Het verleden herbergt vele gruwelen die een blijvende impact hebben gehad op de gemeenschappelijke herinnering. Wat daarbij opvalt, is dat het hier vooral gaat om de wreedheden van mensen tegen andere mensen, terwijl natuurrampen vaak een ondergeschikte plaats krijgen: de Eerste Wereldoorlog wordt veel meer herdacht dan de Spaanse Griep die rond dezelfde tijd nog meer slachtoffers maakte. Hetzelfde geldt voor andere pandemieën en dit zal ongetwijfeld uiteindelijk ook gebeuren met de huidige Covid-19 pandemie. Slechts een van deze gebeurtenissen heeft een dusdanig sterke plaats in het geheugen dat het ons beeld van de late middeleeuwen met een rouwrand heeft gekleurd: de Zwarte Dood van 1346-1353. Het is deze uitzonderlijk dodelijke pandemie waar de Zweedse historicus Dick Harrison al in 2000 het boek Stora Döden over heeft geschreven. Dat boek is in 2021 uitgegeven als het naar het Nederlands vertaalde en geüpdatete De Zwarte Dood: De Pandemie van de Pest.
De komst van de Zwarte Dood
Wie een boek over de Zwarte Dood leest, verwacht uiteraard deprimerende primaire bronnen van veertiende-eeuwse kroniekschrijvers, monniken en bewindslieden. In paniek schrijven zij over donkere builen in de liezen en oksels, plots dood neervallende mensen in de straten, uitgestorven dorpen en verwaarloosde huisdieren die over de velden zwerven nu hun eigenaars zijn geclaimd door de man met de zeis. En inderdaad, Harrisons boek zit er vol mee: van Cairo en Damascus tot het Zweden van Koning Magnus Eriksson volgen we de pest op zijn verwoestende tocht. Het is jammer dat China en India, waar de Zwarte Dood ook huishield, daarbij grotendeels buiten beschouwing worden gelaten, maar dat wijt Harrison aan een gebrek aan bronnenmateriaal. Het is nadat de pest opdoemt in de Krim dat we pas echte getuigenverslagen krijgen, zoals de Arabische geschiedschrijver Ibn Khaldun en de Byzantijnse wetenschapper Nikeforos Gregoras. Die laatste beschreef de chaos in Constantinopel en wist als een van de weinigen een oorzakelijk verband te zien tussen ratten en de pest.
Want dat de pest – ook wel bekend onder zijn Latijnse naam Yersinia Pestis – verspreid werd door knaagdieren en vlooien die de ziekte van dier naar mens overbrachten, is ondertussen wel een zekerheid. Maar dat wisten de meeste middeleeuwse schrijvers niet, en dus doet Harrison verslag van een breed scala van oorzaken die werden geïdentificeerd: de Zwarte Dood zou zijn gekomen door aardbevingen, door de stand van de planeten, door boosaardige gifmengers, of simpelweg door de wraak van God. Islamitische schrijvers meenden het volgende: ‘De ongelovigen verdienden te sterven. Als de pest echter een moslim trof, moest het worden beschouwd als een goddelijk bewijs van genade, de dood van een martelaar.’ Maar, zo meent Harrison, op de paniek in het Midden-Oosten zal dat weinig invloed hebben gehad: ook moslims probeerden de pest te ontvluchten.
Dansen met de Dood
Wat overigens een zwak punt is aan het boek is dat Harrison zijn relaas over de tocht van de pest door Europa plots onderbreekt nadat deze in Italië aankomt. Hij schakelt dan opeens een paar hoofdstukken lang over naar Europese cultuurgeschiedenis, om het boek vervolgens af te sluiten met de aankomst van de pest in Spanje, Frankrijk, de Britse Eilanden, het Heilige Roomse Rijk en Scandinavië. Hoewel die hoofdstukken ietwat misplaatst overkomen (ze waren wat beter tot hun recht gekomen als de auteur eerst de volledige rondgang van de pest had beschreven), zijn deze hoofdstukken niettemin fascinerend.
Zo komen bewegingen als de flagellanten aan bod. Die groepen worden beschreven als wanhopige pogingen om de pest af te wenden door in het openbaar boete te doen voor de zonden die de mens had begaan. Aanvankelijk deed volgens sommigen zelfs de paus in Avignon mee met flagellantenprocessies. Uiteindelijk werd de beweging echter zo wijdverbreid en radicaal dat de leiders ervan op den duur als ketters op de brandstapel werden gezet. In de kunst van deze periode – en nog lange tijd erna – werd de nadruk gelegd op een zekere berusting in het lot van de mens: de man met de zeis kan iedereen op ieder moment claimen, of men nu een paus of een bedelaar is. Uiteindelijk moet iedereen meedoen met de zogenoemde Dodendans, die ook veelvuldig werd afgebeeld in kerken als skeletten die dansen met mensen uit alle sociale lagen.
Een middeleeuwse gebeurtenis die nog altijd relevant is
Wat uiteindelijk duidelijk wordt in het relaas dat Harrison schetst, is dat de mens eigenlijk alleen maar kan speculeren over de oorzaken en eigenschappen van een nieuwe pandemie die hem treft: men hoeft alleen maar naar de vele complottheorieën over de coronapandemie te kijken, om te zien dat dit vandaag de dag niet anders is, zo meent Harrison. Immers, zijn de veertiende-eeuwse volkstheorieën over dat de Joden verantwoordelijk zouden zijn voor het verspreiden van de pest nu echt zo heel anders dan de theorie dat het coronavirus uit een lab in Wuhan zou zijn gekomen? In het Heilige Roomse Rijk werden in bijna alle Duitse steden Joden op de brandstapel gezet: ‘een Endlösung voor de pestkwestie.’
Dat er verschillen zijn tussen de middeleeuwen en vandaag de dag erkent Harrison ook wel. Vervolgingen zoals die van de middeleeuwse Joden zijn nu niet aan de orde. Daarnaast wist de moderne academische wetenschap al vrij snel wat Covid grofweg was en wat men kon doen om het besmettingsgevaar te verminderen. In de middeleeuwen bleef het giswerk tot het einde. Niettemin is de denkwijze van het zoeken naar zondebokken bij gebrek aan tastbare oorzaken soortgelijk. Die universaliteit van de menselijke psychologie in het verleden en vandaag de dag komt goed uit de verf en is een intrigerende toevoeging.
Wellicht kan niet iedereen de vergelijkingen met Covid-19 waarderen, maar ook los daarvan is De Zwarte Dood een sterke en zeer uitgebreide geschiedenis van de dodelijkste pandemie aller tijden. Ik raad dit boek dan ook aan voor iedereen die een compleet beeld wil hebben van een belangrijke en ontzagwekkende middeleeuwse gebeurtenis, maar ook van hoe de mens zich gedraagt wanneer deze geconfronteerd wordt met het onverklaarbare.
Door Tim de Wit
Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel
Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma
Dick Harrison, De Zwarte Dood: De Pandemie van de Pest.
Uitgeverij Omniboek, 2021. 496 pagina’s.
ISBN: 9789401917773
€39,99
Tim de Wit (1992) is afgestudeerd als historicus aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en the University of Georgia. Hij specialiseert zich in Amerikaanse negentiende-eeuwse geschiedenis, specifiek die van het Amerikaanse Zuiden, de Amerikaanse Burgeroorlog en het overheidsbeleid ten opzichte van Native Americans. In het kader van dat laatste heeft hij onderzoek ter plaatse gedaan in Oklahoma over hoe de lokale volken de Amerikaanse Burgeroorlog beleefden. Tegenwoordig is hij werkzaam op het International Office van de VU en geeft hij groepsrondleidingen op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.