleden, maar sindsdien leven we in hun gedachte van de wereld voort. Waarom? Geen flauw idee.

Het moment dat je je dat bij een gedachte realiseert, dat een gedachte van vroeger een realiteit voor je is maar niet weet waarom je er nu zelf voor zou kiezen, is het moment dat je er niet meer in gelooft. Wanneer dat bij genoeg mensen gebeurt dan wordt de wereld ook echt anders ingericht, dat is dan een realiteitsverschuiving. Voor de mensen in Buenos Aires is Argentinië nooit realiteit geworden.

Toch wordt er in de hoofdstad van alles aan gedaan om nieuwkomers en bewoners van de natie te overtuigen, en het resultaat is niet zoals het is bedoeld. Nieuwkomers in Buenos Aires komen aan op station Retiro. Het eerste dat je groet zodra je het station verlaat, zijn de mensen die niet verder zijn gekomen dan toen ze vanuit het achterland aankwamen: de mensen van de sloppenwijken rondom het station, zij verkopen nu eten aan de reizigers. Pal voor het station staat een toren die ooit door Groot-Brittannië is geschonken (1916), en op hetzelfde plein ligt het monument ter nagedachtenis aan de gevallenen van de verloren Falklandoorlog tegen Groot-Brittannië (1982). De ongemakkelijkheid is dat de Argentijnse vlag van het monument lager wappert dan dat de Britse klok luidt. De weg die de meeste mensen vanuit het station nemen geleidt hen tussen beide monumenten en vandaar naar de hoofdweg van Buenos Aires, de Avenida 9 de Julio. Vernoemd naar de dag dat in 1816 de onafhankelijkheid van Argentinië werd uitgeroepen. Hier komt al het verkeer van de stad op uit. Vanuit de bus glijden aan weerszijden onopvallende beeldhouwwerken van Argentijnse provincies of helden aan je voorbij. Op dezelfde manier passeer je straten die belangrijke namen dragen: Santa Fe, Belgrano, Independencia. De stad is als een schaakbord aangelegd, en net als een geschiedenisverhaal probeert ook hier het stratenpatroon een samenhang tussen de mensen en de gebeurtenissen te creëren. In het centrum van dit schaakbord ligt een rotonde, waarop het monument ter ere van de vierhonderdste verjaardag van de stad staat: de Obelisco op de Avenida 9 de Julio.
Nu zou ik kunnen herhalen wat de obelisk altijd al is geweest, dat het bijvoorbeeld in 1936 is gebouwd en 71,5 meter hoog is, maar als monument ter ere van de stad betekent het niets zonder de mensen die aan de voet ervan leven. Mensen die afzonderlijk van elkaar vanuit hun geboortestreek naar Buenos Aires zijn gelopen en hier de stad recyclen. Uit heel de stad verzamelen ze er materiaal dat is afgedankt of dat leeft, om er iets breekbaars van te maken. De sprinkhaanmaker uit de Argentijnse pampa’s loopt ’s nachts kilometers naar het ecologisch reservaat om daar in palmbomen te klimmen en haar bladeren te plukken. Hij vertelt me over de Braziliaanse leerbewerkers en de op LSD trippende Falkland-veteraan naast ons. De oorlog met Groot-Brittannië had hem gek gemaakt, zoals zo veel van deze veteranen bij terugkomst. Van tevoren was ik vaak gewaarschuwd voor hen, maar hij deed geen vlieg kwaad, hij maakte spinnen van ijzer. Rondom de obelisk is het een eilandje te midden van een constante stroom toeterende auto’s en ronkende bussen. Niemand leeft er. Behalve zij, want wanneer je op de grond zit, gaat het geluid boven je langs.

Vanuit het zuiden glimlacht in de verte Evita Peron, de nationale heldin van de armen, je toe. Haar stalen portret is aan de bovenste tien verdiepingen van het gezondheidsadministratiegebouw vastgemaakt. Net voordat je haar passeert steek je Avenida de Mayo over, de belangrijkste protestweg van Buenos Aires. Waar protesteren altijd samengaat met talloze barbecues op het trottoir, zodat mensen met een broodje vlees in de ene hand en een vlag in de ander kunnen schreeuwen om verandering. Achter Evita ligt de ring, de snelweg 25 de Mayo, verwijzend naar de dag dat de onafhankelijkheidsrevolutie in 1810 begon. Onder de ring wonen de daklozen die aan de kant van de weg staan, door drugs verdoofd wezenloos naar je kijken terwijl je hen voorbijrijdt. Voor de meeste mensen eindigt de Avenida 9 de Julio al direct na de ring, bij station Constitucion. Hier verzamelen zich de mensen van de armere en industriële wijken om elke ochtend de tegengestelde richting in te gaan, naar het noorden, waar ze werken. Feitelijk gaat de straat door tot en met Rio de Mantanza (Rivier van de Slachting), waar in 1535 Pedro de Mendoza de Spaanse stichter van de stad voet aan wal zette en de autochtone bevolking afslachtte. Daarmee ligt de straat van de onafhankelijkheid tussen een station waar mensen met open armen worden ontvangen, en een rivier waar de armen in het water werden gegooid.

Met de ogen van Columbus en roofridders na hem is de Nieuwe Wereld ingericht. Zij keken naar dit gedeelte van de wereld zonder zich als gast te gedragen. – Je hebt een land niet nodig om ergens op bezoek te gaan. – Maar toen was er niet een sprinkhaanmaker die vanwege zijn Nederlandse grootvader aan hen kon vertellen wat hij aan mij vertelde, ‘Ik kom vandaan waar jij vandaan komt’. Tegelijkertijd hebben zij door hun ontdekkingsreizen het mogelijk gemaakt dat wij aan elkaar kunnen vertellen dat we uiteindelijk allemaal overal vandaan komen, en overal naartoe gaan. Zoals op de Avenida 9 de Julio. En toch herhaalt de straat identificatie door natie, door nationale symbolen. Waar in Buenos Aires is de straat waar symbolen zijn verzameld die uit een gedachte willen breken die ooit aan de wereld is opgelegd: uit de landsgrenzen? In de volgende column komt die straat aan bod, en dan zal blijken dat die symbolen mensen zijn.

Bas, Foto voor JHSG columnBas Gooijer is student ‘Modern History and International Relations’ van de Rijksuniversiteit Groningen.

 

 

 

 

Berichten gemaakt 1231

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven