Onze vrouw in Hamburg: In de schaduw van Neuengamme

Een druilerige zondagmiddag in Hamburg. Vandaag ben ik in Fuhlsbüttel, een buitenwijk in het noorden van de stad. Hier bevindt zich niet alleen de luchthaven, maar ook één van de beruchtste gevangenissen van het land. “Hier zitten geen eierdieven, maar alleen zware jongens”, grapt een vrijwilliger. Op mijn vraag of er ooit iemand is ontsnapt, moet hij mij het antwoord schuldig blijven.

De gevangenis werd gebouwd in de tijd van Keizer Willem I, toen Fuhlsbüttel nog ver van de stad lag – geheel in lijn met de eeuwenoude gewoonte om alle nare dingen uit het stadshart te weren. Vlak nadat Hitler aan de macht kwam werd de gevangenis een concentratiekamp, waar met name politieke tegenstanders van het regime werden opgesloten. Als één van de tientallen satellietkampen van kamp Neuengamme werd het voornamelijk gebruikt als doorvoerkamp. Ook voor veel Nederlanders was Fuhlsbüttel de eerste halte in Duitsland, waarvanuit zij verder werden getransporteerd naar Buchenwald, Sachsenhausen of Ravensbrück. Fuhlsbüttel was tijdens deze jaren synoniem voor dood en geweld. Ruim 250 gevangenen overleefden hun internering hier niet.

Na de oorlog werd Fuhlsbüttel wederom een gewone gevangenis, wat het tot op de dag van vandaag is. Middenin een woonwijk, afgeschermd van de buitenwereld door hoge muren en prikkeldraad. Tegelijkertijd is het een plek van historische betekenis, zoals er zoveel zijn in de omgeving van Hamburg. Één van de toegangspoorten is omgebouwd tot gedenkplek, compleet met een gedenkplaat en een kleine expositie. Twee vrijwilligers zorgen ervoor dat geïnteresseerden hier niet voor een dichte deur komen te staan. Één van hen doet de ontvangst, de lokale geschiedenisleraar dient als gids. Hij is net na de oorlog geboren, maar als rasechte Hamburger heeft hij meerdere van de verzetsstrijders wiens verhalen hier in de expositie verteld worden gekend. Kinderen van een basisschool uit de wijk hebben bijgedragen aan de tentoonstelling door langs de deuren te gaan om ooggetuigen uit de oorlog te vinden. “Niets maakt mij trotser dan dat, dat kinderen op eigen initiatief zo met de geschiedenis bezig zijn”.

Tegelijkertijd worstelt de gevangenis met de vraag hoe het precies recht kan doen aan het verleden – meer recht. Ik ben de enige bezoeker deze middag. “Op een gemiddelde dag komen er niet meer dan vijf, zes bezoekers … dat is eigenlijk veel te weinig”, vertelt mijn gids. Hij wil weten hoe ik van deze plek gehoord heb. Ik vertel dat ik eerder Neuengamme heb bezocht, het grootste concentratiekamp van Noord-Duitsland, dat op steenworp afstand van Hamburg ligt. “Ach Neuengamme … Dertig jaar geleden kwam daar ook niemand!”, knikt hij.

Twee kampen, twee verschillende verhalen. Nadat de krijgsgevangenen en Nazi’s Neuengamme verlieten deed het voormalige KZ na de oorlog weer dienst als reguliere gevangenis, waar zelfs nieuwe gebouwen aan toegevoegd werden. Hoewel de eerste gedenktekens al in de jaren 50 werden geplaatst werd pas eind jaren 80 de beslissing genomen om van Neuengamme een monument te maken. Het zou nog tot 2006 duren voordat de laatste gevangenen overgeplaatst werden en Neuengamme het memorial wordt dat het vandaag de dag is. Ook Fuhlsbüttel werd na de oorlog weer een gewone gevangenis, maar hier herinnert slechts een gedenkplaat aan de Nazitijd. Fuhlsbüttel lijkt een gevangenis zoals alle anderen.

Elk jaar bezoeken zo’n 50.000 mensen het voormalige concentratiekamp Neuengamme. Slechts een enkeling wijkt uit naar Fuhlsbüttel. Hier komt alleen de plaatselijke bevolking, en zelfs zij dus maar mondjesmaat. De lokale basisschool toont een beetje interesse, maar daarmee is het dan ook wel gezegd. Dat roept een aantal belangrijke vragen op. Hoe kan er recht worden gedaan aan de geschiedenis als er zoveel geschiedenis is, er zoveel plekken zijn? Het verleden kan niet worden uitgewist, maar een land moet ook verder gaan. Uit puur financiële en praktische overwegingen is het onmogelijk om elk van Neuengamme’s tientallen satellietkampen monumentale status te geven, hoewel het ergens toch niet lekker zit dat op dezelfde plek dat er zoveel narigheid gebeurd is, 70 jaar later nog altijd mensen opgesloten zitten. Maar in de verzadigde monumentale markt van vandaag de dag is de huidige situatie voor Fuhlsbüttel wellicht toch het hoogst haalbare.

foto brigitteBrigitte van de Pas (1988) studeerde geschiedenis en Midden-Oostenstudies in Leiden. Sinds oktober 2015 woont zij in Hamburg, waar zij werkt als onderzoeker bij het statistiekplatform Statista. Zij blogt ook over haar avonturen in Duitsland op The Life And Times Of A Dutchie Abroad.

 

 

 

 

 

 

Berichten gemaakt 1230

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven