Ooglapjes, houten benen en verborgen schatten in tropische oorden. Het is een veelvoorkomende associatie met piraterij, daar hebben boeken als Treasure Island en de ‘Pirates of the Caribbean’ films wel voor gezorgd. Maar ook dichter bij huis, in Europese wateren, teisterden zeerovers eeuwenlang de handel. In De laatste dagen van Barbarije, dat inmiddels op de shortlist van de Libris Geschiedenis Prijs 2025 staat, laat historicus Erik de Lange zien hoe Europese samenwerking en imperialistische ambities uiteindelijk een einde maakten aan de Barbarijse kapers, met alle verstrekkende gevolgen van dien.
Erik de Lange is universitair docent in de Geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. Hij was eerder gastonderzoeker bij King’s College in Londen en ontving een onderzoeksbeurs van Yale University. Zijn onderzoek spitst zich toe op diplomatie op zee, de rol van maritiem geweld en overzeese imperiale expansie.
Kapers en piraten
De Lange is een prettige schrijver die rekening houdt met lezers die weinig voorkennis hebben over de Barbarijse staten. Zo legt hij helder uit hoe Barbarije ontstond, wie er aan de macht waren en wie zij gehoorzaamden. Zo werden de drie Barbarijse staten Algiers, Tunis en Tripoli bestuurd door semi autonome heersers (de Deys), die verantwoording aflegden aan de Sultan van het Ottomaanse rijk.
Een belangrijk punt in het boek is het onderscheid tussen piraterij en kaapvaart — een verschil dat achteraf gezien met een knipoog in de titel lijkt te zijn verwerkt. De Barbarijse kapers waren namelijk geen illegale piraten, maar beschikten over officiële kaperbrieven die zij van hun heersers verkregen. Daarmee mochten zij legaal schepen aanvallen van naties waarmee zij in oorlog verkeerden, net zoals vrijwel alle andere mogendheden dat destijds deden.
Waar veel Europese landen uiteindelijk vrede nastreefden, hadden de Barbarijse staten juist belang bij voortdurende oorlog, omdat dat hun kaapvaart legitimeerde. Met dreiging van kaapvaart dwongen zij Europese naties tot het betalen van grote sommen ‘tributen’ in ruil voor vrede. Een ander pijnpunt was dat de gekaapte bemanningsleden soms jarenlang als Christenslaven te werk werden gesteld, welk vooruitzicht de internationale handel natuurlijk beïnvloedde. Zo veranderde de perceptie van kaapvaart geleidelijk: in het belang van de Europese machten werd legale kaapvaart langzaam gezien als illegale piraterij.
Het Verdrag van Wenen en het Bombardement van Algiers
Na de val van Napoleon keerde de rust langzaam terug in Europa. Tijdens het Congres van Wenen (1814–1815) kwamen Europese leiders bijeen om vrede en veiligheid te herstellen. Al gauw kwam de aanpak van de Barbarijse kapers op de agenda, en werd daarbij een eerste stap richting Europese samenwerking op het gebied van veiligheid.
Kleine coalities werden gevormd om gezamenlijk tegen de kapers op te treden. Zo sloten Spanje en Nederland een verdrag waarin zij beloofden elkaar te hulp te schieten en gezamenlijk te patrouilleren. In 1816 bundelden Groot-Brittannië en Nederland hun krachten om het kapersnest Algiers aan te vallen. De aanval verwoestte vrijwel de hele vloot en grote delen van de stad en leek ogenschijnlijk een beslissende overwinning. Toch herstelde de Dey van Algiers snel de schade: de stad werd versterkt, de schepen vervangen, en de kaapvaart hervat.
Imperiale expansie
Hoewel De laatste dagen van Barbarije in eerste instantie lijkt te gaan over maritieme veiligheid en handel, gaat het boek verder dan dat. De strijd tegen de Barbarijse zeerovers bleek uiteindelijk een opmaat tot koloniale expansie in Noord-Afrika. Wat begon als een gezamenlijk veiligheidsproject, zette de deur open voor Europese expansie.
Onder het mom van de bestrijding van de kaapvaart vielen de Fransen na een drie jaar durende oorlog in 1830 Algerije binnen. De Franse inval markeerde een keerpunt: waar de Barbarijse staten ooit als gelijkwaardige onderhandelingspartners werden behandeld, werden ze nu onderworpen als koloniale gebieden. Daarmee veranderde niet alleen de politieke kaart van Noord-Afrika, maar ook het zelfbeeld van Europa als hoeder van orde en veiligheid.
Het boek blijft boeien doordat De Lange zijn verhaal vertelt aan de hand van uiteenlopende historische figuren: van bevelhebbers en politici tot Christenslaven en ambassadeurs. Dat maakt het boek levendig en menselijk. Helaas zijn er maar weinig bronnen gebruikt die het verhaal van Barbarijse of Ottomaanse kant belichten, maar De Lange geeft daarvoor in de inleiding al een goede uitleg.
In de epiloog trekt de auteur een scherpe lijn naar het heden. Volgens hem is de bestrijding van de Barbarijse staten niet los te zien van de latere destabilisering en onderdrukking van Noord-Afrika. Daarmee maakt hij het onderwerp in één klap ontzettend politiek en iets van alle tijden. De zoektocht naar veiligheid voor de één leidde tot onderdrukking van de ander. De vraag is, zo stelt hij, wanneer we dat gaan inzien.
Een veranderende wereldorde
De laatste dagen van Barbarije is een aanrader voor iedereen met interesse in maritieme geschiedenis, internationale politiek of thema’s als veiligheid en kolonialisme. De Lange toont overtuigend hoe de ooit legale kaapvaart van de Barbarijse staten door een veranderende wereldorde langzaam werd bestempeld als illegale piraterij — en hoe die ontwikkeling de basis vormde voor verdere Europese samenwerking én de koloniale expansie in Noord-Afrika.
Door Luc Meijboom
Paperback
ISBN: 9789044645590
Prijs: € 23,99
Publicatiedatum: 6-06-2025
Uitgever: Prometheus
Omvang: 304 pagina’s
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
