Recensie | Elise van Calcar (1822-1904) – Annette Faber

Ze wordt door historica Els Kloek in 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis één van de grondlegsters van het Nederlandse feminisme genoemd, maar cultuurwetenschapper Annette Faber overdrijft niet wanneer zij stelt dat niemand ooit van het onderwerp van haar promotietraject heeft gehoord: Elise van Calcar (door Faber steevast aangeduid als ‘Elise’ zodat er geen verwarring ontstaat tussen haar en die andere Van Calcar: haar man). Een veelzijdige vrouw, die volgens Faber de kansen en mogelijkheden voor vrouwen flink heeft weten op te rekken. Hoog tijd dus om het tij te keren, en haar van een meer zichtbare plek in de vaderlandse geschiedenis te voorzien. Faber tracht dit te doen door middel van een biografie, die een completer, neutraler en overzichtelijker beeld moet geven van Elises ‘gedreven en begeesterd leven’ dan eerdere biografische werken uit de jaren 1920 (die nodig aan vervanging toe waren).

Een boekwerk waar je U tegen zegt

In tegenstelling tot deze eerdere publicaties, maakt Faber gebruik van een puur chronologische opzet en wil ze vooral verbanden aanbrengen tussen Elises vier verschillende werkgebieden: de letterkunde, het onderwijs, de vrouwenkwestie en het spiritualisme. Door het aangeven van samenhang tussen de verschillende interesses en bezigheden van Elise valt het redelijke dikke boekwerk (plusminus vijfhonderd pagina’s) echter ook enigszins in herhaling. Met regelmaat komen Elises ‘terugkerende stokpaardjes’ aan bod; bepaalde punten die zij in elk van haar werkgebieden benadrukt en die in haar publicaties continue de kop opsteken. Hetzelfde geldt voor de bespreking van Elises werk, aangezien de recensenten die door Faber worden aangehaald grotendeels dezelfde kritiek blijven leveren gedurende Elises vijftig jaar durende schrijverscarrière. Voor haar wetenschappelijk proefschrift heeft Faber ongetwijfeld zo volledig mogelijk willen zijn, maar een handelseditie had wellicht iets compacter gekund.

Het vrouwelijk schrijverschap

De grote hoeveelheid recensies en het contact tussen Elise en haar uitgevers geven wel een mooi beeld van het literair bedrijf in de negentiende eeuw. Faber stelt dat ze door middel van haar proefschrift Elise een plek wil geven binnen de historische letterkunde, en vooral heeft willen aangeven welke obstakels Elise zoal is tegengekomen als beginnend publiciste in een tijd waarin het schrijverschap voor (getrouwde) vrouwen nog niet tot de normaalste zaken ter wereld behoorde.

Elise lijkt echter weinig tegenwerking te hebben ervaren vanuit literaire kringen. Volgens Faber namen de ‘heren beoordelaars’ het werk van Elise vrijwel altijd serieus, en werd zij als vrouwelijk schrijver zeker niet voortdurend miskent. Daarnaast lijken de belemmeringen die Faber wél ondervindt te sterk vanuit feministisch oogpunt geanalyseerd. Het is de vraag of het hier daadwerkelijk gaat om door het patriarchaat opgelegde barrières. Elises literaire mentor bijvoorbeeld – de Tilburgse dominee, redacteur en algemeen veelschrijver Gillis Dionysius Jacobus Schotel – zou volgens Faber zijn leerlinge ‘onverbloemd de les lezen’, haar ‘bevoogdend toespreken’ en zich veelvuldig bemoeien met haar werk. Zijn advies oogt echter zeer terecht; Elise maakt inderdaad bovenmatig veel gebruik van gedachtestreepjes en aan haar zinnen lijkt soms geen einde te komen. Het is bovendien niet duidelijk of een beginnend mannelijk schrijver eenzelfde soort kritiek van Schotel zou hebben ontvangen en Elise hier omwille van haar gender anders wordt behandeld. Daarnaast begrijp je als lezer wel waarom er in de Nederlandse literatuurgeschiedenis tot nu toe zo weinig aandacht aan Elises werk is besteed. Haar romans waren op literair vlak weinig grensverleggend, en werden in haar eigen tijd al ouderwets gevonden en – wederom terecht – omschreven als ‘overjarige bruine bonen’.

Draagzakfeminisme 1.0

Interessanter zijn Elises positie binnen de vrouwenbeweging en de pedagogische opvattingen die ze in haar omvangrijke oeuvre uit de doeken doet. Fabers boek biedt onder andere fantastisch inzicht in de eerste feministische golf. Haar werk laat zien dat die beweging verscheidene stromingen kende en om zoveel meer draaide dan het vrouwenkiesrecht; ook aan #metoo gerelateerde thematiek passeert bijvoorbeeld de revue.

De redelijk conservatieve Elise ging zelf regelmatig de strijd aan met meer links-progressieve feministen zoals Wilhelmina Drucker. In tegenstelling tot laatstgenoemde, maakte Elise zich vooral hard voor beter meisjesonderwijs en meer werkgelegenheid omdat opgeleide en ervaren vrouwen ook betere moeders zouden zijn. Faber geeft aan dat ‘gij zijt opvoedster omdat gij vrouw zijt’ lange tijd het motto van Elise is geweest, en dat zij van mening was dat vrouwen hun ‘natuurlijke frisheid’ zouden verliezen wanneer zij zich verdiepen in de wetenschap. Elise was dan ook een felle verdediger van de nu nog steeds veel gehoorde uitspraak dat mannen en vrouwen wel gelijkwaardig zijn maar niet gelijk. Faber laat hiermee zien dat het feministische verschildenken, waarvan ik op de universiteit altijd heb geleerd dat het in de jaren 1980 is opgekomen, een veel langere geschiedenis en dus ook vrij traditionele wortels kent. Haar boek roept bovendien de vraag op wie vanuit historisch oogpunt wel of geen feminist genoemd kan worden. De stoïcijnen uit de klassieke oudheid waren immers ook van mening dat vrouwen toegang moesten krijgen tot eersteklas (filosofisch) onderwijs, maar enkel zodat zij daarna de rol van moeder en echtgenote zo goed mogelijk konden vervullen. Zouden we deze heren een feminist noemen? Misschien niet. 

Middels haar onderzoek wil Faber eveneens aangeven wat Elise en haar ideeën voor de Nederlandse cultuur en samenleving hebben betekend. Het was interessant geweest als ze daar meer op had gereflecteerd, want stiekem is Elise misschien wel net zo toonaangevend als haar meer radicale tijdgenoten die een stuk meer naamsbekendheid genieten. In haar verheerlijking van het moederschap kunnen we bijvoorbeeld de in Nederland nog steeds heersende moederschapsideologie terugzien. Deze ideologie uit zich tegenwoordig in wat Roxane van Iperen het ‘draagzakfeminisme’ noemt: hippe momfluencers die het moederschap omtoveren tot iets van haast magische proporties, ondersteund door valse mythes over uniek vrouwelijke eigenschappen die we ook in uitspraken van Elise aantreffen.

Stoer of strontvervelend?

Aan de hand van Fabers werk leren we Elise kennen als een onverschrokken maar ook intimiderende vrouw. Een volgens tijdgenoten ‘autocraat in merg en gebeente’ die geen tegenspraak duldde en continu klaagde over haar gezondheid: een soort ‘Karen’ avant la lettre. Faber stelt dat Elise vooral door deze negatieve karaktereigenschappen in de vergetelheid is geraakt, maar wellicht is ze ook juist door haar starre houding zo invloedrijk geweest. Het is vanwege haar onverzettelijkheid dat Elise zich geen strobreed in de weg liet leggen. Ze heeft het zodoende voor vrouwen genormaliseerd om in de openbaarheid te treden, en latere generaties vrouwen zijn dat derhalve ook steeds meer gaan doen. Ondanks Elises traditionele standpunten lijkt de kenschets van Els Kloek dus op z’n plaats. Als moederoverste van de Nederlandse vrouwenbeweging verdient zij meer aandacht in het historische debat, en Fabers biografie levert een stevige basis waar toekomstige geschiedkundigen op kunnen bouwen. Een aanrader voor iedereen geïnteresseerd in het literair milieu van de negentiende eeuw en gendergeschiedenis in het bijzonder.

Door Charlotte van Bergen


Steun Jonge Historici, bestel dit boek via Athenaeum Boekhandel

Lees hier meer over ons affiliate partnerprogramma


Elise van Calcar 1822-1904. Een gedreven en begeesterd leven (2022) 

Geschreven door Annette Faber

Uitgeverij Verloren (Hilversum)

ISBN: 9789087049942


Charlotte van Bergen (1994) heeft geschiedenis gestudeerd aan de Radboud Universiteit en een opleiding jeugdliteratuur gevolgd aan de Universiteit van Tilburg. Binnen deze studies heeft zij zich gespecialiseerd in gendergeschiedenis, familie- en pedagogische geschiedenis en bovenal onderzoek gedaan naar oude kinderboeken en hun functie als cultuurhistorisch bronmateriaal. Ze heeft haar afstudeerscripties geschreven over de invloed van de tweede feministische golf op genderstereotypering in kinderboeken, en de rol en representatie van vaders in kinderboeken van 1950 tot nu. Ze werkt als beleidsmedewerker bij NWO, fietst elk weekend met haar zoontje naar de kinderboerderij om de ezels te aaien, en speelt graag ietwat gewelddadige videogames (shout-out naar alle andere trouwe Witcher III fans). 

Berichten gemaakt 1206

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven