Recensie | Bart van der Boom – De politiek van het kleinste kwaad

Tachtig jaar na dato roept de Joodse Raad nog altijd onbegrip en onbehagen op. De recente commotie rondom het coldcase onderzoek naar de verrader van Anne Frank is hier een goed voorbeeld van. (Rosemary Sullivan, Het verraad van Anne Frank, 2022). Het onderzoeksteam concludeerde dat de verrader van Anne Frank waarschijnlijk het Joodse Raadlid Arnold van den Bergh was geweest. Van verschillende kanten kwam er kritiek op het onderzoek en de conclusies en een aantal historici schreef een onderzoeksrapport waarin zij de argumentatie en het brongebruik van het coldcase team bekritiseerden. Eén van de historici die aan dit onderzoeksrapport meewerkte was Bart van der Boom, die op dat moment een laatste hand legde aan zijn boek over de Joodse Raad. 

Joodse Raad = onwetend

In De politiek van het kleinste kwaad wil Bart van der Boom het beeld van de Joodse Raad als willig instrument in handen van de nazi’s of zelfs als dader van de holocaust, ontkrachten. Volgens Van der Boom wordt er als het over de Joodse Raad gaat teveel vanuit het heden geoordeeld. Met de kennis van nu worden de handelingen van de mensen toen veroordeeld. Van der Boom betoogt dat de beweegredenen en de houding van de Joodse Raad gezien moeten worden in de lijn van Joodse bestuurders die vertrouwd waren met het polderen in de Nederlandse politiek. Daarnaast legt hij grote nadruk op het argument dat de leden van de Joodse Raad niet wisten waar de antisemitische politiek van de nazi’s toe zou leiden. “Auschwitz” was onbekend en ondenkbaar. Het is een argument dat ook in zijn eerdere studie, Wij weten niets van hun lot, een belangrijke plaats inneemt. De politiek van het kleinste kwaad lijkt wat dat betreft de argumentatie van zijn eerdere studie te herhalen en geen vernieuwende argumenten naar voren te brengen. 

Joodse Raad = David Cohen

Het is opvallend en jammer dat waar het over de Joodse Raad gaat, Van der Boom het vooral over de Amsterdamse voorzitters van de Joodse Raad en dan voornamelijk over David Cohen heeft. Van der Boom verdedigde dit onder andere tijdens de boekpresentatie met het argument dat er van Cohen het meeste materiaal is over zijn beweegredenen. Uiteraard is een historicus gebonden aan de bronnen die er zijn, maar dit betekent niet dat er niets gezegd kan worden als er weinig bronnen zijn.  De geschiedschrijving over de Joodse Raad verwordt zo bijna tot een biografische studie naar David Cohen als voorzitter van de Joodse Raad. Dit is een gemiste kans, hierdoor wordt weinig toegevoegd aan de kennis over de Joodse Raad als instituut. Bovendien blijven hierdoor de afwegingen of argumenten van de voorzitters -of beter van David Cohen- beeldbepalend voor de gehele Joodse Raad, die echter uit veel meer leden en medewerkers bestond dan de twee Amsterdamse voorzitters. Hun afwegingen, motieven en twijfels komen nauwelijks aan bod. Terwijl daar op basis van egodocumenten wel een en ander over te zeggen is. Denk bijvoorbeeld aan de ambivalente houding van Etty Hillesum over de Joodse Raad, zoals zij die in haar dagboek beschrijft.

Joodse Raad = Amsterdam

De focus op de Amsterdamse voorzitters zorgt er bovendien voor dat het boek vooral over Amsterdam gaat. Nu lijkt dit niet vreemd bij een boek over de geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, maar deze Raad omvatte meer dan Amsterdam alleen. Hoewel de Raad in beginsel opgericht werd voor Amsterdam, vandaar de naam, kreeg zij vanaf oktober 1941 zeggenschap over heel Nederland en kwamen er in verschillende steden afdelingen van de Joodse Raad. Deze afdelingen komen in het boek maar mondjesmaat aan bod. De lezer die met Een Geschiedenis meer over de afzonderlijke afdelingen en de onderlinge verhoudingen tussen de afdelingen hoopt te leren komt bedrogen uit. Het gaat in deze Geschiedenis voornamelijk over de Raad van Amsterdam en haar voorzitters. 

Hoewel er op de inhoud mijns inziens dus een en ander af te dingen is, geldt dit zeker niet voor de vorm. Van der Boom is er met De politiek van het kleinste kwaad opnieuw in geslaagd om een omstreden onderwerp uit de geschiedenis voor een breed lezerspubliek toegankelijk te maken. Hij heeft een heldere betoogstijl en er zit veel vaart in het boek. Het dilemma van de Raad, namelijk gehoorzamen aan de vijand en de nood van de Joden zoveel mogelijk verlichten, of zich verzetten met onbekende, maar vermoedelijk verschrikkelijke gevolgen, wordt door hem overtuigend neergezet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij met De politiek van het kleinste kwaad opnieuw een plek op de shortlist van de Libris Geschiedenis Prijs heeft weten te verwerven. Het boek zelf is een mooie, verzorgde uitgave met veel fotomateriaal. 

Door Marleen van den Berg.


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Bart van der Boom, De politiek van het kleinste kwaad. Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, 1941-1943.
Uitgeverij Boom, 2022. 424 pagina’s.
ISBN: 9789024444878
€ 29,90


Marleen van den Berg is als promovendus verbonden aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust-, en Genocidestudies en de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op de vervolging en het rechtsherstel van de Joden in Rotterdam gedurende en direct na de Tweede Wereldoorlog. In haar onderzoek focust zij op de ervaringen en beleving van de Joodse Rotterdammers. Hiervoor maakt zij gebruik van egodocumenten. Met haar onderzoek wil zij nadrukkelijk een verbinding leggen tussen de ontrechting en vervolging gedurende de oorlog en de terugkeer en het rechtsherstel na de oorlog. Ze studeerde geschiedenis en de research master Colonial and Global History aan de Universiteit Leiden.

Berichten gemaakt 1235

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven