Recensie | Auke van der Woud – Het landschap, de mensen

Je gaat het pas zien als je het doorhebt: wie het nieuwste boek van Auke van der Woud heeft gelezen, ziet in het Nederlandse landschap ineens de sporen van menselijk ingrijpen. Het landschap. De mensen maakt deze sporen prachtig zichtbaar. Van der Wouds focus op het landschap is een toevoeging op de Nederlandse geschiedschrijving, waarin relatief weinig aandacht is voor de wisselwerking tussen mensen en hun omgeving. En door de recente discussies over ruimtelijke ordening, biodiversiteit, en landbouw ook nog eens actueel.

Veranderend landschap, veranderende mentaliteit

Van der Woud hanteert een caleidoscopisch perspectief. In vijfenveertig korte hoofdstukken behandelt hij de wisselwerking tussen mens en landschap van het midden van de negentiende eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog. Hieruit komt het beeld naar voren dat Nederland onherkenbaar is veranderd. In het midden van de negentiende eeuw bestonden grote delen van het zuiden en oosten van het land uit ‘woeste gronden’: uitgestrekte heidevelden en zandverstuivingen. Bossen waren zeldzamer dan tegenwoordig als gevolg van de grootschalige ontbossing in de voorgaande eeuwen. De woeste gronden waren niet geheel waardeloos – ze dienden bijvoorbeeld voor het uitweiden van schapen, of het verzamelen van brandhout – maar hadden vergeleken met de hedendaagse landbouwgronden een lage productiviteit. De kusten van de Noordzee en Zuiderzee waren slecht beschermd, evenals de rivieroevers, waardoor regelmatig grote overstromingen plaatsvonden.

Langzaam maar zeker vond, het duidelijkst bij de elite, een mentaliteitsomslag plaats in de negentiende eeuw. Het Nederlandse landschap werd steeds minder als een ontembaar natuurverschijnsel gezien, maar als een kapitaalgoed dat ingezet kon worden voor het menselijk nut. Meren en binnenzeeën werden middels inpoldering omgetoverd tot vruchtbare landbouwgronden, zoals gebeurde in de Haarlemmermeer en de Zuiderzee. Moerasgebieden, zoals de Peel, werden ontwaterd waardoor intensievere landbouw mogelijk werd. Zandverstuivingen en heidevelden werd bebost, zodat deze hout konden leveren. Rivieren werden rechtgetrokken en verbreed, (zee)dijken werden verhoogd en beter onderhouden, waardoor er minder vaak overstromingen plaatsvonden.

Theorie en praktijk

De landschappelijke veranderingen betekenden echter niet dat de grondgebruikers – overwegend boeren – op grote schaal rationeel en efficiënt gingen werken. Volgens Van der Woud bestond er namelijk een groot contrast tussen de idealen van de ambtenaren en landbouwkundigen en ‘de mensen’ die het landschap bevolkten. Al drongen de nieuwe idealen ook door tot kleine dorpen en gehuchten, boeren bleven ook dikwijls vasthouden aan de vertrouwde werkwijzen. Over de wijze waarop en waarom dit plaatsvond blijft veel onduidelijk. Voor een deel is dit te wijten aan het beschikbare bronnenmateriaal, waar de lagere klassen zoals wel vaker weinig aan het woord komen.

Voor een ander deel is dit ook te wijten aan de begrijpelijke keuze van Van der Woud om zich voornamelijk te baseren op herdenkingsboeken en tijdschriften. In de hoofdstukken die ingaan op de landbouwgeschiedenis ligt het accent daarom meer op de veranderende mentaliteiten dan de veranderende landbouwpraktijk.

Slot

Al met al heeft Van der Woud een belangrijk boek geschreven. Wanneer het door een breed publiek gelezen wordt – en die indruk heb ik – zullen de landschappelijke veranderingen sterker in het Nederlandse collectieve geheugen worden verankerd. Voor vakhistorici biedt het bovendien veel inspiratie en aanknopingspunten voor nader detailonderzoek, waarbij ook de periode voor 1850 en na 1940 moet worden betrokken. 

Door Ronald Plantinga.


Auke van der Woud, Het landschap, de mensen. Nederland 1850-1940
Prometheus 2020. 448 pagina’s.
ISBN: 9789044645934
€29,99


STEUN JONGE HISTORICI, BESTEL DIT BOEK VIA ATHENAEUM BOEKHANDEL

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma.


Ronald Plantinga studeerde geschiedenis in Groningen en Leiden. Thans is hij als promovendus verbonden aan de Fryske Akademy en de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de economische geschiedenis van de Friese zuivelsector na 1950. Hij is tevens co-auteur van het boek Weten is kunnen. Kennis is macht. Een geschiedenis van de Bolswarder Zuivelschool (1880-1996).

Berichten gemaakt 1256

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven