Zelfs in Zweden
Het beeld dat de rest van de wereld van Zweden als diephumanitaire natie heeft, is wel degelijk gebaseerd op indrukwekkende prestaties op het gebied van vooruitstrevende wetgeving en ontwikkelingssamenwerking. Dat is deels het resultaat van een sterk staaltje zelfpromotie: achter deze façade gaat een heuse ‘dark side’ schuil.
Zweden kantelt. ’s Lands houding ten opzichte van nieuwkomers is omgeslagen. De Zweedse variant op de PVV staat ongeëvenaard hoog in de peilingen. Het aantal geweldplegingen tegen niet-Westerse migranten neemt zienderogen toe. Uitspattingen van racisme en xenofobie vormen geen uitzondering meer. De Zweedse waan van de dag is doordrenkt met een algeheel gevoel van onbehagen. Toen ik de lokale kranten begon te volgen en hiervan kennisnam, had ik enige moeite om te geloven dat dit allemaal in Zweden gebeurt. Ook realiseerde ik me: Zweden en Nederland zijn in belangrijke opzichten elkaars spiegelbeeld.
Onder de druk van grote migrantenstromen begint Zweden zijn vernisje van tolerantie en progressiviteit te verliezen. Het aantal ‘incidenten’ zoals brandstichting of poging tot doodslag in en tegen asielzoekerscentra in Zweden is vorig jaar gestegen tot 322. Bij mij om de hoek was het laatst ook raak. Hoe komt het dat ’t tolerante Zweden nu zo op de komst van nieuwelingen reageert? Wellicht ten dele omdat de beeldvorming van Zweden als ultiem welkomstland op aannames stoelt die nooit überhaupt echt waar zijn geweest.
De tolerantiepolitiek in Zweden heeft een redelijk lange geschiedenis. In 1781 werden godsdienstvrijheid en volledige burgerrechten voor alle christelijke immigranten bij wet vastgelegd, ingegeven voor de idealen van de Verlichting. In 1782 volgde eenzelfde regeling voor joden. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd atheïsme bij wet ’toegestaan’, ook als is dat in de honderd jaar ervoor nooit bestraft. Heel mooi die gewetensvrijheid in eigen land, maar wat andere rassen en ‘andersoortige’ vreemdelingen betreft, is het land minder humanitair geweest. Zo heeft het net als Nederland een beschamend slavernijverleden, waarover maar weinig wordt verteld in Zweedse klaslokalen, als ik enkele Zweedse studiegenoten moet geloven. De moeizame erkenning hiervan is veelzeggend: het land worstelt ermee.
Een ander saillant detail: het is nog niet zo lang geleden dat Zweden officieel eugenetische praktijken verbood; in 1975 om precies te zijn. Voor die tijd steriliseerde men in Uppsala bijvoorbeeld vrouwen die ongeschikt werden bevonden om moeder te zijn. Dit gebeurde vóór de Tweede Wereldoorlog al, naar verluid diende het als inspiratie voor de etnische zuiveringspolitiek door Nazi-Duitsland. Zweden stonden model voor het Arische ideaalbeeld, en de bevolking was al eeuwen homogeen. Een ‘puur volk’ dus, dat weliswaar officieel neutraal heette te zijn, maar weinig omzichtig sympathiseerde en collaboreerde met de Germaanse zuiderburen, met name als het ging om voorziening van grondstoffen zoals ijzer.
De sympathieën voor de rassenideologie van de nazi’s zijn nooit helemaal verdwenen. Gestigmatiseerd door de sociaaldemocraten die nu al meer dan 50 jaar de dienst uitmaken, dat zeker, maar de neonazibeweging uitbannen is niet gelukt. In toenemende mate zijn Zweden bang om hun ‘Zweedsheid’ te verliezen. Sverigedemokraterna, de eerdergenoemde Zweedse evenknie van de PVV, zijn rechtstreeks uit de beweging voortgekomen. Voor de duidelijkheid: deze partij heeft maar halfslachtig afstand gedaan van zijn racistisch-extremistische bakermat. Sverigedemokraterna zijn desondanks sinds enige tijd mainstream en steeds populairder – maar nog niet salonfähig. Weinigen zullen er volmondig, in het openbaar voor uit komen dat ze lid of sympathisant zijn, al helemaal niet in de universitaire kringen waar ik me in begeef.
Zweden zelf plaatsen al langer kritische kanttekeningen bij de utopische voorstelling van het land. Schrijvers als en Stieg Larsson deconstrueren in hun boeken bijvoorbeeld het stereotype van de succesvolle, sociaaldemocratische Scandinaviër. Ze schetsen een rauwe ‘onderstroming’ die schuilgaat onder de oppervlakte van het Zweedse sprookje: racisme en vreemdelingenhaat zijn wijdverbreid, van de leraar tot de politieagent. Maar wat graag verlangen de personages terug naar een geromantiseerd, homogeen, overzichtelijk jaren 50-Pippi Langkousland. Het werk van de auteurs is weliswaar fictie, maar geworteld in de werkelijkheid.
Terug naar het Zweden van tegenwoordig, waar elke migrant een huis een uitkering krijgt aangeboden, hetgeen heel ruimhartig is, maar de toch al immense toestroom wel weer versterkt. Op enig moment is de bovengrens hier bereikt, zo groeit het besef hier, ook buiten extreemrechtse kringen. Ontkenning of ‘downplayen’ van de problematiek, een strategie die de zittende sociaaldemocraten tot voor kort toepasten, heeft de verbolgenheid onder de Zweedse bevolking alleen maar aangewakkerd. Een dak boven het hoofd van honderdduizenden vluchtelingen is één ding, succesvolle integratie hiervan is een nog zwaardere opgave. Door de grote aantallen wordt dit proces bemoeilijkt. Bovendien, als de politieke wil om te ontvangen enerzijds, en de maatschappelijke wil om te integreren anderzijds steeds meer ontbreken, dan is het beleid ten dode opgeschreven.
Verder lezen:
- ‘Tolerance and cultural diversity in Sweden’, Hans-Ingvar Roth & Fredrik Hertzberg (Stockholm University 2010)
- ‘Even in Sweden: Racisms, Racialized Spaces, and the Popular Geographical Imagination’, Allan Pred (University of California Press, 2000)
Ruben Dieleman volgt de master International Administration and Global Governance aan de Universiteit van Göteborg in Zweden. Op dit moment werkt hij als onderzoeksassistent bij het V-Dem Institute, waar hij zich bezighoudt met onderzoek naar emancipatie-, democratiserings- en ontwikkelingsprocessen wereldwijd. Vóór zijn vertrek naar het hoge noorden behaalde hij zijn bachelor Liberal Arts and Sciences aan de Universiteit Utrecht, en redigeerde hij een jaar lang stukken voor Jonge Historici. Tegenwoordig zijn de rollen omgedraaid en moeten zijn eigen schrijfsels er aan geloven.