Bart van Loo, De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen.
De Bezige Bij, Amsterdam, 2018
ISBN: 9789403139005
€34,99
Weinig niet-historici zullen tegenwoordig de illustere namen van de ooit zo roemruchte en praalzuchtige Hertogen van Bourgondië nog herkennen. Stof is neergedwarreld over Filips de Stoute, Jan zonder Vrees, Filips de Goede en Karel de Stoute. Toch waren de leden van deze zijtak van de Franse Valois dynastie bepalend voor de vorming van de regio die bekend zou komen te staan als de Lage Landen.
Voordat Filips de Stoute in 1369 in Vlaanderen ten tonele verscheen om Margaretha van Male te huwen, was de regio een samenraapsel van onafhankelijke graafschappen, hertogdommen, bisdommen en koppig onafhankelijke steden. Toen Karel de Stoute in 1476 zijn bloedige einde vond in de sneeuw van Nancy waren al deze gebieden samengesmolten tot een enkele personele unie, met een Staten-Generaal in Brussel en een rechtssprekend Parlement te Mechelen. Hoog tijd dus om het stof weg te blazen, zo meent de Vlaamse auteur Bart van Loo. Het resultaat van zijn streven om de betekenis van de Bourgondiërs voor Nederland, België en Luxemburg naar de voorgrond te brengen, is de nieuwe monografie De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen.
De Groothertogen van het Westen
Dit boek is voor de moderne lezer een genot om te lezen. Zijn taalgebruik is niet hoogdravend, soms zelfs ronduit plat: uitdrukkingen als ‘de pijp uitgaan’ en ‘een welgemeend fuck you’ komen regelmatig voor in zijn uitweidingen over de levensloop van deze Middeleeuwse patriarchen en de wereld waarin zij leefden. Her en der komt het boek zelfs over als een roman. Zo wordt de geschiedenis van de Vlaamse steden en hun gespannen verhouding met zowel de Franse koningen als de Vlaamse graven aan ons uitgelegd vanuit het perspectief van een jonge Jan zonder Vrees, terwijl hij les krijgt van zijn Vlaamse huisleraar Boudewijn van der Nieppe.
Regelmatig terugkerende voetnoten herinneren ons er echter aan dat het verhaal dat we lezen geen roman is, maar een informeel geschreven historische monografie. De karakters van de vier belangrijkste hertogen komen uiteraard ruim aan bod in deel II van het boek, getiteld ‘De Bourgondische Eeuw, 1369-1467,’ met name die van Filips de Stoute – de Franse prins die zich ontpopte als grondlegger van het latere succes van zijn nageslacht – en Filips de Goede – de ‘Groothertog van het Westen’ die heerste over het Bourgondische rijk op zijn hoogtepunt – springen in het oog. In deel III ‘Het Fatale Decennium, 1467-1477’ volgen we de brute en tevens overmoedige militaire campagnes van Karel de Stoute, de mislukte Napoleon van de vijftiende eeuw. De beschrijvingen van Karels meerdere vernederende aanvaringen met de Zwitsers, waarbij hij al maar meer de grip op de werkelijkheid verliest, hadden rechtstreeks uit de film Der Untergang kunnen komen.
De Vlaamse Revolutie?
Naast de levenswandel van de hoofdpersonen is De Bourgondiërs toch ook een portret van de tijden waarin zij actief waren en de voorgeschiedenis hiervan. Met name over de geschiedenissen van Bourgondië en Vlaanderen wordt ruim uitgeweid. Daarbij laat Van Loo misschien een lichte pro-Vlaamse houding zien. Zo beschrijft hij de campagnes van de Gentse dictator Filips van Artevelde, die door een Frans leger bloedig in de kiem werden gesmoord bij Westrozebeke in 1382, misschien iets te genereus als ‘1789 avant la lettre’. Het eerste deel van het boek, ‘Het Vergeten Millennnium, 406-1369,’ verliest zich ook wat in achtergrondinformatie: met zevenmijlslaarzen stapt Van Loo door de Middeleeuwse geschiedenis heen. Daarbij richt hij zich met name op de geschiedenis van de regio Bourgondië zelf, dat in het daadwerkelijke verhaal van de vier hertogen een relatief onbelangrijke rol speelt, omdat zij zich na het huwelijk van Filips de Stoute met de Vlaamse erfgename vrijwel meteen op de veel rijkere (en ongehoorzamere) Lage Landen gaan richten.
Rijk portret van een vergeten periode
Andere achtergrondverhalen zijn echter meer welkom. Zo worden de levenslopen van kunstenaars Klaas Sluter, Rogier van der Weyden, Jan van Eyck, en Hugo van der Goes onder de loep genomen. Ook volgen wij Jan zonder Vrees tijdens de Kruistocht naar Nicopolis in 1396, krijgen we gedetailleerde beschrijvingen van de wonderlijke feestmaaltijden die het woord ‘bourgondiër’ als zijnde een levensgenieter in het leven zouden roepen, en wordt het verhaal afgesloten met een korte uitweiding over Keizer Karel V die de nu samengevoegde Lage Landen uiteindelijk zou erven. Bij diens troonafstand in 1555 ondersteunen Filips II en Willem van Oranje, twee mannen die de geschiedenis van de Lage Landen een nieuw tijdperk in zouden leiden, deze ‘Laatste Bourgondiër’.
Op enkele kleine minpuntjes, die amper zo genoemd mogen worden, na slaagt Bart van Loo in zijn opzet om een nieuwe verfrissende blik op de Aartsvaders van de Lage Landen te werpen. Door zijn informele, romanachtige taalgebruik leest het makkelijk weg, waardoor het geschikt is voor zowel de wat meer ervaren geschiedkundigen als het brede publiek. Ik raad het dan ook van harte aan.
Door Tim de Wit.
Tim de Wit is een aan de Vrije Universiteit afgestudeerd historicus met een specialisme op het gebied van negentiende-eeuwse Amerikaanse geschiedenis. Daarnaast is hij redacteur geweest bij Skript Historisch Tijdschrift en verzorgt hij rondleidingen op Eerste Wereldoorlog slagvelden. Momenteel is hij werkzaam aan de Vrije Universiteit, waar hij ook heeft gedoceerd.