Recensie | Beatrice de Graaf – Radicale verlossing

Wat drijft terroristen? Specifiek jihadisten? Komt hun geweld voort uit sociale achterstelling en kansenarmoede, zoals vaak wordt beweerd? Is het een product van discriminatie op de arbeidsmarkt? Nemen ze wraak voor iets wat hen of hun gemeenschap is aangedaan? Of zijn ze simpelweg ‘gestoord’, zoals dat bij veel school shooters in de VS het geval lijkt te zijn?

‘Zeker, sociale, economische en psychologische factoren doen ertoe’, schrijft historicus Beatrice de Graaf in haar nieuwe boek, maar ‘[h]et gaat de meeste terroristen om het zoeken naar een hogere zin, naar transcendente betekenis voor hun geweld.’ Religieuze begrippen als openbaring, oordeel, eindstrijd en (radicale) verlossing spelen hier een cruciale rol. Ook is er vaak sprake van een diepgevoelde geloofsovertuiging, een religieus raamwerk waarbinnen de economische en sociale tekorten die aanwezig zijn geduid kunnen worden, beargumenteert De Graaf in Radicale Verlossing. Wat Terroristen Geloven. Dat raamwerk van radicale verlossing is richtinggevend in dit boek.

Oral History

Voor dit onderzoek hield de terrorisme-deskundige gesprekken met 23 veroordeelde terroristen in Nederland en Indonesië, naast uitreizigers en jihadisten ook twee rechts-extremisten, veroordeeld voor een aanslag op een moskee in Enschede in 2016. Ze doet dit volgens de geschiedkundige tradities van oral history en microgeschiedenis, waarbij de levensgeschiedenissen van de terroristen centraal staan. Het uitgangspunt is dus geen feitenrelaas (het is immers geen hoorzitting), maar wat ze een relaas van betekenisgeving noemt; hoe duiden de terroristen hun eigen verhaal en hoe kijken ze terug op hun persoonlijke geschiedenis en (terreur)daden? Hiermee onderscheidt dit onderzoek zich van eerdere studies over dit onderwerp.

Orthopraxis

‘Hoe hangen geloofsovertuiging en doen voor terroristen nu precies samen?’, is de hoofdvraag die wordt getoetst aan de hand van oral history. Dit samenspel van theologie en praktijk noemt De Graaf de orthopraxis en is volgens haar de sleutel om het geweld van terroristen te begrijpen. Op basis van de levensverhalen telt ze vijf stappen, ‘de cyclus van radicale verlossing’, die terroristen ondergaan, waarbij een gevoeld tekort wordt ingebed in een breder verhaal, een (vaak religieus) interpretatiekader, welke uiteindelijk lijd tot een daad van radicale verlossing, of een poging daartoe. De meeste gesproken veroordeelden komen er namelijk gedesillusioneerd van af en geloven niet langer in radicale verlossing.

Als één van Nederlands meest vooraanstaande experts op het gebied van terrorisme zet De Graaf met dit boek een broodnodige stap in het discours door het belang van religie te erkennen in de totstandkoming van terreur. Hiermee zet ze zich af tegen een hoop journalisten, opiniemakers en politici die deze conclusie, om wat voor reden dan ook, liever niet onder ogen zien.

Kanttekeningen

Maar ondanks het feit dat ik me grotendeels (of bijna volledig) kan vinden in het betoog en de conclusie van dit boek, voel ik me toch genoodzaakt om een aantal kritische kanttekeningen te plaatsen. Want zelfs bij De Graaf bespeur ik hier en daar de weerzin om toch echt de rol van religie in deze volledig te accepteren.

In hoofdstuk 7, bijvoorbeeld, schrijft ze dat jihadisten kunnen putten uit een reservoir van eeuwenoude geschriften, rituelen en overleveringen om deze vervolgens ‘toe te eigenen en te misbruiken’ [mijn cursief]. In de conclusie spreekt ze over de ‘pervetering’ van religie. Dit is een argument dat vaker terugkomt in dit debat: door hun gewelddadige interpretatie van de tekst maken jihadisten en terroristen misbruik van de islamitische canon. ‘Misbruik’ impliceert dat er zoiets bestaat als een ‘correcte’ interpretatie. Maar wie kan dit bepalen? Wie is de ultieme arbiter die kan zeggen wat de juiste interpretatie van die eeuwenoude, symbolische en vaak ook cryptische overleveringen is? ‘Tenslotte is religie per definitie een kwestie van interpretatie’, schrijft religiewetenschapper Reza Aslan, ‘en per definitie zijn alle interpretaties geldig.’ Ook jihadisten en terroristen interpreteren de koran en hadith op de volgens hun correcte manier.

Wat verderop in de conclusie benoemt De Graaf de duidingsplicht van mede-gelovigen om radicalisme en gewelddadige uitbarstingen niet af te doen als niet-afkomstig uit de eigen gemeenschap. ‘Binnen elke religie weten gelovigen dat het kwaad niet van buitenaf komt, maar ook in onszelf kan schuilen.’ Dit kwaad wil ze bestrijden met wat ze de werkelijke kern van ‘echt geloof’ noemt, namelijk ‘barmhartigheid en compassie’. Wederom wordt er hier, bewust of niet, een onderscheid gemaakt tussen ‘echt geloof’ en ‘onoprecht geloof’. En wederom vraag ik: wie bepaalt welke religieuze opvatting ‘echt’ is en welke bestempeld kan worden als ‘onoprecht’? Dit lijkt verdacht veel op de ‘No true Scotsman’ drogreden.

Verder is er in de religiewetenschap al een lange tijd een debat gaande over de vraag of religie überhaupt wel een onveranderlijke kern heeft, of kan hebben, zoals De Graaf lijkt te suggereren. De meeste religiewetenschappers weren deze essentialistische benadering en kiezen voor de functionalistische definitie, welke benadrukt wat de rol van religie is, hoe religie zich manifesteert in de samenleving en wat religie precies doet. Barmhartigheid en compassie zijn dus niet de kern van ‘een echt geloof’, net zo min als dat heilige strijd de onveranderlijke kern van de ‘echte’ islam is.

Conclusie

Afgezien van deze kritische (en wellicht iets te esoterische) voetnoten is Radicale Verlossing een waardevolle aanvulling op de bestaande literatuur. De conclusies en bevindingen zijn niet perse grensverleggend, maar het is nuttig om te zien dat andere methodes en invalshoeken min of meer de voorgaande literatuur bevestigen (zoals het belang van validatie en verificatie door de gemeenschap van de terrorist in kwestie). Verder is het boek wetenschappelijk en gestructureerd opgezet, compleet met modellen, een kritische reflectie op de eigen methodologie en zelfs een benaderingswijze om de cyclus van radicalisering te verbreken.

Voor degene die meer wil weten over wat er zich afspeelt in het hoofd van (Nederlandse) terroristen en jihadisten en die kennis wil opdoen over de geschiedenis van het terrorisme in het algemeen, kan ik Radicale Verlossing zeker aanraden.

Door Kaj Brens.


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Beatrice de Graaf, Radicale verlossing. Wat terroristen geloven.
Prometheus, 2021. 304 pagina’s.
ISBN: 9789044646573
€29,99


Kaj Brens studeerde Geschiedenis en Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft opiniërende artikelen voor meerdere websites en soms ook in de landelijke pers.

Berichten gemaakt 1220

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven