Revolusi, slechts een woord, maar één met een enorme lading. Degenen die geïnteresseerd zijn in het onderwerp weten meteen dat het hier om de verhouding tussen Nederland en Indonesië in de periode 1945-1949 gaat. Een periode die vele namen kent: de tijd van de politionele acties dekolonisatie, rekolonisatie, onafhankelijkheidsoorlog, dekolonisatieoorlog. Iedere naam heeft zijn eigen geschiedenis, zijn eigen lading en zijn eigen perspectief. Sommige, zoals rekolonisatie, worden pas enkele jaren gebruikt, andere zoals politionele acties worden in het wetenschappelijk debat nog slechts tussen aanhalingstekens en met de nodige kanttekeningen gebruikt. Revolusi is een naam die al sinds 1945 gebruikt wordt, door de Indonesiërs, het belichaamt hun perspectief op de strijd die op hun grondgebied gevoerd werd. Van Reybrouck zal welbewust voor deze term gekozen hebben.
Lange aanloop
Wie denkt met Revolusi een dik boek over de Indonesische revolutie tussen 1945-1949 in handen te hebben komt deels bedrogen uit. Meer dan de helft van het boek is gewijd aan de periode voor 1945. Van Reybrouck behandelt in zijn boek de hele koloniale geschiedenis van Nederland in Indonesië, vanaf de eerste schepen die vanuit Europa naar de Oost voeren tot de dekolonisatie in een internationale context. Tegelijkertijd heeft hij met deze titel wel een punt, de Revolusi, het uitroepen van de onafhankelijkheid kwam niet pas op 17 augustus 1945 uit de lucht vallen. Hier ging een lange geschiedenis van onafhankelijkheidsstreven aan vooraf. Goed beschouwd werd dit streven tot 1949 door Nederland onderdrukt. De oprichting van nationalistische, communistische en islamitische bewegingen werden allemaal gevoed door een streven naar autonomie, naar onafhankelijkheid, naar gelijkwaardigheid.
Van Reybrouck betoont zich in Revolusi een begaafd schrijver. De lezer wordt meegevoerd door vele eeuwen geschiedenis; maakt kennis met een enorme hoeveelheid studies over dit onderwerp en wordt ingewijd in de, voornamelijk Nederlandse, debatten die hierover gevoerd werden en nog steeds worden. En dit zonder dat het droog of taai wordt, het boek leest als een roman. Door afwisselend in- en uit te zoomen kan Van Reybrouck het ene moment op een detail in iemands leven inzoomen en vervolgens een periode van vijftig jaar in een notendop vertellen. Het houdt de vaart in het verhaal, maar biedt de lezer ook de mogelijkheid om mee te leven met een bepaald individu. De goedgevonden metafoor van de pakketboot, waar op ieder dek een andere groep mensen zich bevindt met eigen regels en een eigen cultuur laat zien dat Van Reybrouck goed over de stijl en zijn boodschap nagedacht heeft. Het is een metafoor die hij steeds terug kan laten komen, de vroegkoloniale periode, de laatkoloniale periode, de tijd van de Japanse overheersing, alleen tijdens de periode van de revolutie blijft de pakketboot achterwege.
Politiek-morele aanklacht
Ondanks de mooie stijl lijken er in het boek ook een aantal stijlbreuken te zitten. Enerzijds leest het als een roman, op sommige punten lijkt het echter meer een politiek pamflet. Zeker het gedeelte dat de periode vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijft, zou bijna de titel Van Reybrouck klaagt aan kunnen dragen. Hij lijkt daar geen goed woord voor het handelen van de Nederlanders, zowel de politici in Nederland als de Nederlanders in de Archipel over te hebben. En schuwt het niet om de moreel superieure waarnemer te spelen. Het kwam op mij vrij arrogant over en doet wat mij betreft afbreuk aan het verhaal dat hij wil vertellen. Daarnaast schuwt hij het niet om met ‘what if’ history Nederland de les te lezen. Al lezende bekroop mij bij dit gedeelte de gedachte ‘de beste stuurlui staan aan wal’. De link die hij bovendien legt tussen de Belgische onafhankelijkheid van 1830 en de Indonesische vrijheidsstrijd van 1945-1949 en de verbondenheid die hij daardoor voelt met de Indonesiërs doet wat vergezocht en gekunsteld aan. Dit geld eveneens voor zijn bespreking van het huidige debat in Nederland over de periode 1945-1949 en het onderzoek dat hiernaar in Nederland op dit moment gedaan wordt. Is zijn boek een geschiedenis of een politiek-morele aanklacht?
De tweede helft van het boek, dat over de periode van de Revolusi handelt, brengt uiteindelijk geen nieuwe feiten of inzichten. Van Reybrouck leunt hier sterk op de wetenschappelijke en meer populaire literatuur over de Revolusi en verantwoordt deze zowel in de tekst als in het afsluitend bibliografisch essay. Het vernieuwende of zijn bijdrage aan de historiografie over de Revolusi kunnen nog het meest gevonden worden in de talloze interviews die hij heeft gemaakt. Gebaseerd op bewonderenswaardig speurwerk laat hij degenen aan het woord die tot dusver maar mondjesmaat een stem hebben gehad: Indonesiërs, Japanners, Gurka’s, Indo’s en Nederlanders. Jammer is dat hij hun informatie vaak klakkeloos in zijn tekst lijkt te gebruiken. Het gebruik van de interviews wordt door Van Reybrouck niet geproblematiseerd. Zo is er geen aandacht voor het kleuren van iemands geheugen door de tijd heen, of de sturende positie die de interviewer (onbedoeld) kan hebben. Onderwerpen waar in de oral history veel aandacht aan besteed is. Veelal komen hoogbejaarde mensen met ‘een uitstekend geheugen’ aan bod. Waar hij deze kwalificatie van het geheugen op baseert wordt niet genoemd.
Prachtig overzichtswerk
Met Revolusi heb je een overzichtswerk over de Nederlands-Indonesische geschiedenis in handen dat over het algemeen prachtig geschreven is en heerlijk wegleest. Het biedt een groot lezerspubliek een helder samenhangend beeld van kolonisatie en onafhankelijkheidsstrijd dat tot nu toe ontbrak.
Door Marleen van den Berg.
David van Reybrouck, Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld.
Uitgeverij De Bezige Bij 2020. 640 pagina’s.
ISBN: 9789403183404
€39,99
STEUN JONGE HISTORICI, BESTEL DIT BOEK VIA ATHENAEUM BOEKHANDEL
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma.
Marleen van den Berg rondde recent de research master Colonial and Global History aan de Universiteit Leiden af. Tijdens haar studie specialiseerde zij zich in de contemporaine geschiedenis van Nederland en Nederlands-Indië. Sinds april 2018 is zij als promovendus verbonden aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op de Jodenvervolging in Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog en het rechtsherstel na de oorlog.