Dick Harrison, De Dertigjarige Oorlog. De allereerste wereldoorlog, 1618-1648.
Uitgeverij Omniboek, Utrecht, 2018
ISBN: 9789401911184
€39,95
In het Nederlandse collectieve geheugen is het jaartal 1648 onlosmakelijk verbonden met de Tachtigjarige Oorlog, het jaartal waarin een einde kwam aan onze vechtscheiding met de Spaanse Filips II. Maar in diezelfde Vrede van Westfalen werd ook de Dertigjarige Oorlog beëindigd: een verwoestende, maar goeddeels vergeten oorlog, die het hele Europese continent in zijn greep hield.
De Dertigjarige Oorlog is, tot op heden, summier en tegelijkertijd veelal vanuit (pre-)nationalistisch perspectief beschreven. Elke staat heeft de gruwelijke oorlog op zijn eigen wijze geportretteerd en daarbij de nadruk gelegd op de motieven en elementen die voor het eigen land doorslaggevend waren. Met zijn nieuwe boek De Dertigjarige Oorlog doorbreekt de Zweedse historicus Dick Harrison dat verkokerde perspectief en weet hij, voor het eerst, alle verschillende strijdtonelen (en dat waren er heel wat!) met elkaar te verbinden.
Vogelperspectief
Deze transnationale benadering maakt dat Harrison de gebruikelijke typering van de Dertigjarige Oorlog als religieuze krachtmeting tussen katholieken en protestanten kan nuanceren. Voor Spanje en de Republiek was de Dertigjarige Oorlog bijvoorbeeld eerder een voortzetting van de Tachtigjarige Oorlog – een meer geopolitiek conflict met een, toegegeven, duidelijke religieuze voedingsbodem. En hoewel de Nederlanden en Portugal op het Europees continent veelal bondgenoten waren, stonden zij in hun koloniën, voornamelijk vanwege financiële belangen, lijnrecht tegenover elkaar
Voor andere Europese mogendheden, waaronder Zweden, Frankrijk en het Heilige Roomse Rijk, was godsdienst – en de twisten daarover – weliswaar een belangrijke reden om hun soldaten naar het slagveld te zenden, maar ook voor hen was godsdienst niet per se doorslaggevend. Belangrijker was hun interpretatie van het bestaande machtsevenwicht. Zo ging het katholieke Frankrijk bijvoorbeeld in zee met het lutherse Zweden en zelfs met de Turkse sultans om de grote concurrent, de Habsburgers, in de weg te kunnen zitten. En veel Duitse vorsten waren bevreesd voor de keizerlijke macht in Wenen – zij streden voor hun onafhankelijke posities – en sloten daarom allianties met Zweden. Realpolitik was dus net zo belangrijk als religie; bondgenootschappen werden aan de lopende band gesmeed, verbroken en wederom gesmeed. Juist dit op geopolitiek gebaseerde vogelperspectief, zoals Harrison het noemt, is de grote meerwaarde van dit boek. De historicus overstijgt daarmee de veelal (pre-)nationalistische geschiedschrijving, waardoor hij uitstekend laat zien hoe vervlochten de conflicten met elkaar waren.
Kikkerperspectief
De belangrijkste verdienste van Harrison is echter dat hij, naast het vogelperspectief, de oorlog ook vanuit kikkerperspectief beschrijft. De Dertigjarige Oorlog was namelijk bij uitstek een lokale oorlog. Over het hele continent woedden talloze kleine oorlogjes en grote oorlogen, die elkaar allemaal beïnvloedden en met elkaar verweven waren. De Dertigjarige Oorlog begon weliswaar als een vrij eenvoudig conflict – enkele protestantse edellieden kieperden een drietal katholieke hoogwaardigheidsbekleders uit een raam – , maar die vonk, ook wel bekend als de Defenestratie van Praag, zorgde er al snel voor dat overal op het Europese continent – maar ook daarbuiten, zoals in Brazilië en West-Indië – brandhaarden ontvlamden. Gekrenkte, egoïstische, en op macht en geld beluste vorsten stuurden hun voetsoldaten naar het strijdtoneel, terwijl gehaaide, maar tegelijkertijd machteloze diplomaten achter de schermen (tevergeefs) probeerden te bemiddelen in het onoverzichtelijke web van conflicten. Iedere veldslag leverde triomfantelijke winnaars op, maar ook verliezers, die op wraak zonnen en compensatie voor het geleden leed eisten – met een kettingreactie van oorlogen, in onder andere Italië, de tientallen Duitse staatjes, en op de Balkan, als gevolg. Zo voegt het kikkerperspectief een meer persoonlijke dimensie toe.
Dat persoonlijk getinte perspectief blijkt tevens uit de talloze egodocumenten van ‘gewone mensen’ die Harrison opgerakeld en geraadpleegd heeft. Uit de schokkende memoires, brieven en ooggetuigenverslagen, onder andere van boeren, nonnen, schoenmakers en huursoldaten, blijkt hoe ‘gewone mensen’, dorpen en steden meegezogen werden in die kolkende, verwoestende maalstroom: plunderingen, verkrachtingen, moord en doodslag, snel om zich heen grijpende ziektes en hongersnood waren aan de orde van de dag. De balans aan het einde van het boek illustreert nogmaals hoe vernietigend de oorlog was: niet alleen stierven honderdduizenden soldaten in het harnas, maar ook haast tien miljoen burgers kwamen in die dertig jaar om het leven. Daaronder waren vijf miljoen Duitse burgerslachtoffers, waardoor in sommige streken, zoals Pommeren, de bevolking haast gehalveerd werd. het gebruik van allerhande egodocumenten, onschatbare bouwstenen van het boek, geeft – vanzelfsprekend – een heel andere dimensie aan het conflict dan het geopolitieke overzicht. Met dit kikkerperspectief laat Harrison op een ingrijpende manier zien hoe afschuwelijk deze totale oorlog – de eerste wereldoorlog? – moet zijn geweest.
De Dertigjarige Oorlog was dus een ontzettend ingewikkeld conflict, maar gelukkig weet Harrison alle verschillende aspecten op uiterst toegankelijke wijze op te tekenen. De verschillende geopolitieke, religieuze, financiële ingrediënten van het conflict; de karaktertrekken en persoonlijkheden van vorsten en machthebbers; de tactische keuzes in veldslagen en het leed van de ‘gewone mensen’ – alles komt op een heldere en logische manier aan bod. Een verbluffend boek, dat geopolitieke complexiteit en menselijke eenvoud op magistrale wijze verbindt.
Door Mark Barrois.
Mark Barrois (1994) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij de geschiedenismaster ‘Actuele Geschiedenis’ en de interdisciplinaire master ‘Politiek & Parlement’ succesvol afrondde. Zijn interesse gaat onder meer uit naar het functioneren van de lokale democratie en het thema ‘burgerparticipatie’. Als trainee bij De Toekomst van Brabant is hij daarmee verder aan de slag gegaan.