Wie op 21 mei van dit jaar de Volkskrant opensloeg en de recensie van Sander van Walsum las over het hier te bespreken boek De Roofkoning zou nooit hebben vermoed dat het enkele maanden later op de shortlist zou staan van de Libris Geschiedenisprijs 2016. Toch prijkt de naam van Machiel Bosman tussen die van onder meer Annejet van der Zijl, auteur van het boek Sonny Boy. Heeft Van Walsum het boek zo slecht begrepen, zoals Bosman zelf beweert? De interesse was gewekt.
De Glorious Revolution van 1688
Met De Roofkoning vertelt Machiel Bosman het verhaal over de Glorious Revolution van 1688, waarbij stadhouder Willem III het Kanaal overstak met ongeveer 400 schepen om uiteindelijk zijn bloedeigen schoonvader van de Engelse kroon te stoten. Het is een van de grote momenten in de Britse geschiedenis die nog steeds op verschillende plekken wordt herdacht en zeker in de Angelsaksische geschiedschrijving veel aandacht heeft gekregen. Deze gebeurtenis leent zich ook uitstekend voor een spannend verhaal en Bosman heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt.
Niet alleen de Glorious Revolution zelf wordt behandeld, ook de onthoofding van Charles I komt aan bod, het bewind van Cromwell en de Restauratie van het koningshuis vanaf 1660. Zo schetst Bosman een korte context van de gebeurtenissen voorafgaand aan het jaar 1688.
Een andere benadering
De kaft van het boek doet al vermoeden dat we hier niet te maken hebben met een stuk traditionele geschiedschrijving. Het is dan ook verre van dat, zowel qua inhoud als methodiek en stijl. Wie begint met lezen vraagt zich in eerste instantie misschien zelfs af of de boekhandel geen fout heeft gemaakt en het boek bij de verkeerde sectie heeft gezet. Het verhaal begint namelijk met: ‘Daar ligt de koningin in bed, benen gespreid.’ Voor de duidelijkheid: het gaat hier om een bevalling. Daarmee is de toon voor de rest van het boek gezet: het draait vooral om het verhaal en in mindere mate om de analyse. Het is om die reden ook lastig dit boek te plaatsen binnen de historiografie. Een vergelijkbaar werk over dit onderwerp is er niet echt.
Wat het boek in het begin – zeker voor de leek – onduidelijk maakt is dat Bosman het verhaal in vele korte hoofdstukjes en in niet-chronologische vertelt. De lezer wordt door de tijd gesleept en daardoor wordt het soms wat onsamenhangend. Bosman vertelt het verhaal vanuit de hoofdpersonages, geeft soms dialogen weer waarbij je je weer afvraagt wat je nu eigenlijk voor boek aan het lezen bent.
Alles voor een goed verhaal
Aan de stijl zal menigeen moeten wennen en niet iedereen zal fan zijn van Bosmans manier van schrijven. Om een voorbeeld te geven:
‘Stel je voor. Er gist iets in je hoofd, iets angstigs dat je borst doet zwellen. Je gaat een land redden, een volk, een religie. Je gaat ingrijpen in de geschiedenis van een continent. Je schoonvader is koning van een vreemde natie, je vrouw is zijn erfgenaam. Je schoonvader maakt er een zootje van en wie kan dat straks opruimen? Juist, jij.’
Van enige historische distantie is dus weinig te merken. Dat heeft zo z’n voor- en nadelen. Bosman probeert de lezer op die manier het verhaal in te trekken en dat lukt aardig. Maar te vaak gaat Bosman in dit soort passages te kort door de bocht, en dat is jammer. Wie op zoek is naar iets meer verdieping heeft zeker wat aan de ‘Aantekeningen’ die achterin het boek staan, waarin de auteur wat dieper ingaat op een aantal vraagstukken die in de lopende tekst niet werden beantwoord ‘om de lopende tekst zo min mogelijk met mijn argumenten te belasten.’ Dat deze aantekeningen pas aan het einde van het boek worden vermeld geeft ook al aan dat de analyse er amper toe doet.
Wat ook jammer is, is dat het verhaal stopt bij de mededeling dat James II, de verstoten koning, met een leger in Dublin is geland. Het heeft dus een open einde. De een houdt daarvan, persoonlijk zou ik liever hebben gezien dat het verhaal wat langer was opgerekt. Het verhaal beslaat nu 192 pagina’s en dat is bij een historische gebeurtenis als deze te beperkt.
Eindoordeel
Dat Machiel Bosman een grote verbeeldingskracht bezit en die (bij vlagen) goed weet te verwoorden staat voor mij buiten kijf. Qua methodiek en stijl is het ook zonder meer verfrissend. Inhoudelijk valt er echter het een en ander aan te merken en het vergt wel enige voorkennis van de zeventiende-eeuwse politieke context om het boek goed te kunnen volgen. Erg verrassende inzichten biedt het boek ook niet. Wie daar niet al te zwaar aan tilt, geen sterk theoretische verhandelingen nodig heeft voor een paper of scriptie en groot fan is van de narratieve traditie zal aan De Roofkoning veel plezier beleven. Maar je moet er dus wel van houden en dat doet lang niet iedereen. En daarmee vind ik een plaats in de shortlist toch wel verrassend.
Machiel Bosman, De Roofkoning (Athenaeum, 2016), 272 pagina’s, € 19,99.
Door Ferry Gouwens
Ferry Gouwens (1990) rondde in augustus 2013 de research master Medieval and Early Modern European History af aan de Universiteit Leiden door een politieke biografie te schrijven van de Utrechtse edelman Johan van Reede, heer van Renswoude (1593-1682). Over dezelfde Van Renswoude verscheen in mei 2015 van zijn hand een artikel in Virtus. Journal for Nobility Studies. Tijdens zijn studie was hij redactielid bij Leidschrift, onder meer als eindredacteur. Momenteel is hij assistent-uitgever bij Uitgeverij Verloren in Hilversum.