Alleenstaande vrouwen die (per ongeluk) zwanger zijn geraakt – een schande voor familie, vrienden en vaderland – moeten na veel bidden en boetedoening hun pasgeboren baby onder dwang afstaan aan een voorbeeldig, voor de kerk getrouwd en in een fijne buitenwijk vertoevend, maar helaas onvruchtbaar stel. Het lijkt haast een sterk vereenvoudigde synopsis van The Handmaid’s Tale, het inmiddels beroemde werk van schrijfster Margaret Atwood uit 1985. In een interview met de Volkskrant, waarin het langverwachte vervolg op deze dystopische roman werd aangekondigd, vertelt Atwood dat niet haar eigen fantasie maar de geschiedenis van de mensheid zorgde voor inspiratie, en als bron fungeerde bij het schrijven van haar bijna veertig jaar oude boek. Na het lezen van Afstandsmoeders door journaliste Christel Don, lijkt ook het naoorlogse Nederland de Canadese auteur tijdens het schrijfproces te hebben beïnvloed. Het bovenstaande plot komt immers niet voort uit een alternatief, dystopisch universum. Het was de realiteit van de 15.000 tot 20.000 Nederlandse vrouwen die tussen 1956 en 1984 – vanaf de ingang van de adoptiewet tot de legalisering van abortus – hun kind gedwongen hebben moeten afstaan: de afstandsmoeders.
Een stilte doorbroken.
In bovengenoemd boek laat Don tien van deze vrouwen uitgebreid aan het woord. Een primeur, en een grote stap voor de meeste van hen, aangezien zij het altijd geheim hebben moeten houden dat zij op jonge leeftijd een kindje hebben gekregen. De schaamte was groot en er werd hen op het hart gedrukt vooral nooit meer over deze zogenaamde misstap te spreken. Tot nu. De tien hoofdstukken, die aandoen als korte memoires, volgen eenzelfde soort stramien. In gepaste volgorde beschrijft de afstandsmoeder haar jeugd, de gebeurtenissen voorafgaand aan de ongeplande zwangerschap, de bevalling en het afstand doen, het schuldgevoel en verdriet achteraf, de daaropvolgende zoektocht, en tenslotte het uiteindelijke weerzien met haar zoon of dochter. Ondanks deze overeenkomsten verliezen de persoonlijke verhalen hun fascinatie niet. De getuigenissen weten keer op keer de gevoelige snaar te raken, en houden de lezer nieuwsgierig: zal het deze afstandsmoeder ook lukken om haar zoon of dochter terug te vinden?
Bovendien intrigeert het terugblikkende perspectief, omdat het duidelijk laat zien hoe deze ene gebeurtenis de geïnterviewde vrouwen hun hele leven is blijven beïnvloeden. Door middel van constante reflectie, blikken de vrouwen terug op wat hen is overkomen. Zo realiseren zij zich nu hoe zorgmedewerkers bewust informatie hebben achtergehouden – bijvoorbeeld dat zij als ongehuwde moeders recht hadden op bijstand en drie maanden bedenktijd – zodat er uiteindelijk slechts één optie overbleef: afstand doen. Hoe zij door de medewerkers van zorginstanties zijn vernederd en gehersenspoeld, door elke dag van hen te horen te krijgen dat geen man hen meer zou willen en er geen toekomst voor hen in het verschiet zou liggen, tenzij ze afstand zouden doen van hun kind. De erbarmelijke omstandigheden waarin deze vrouwen van hun kind moesten bevallen, raken misschien nog wel het meest. Vastgebonden en geblindeerd bevallen, met een laken of handdoek over het hoofd, was niet ongebruikelijk en moest voorkomen dat de jonge moeders een glimp van hun kind zouden opvangen. In andere gevallen werden zij zonder toestemming of voorafgaande waarschuwing onder narcose gebracht, waarna hun kind opeens verdwenen was.
Tijdgeest of misstand?
De geschiedenis die Don hier aan het licht brengt is misschien geen nieuwe geschiedenis. Een geschiedenis, die na veel speur- en zoekwerk van haar kant eindelijk boven water is komen drijven. Zo verschenen er midden jaren tachtig al brieven op de achterzijde van de VPRO gids – in haar befaamde jongerenrubriek ‘achterwerk’ – van geadopteerde kinderen, op zoek naar hun biologische moeder. Vele reacties volgden, waarvan enkele ondertekend waren door een ‘afstandsmoeder’, een destijds dus al in gebruik genomen term. Na enkele publicaties zoals Ongehuwde moederzorg in Nederland door Ernest Hueting en Rob Neij (1990), en Opgestaan is plaats vergaan van afstandsmoeder Will van Sebille (1991), is het onderwerp onlangs weer in de belangstelling komen te staan door de populaire en prijswinnende podcast Bob uit 2017 en het onderzoek dat begin 2019 is aangekondigd door Sander Dekker, de inmiddels demissionair Minister voor Rechtsbescherming. Binnen dit onderzoek draait het vooral om de vraag of de situatie waarin de afstandsmoeders zich destijds bevonden enkel te wijten is aan de tijdgeest, of dat er ook sprake was van een misstand ontstaan door falend beleid vanuit de overheid.
Verklaring versus excuus
Don lijkt zich niet te willen mengen in dit onderzoek, en doet hier op basis van de tien portretten in haar boek geen directe uitspraak over. Desondanks schemert deze kwestie tussen de regels van haar werk door. Zo worden de jaren vijftig en zestig met regelmaat hardvochtig genoemd: een nog sterk patriarchale en conservatieve samenleving. Het zijn uitspraken die de omstandigheden waarin vrouwen afstand moesten doen inderdaad wijten aan de tijdgeest, in de trant van ‘zo ging het er toen nou eenmaal aan toe’. Dit lijkt een wat makkelijk uitgangspunt, aangezien de ongehuwde moederzorg in de negentiende eeuw heel anders geregeld was. Afstand tussen moeder en kind was in die niet meer of minder patriarchale periode totaal niet gebruikelijk of gewenst. Naast bovenstaand standpunt, merkt Don echter ook op dat het nooit zo had mogen gaan, en geeft daarmee aan dat de tijdgeest misschien wel als een verklaring kan gelden, maar nooit als een excuus kan worden aangedragen. De partner van een van de afstandsmoeders beaamt dit, wanneer hij stelt dat zij haar ouders – die haar tot het doen van afstand hebben gedreven – niet hoeft te verdedigen door te stellen dat het ‘een andere tijd was’.
Wat is een goede moeder?
Het is bovendien maar de vraag of de huidige tijd minder hardvochtig is. In haar onlangs verschenen documentaire Goede moeders laat regisseur Jorien van Nes bijvoorbeeld zien dat de maatregelen die momenteel worden getroffen door de Raad voor de Kinderbescherming in sterke mate door hardvochtigheid kunnen worden gekenmerkt. Ook bij enkele van de door Van Nes gevolgde vrouwen zijn de kinderen direct na de geboorte weggehaald, zonder afscheid en zonder dat hier daadwerkelijk aanleiding voor was. Hoezeer zij ook hebben gewerkt aan het creëren van een fijne thuissituatie, krijgen deze vrouwen hun kinderen niet meer te zien omdat deze inmiddels te gehecht zouden zijn aan hun pleegouders. De afstandsmoeders kregen vaak dezelfde repliek van de kinderrechter: dat het onmogelijk was hun kind terug te krijgen aangezien deze nu al te lang bij zijn adoptieouders verbleef. Het verhaal van de afstandsmoeders is dus geen nieuwe geschiedenis, maar wel een onderbelichte, die nog steeds gaande is en bredere, niet tijdsgebonden problematiek laat zien. Deze geschiedenis behoort nog lang niet tot de verleden tijd. Dons boek houdt haar levend, en dat is maar goed ook.
Door Charlotte van Bergen
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
Christel Don, Afstandsmoeders. Over vrouwen die gedwongen hun kind afstonden. 1956-1984.
Uitgeverij Thomas Rap Amsterdam, 2021. 224 pagina’s.
ISBN: 9789400407299
€19,99
Charlotte van Bergen (1994) heeft geschiedenis gestudeerd aan de Radboud Universiteit en een opleiding jeugdliteratuur gevolgd aan de Universiteit van Tilburg. Binnen deze studies heeft zij zich gespecialiseerd in gendergeschiedenis, familie- en pedagogische geschiedenis en bovenal onderzoek gedaan naar oude kinderboeken en hun functie als cultuurhistorisch bronmateriaal. Ze heeft haar afstudeerscripties geschreven over de invloed van de tweede feministische golf op genderstereotypering in kinderboeken, en de rol en representatie van vaders in kinderboeken van 1950 tot nu. Ze werkt als beleidsmedewerker bij NWO, speelt graag ietwat gewelddadige videogames (shout-out naar alle andere trouwe Witcher III fans), en zou in de toekomst graag dieper op de geschiedenis van het Nederlands vaderschap in willen gaan.