Een uitverkocht Paradiso, een samenwerking met hiphoplabel Topnotch en een nieuwe videoclip van niemand minder dan Typhoon. Wie had gedacht dat het op 14 maart in de poptempel om de presentatie van een geschiedenisboek ging? Met zijn boek Roofstaat. Wat iedere Nederlander moet weten wil Ewald Vanvugt het geschiedenisonderwijs en ook de geschiedschrijving doordringen van wat hij de ware aard van het kolonialisme acht: “De meeste Nederlanders overzee (…) leefden volgens de koloniale wijsheid ‘rond de evenaar gelden de tien geboden niet’.” Volgens Vanvugt weigert de Nederlandse elite, zoals de overheid en universitaire historici, de zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis onder ogen te komen.
Na het trauma van de Tweede Wereldoorlog was het in postkoloniaal Nederland wellicht niet te aanvaarden dat de natie zelf ook ‘fout’ was geweest. Sindsdien laait elk decennium het debat rond het koloniaal verleden weer op en altijd wordt er gedacht dat dit verleden verborgen gehouden is. Hoe past het koloniale verleden, en vooral koloniaal geweld, eigenlijk in ons nationale zelfbeeld?
Hoewel er steeds meer historisch onderzoek aan de koloniale onderdanen zelf wordt besteed en hen daarmee ook invloed en een stem wordt toegekend, heeft de Nederlandse koloniale geschiedschrijving altijd een sterk economische en politiek-bestuurlijke focus gehad. Hierin is minder aandacht voor de ervaring van degenen die niet profiteerden van dit koloniale stelsel of zelfs werden onderdrukt. De vraag blijft of de oorzaak van die eenzijdigheid bij de Nederlandse historici en politici ligt of bij een wisselwerking tussen maatschappij en geschiedschrijving. Vernieuwend is Vanvugts samenwerking met TopNotch voor de uitgave van zijn boek. TopNotch werkt met veel artiesten die hun wortels in de voormalige koloniën hebben en dit steeds bewuster in hun muziek verwerken. Het is een aansluiting bij de samenleving die historici vaak niet zoeken, maar waar wel een antwoord kan liggen voor meer draagvlak voor dit onderwerp.
Van verhaal naar verhaal
Eerder beschreef Vanvugt de door de Nederlandse staat gereguleerde opiumhandel in Azië en de op koloniaal gewin gebaseerde rijkdom. Al deze thema’s zijn verzameld in zijn nieuwste boek, een herziening van eerdere boeken. De nieuwste versie van deze ‘zwartboeken’ begint bij de kruistochten en eindigt met de huidige discussie over de Indonesische dekolonisatie en de viering van de afschaffing van de slavernij. Aan het begin van het boek staat een overzicht met jaartallen en titels van de korte verhalen, waardoor je al snel geneigd bent naar willekeurige verhalen door te bladeren. Dit is dan ook hoe het boek het makkelijkst leest, je hoeft maar een bladzijde open te slaan om een interessante anekdote te lezen, de vele afbeeldingen maken het verleden letterlijk zichtbaar.
Chronologisch vertelt Vanvugt verhalen die het Nederlandse geweld in alle soorten en maten en de corruptie in de koloniën illustreren. Hierbij licht hij ingewikkelde begrippen toegankelijk toe. Ook verwijst Vanvugt veelvuldig naar de vrije omgang met seksualiteit door de koloniale overheersers overzee, wat volgens hem één van de belangrijkste motoren was achter het koloniale stelsel. De vele details zijn indrukwekkend, maar houden het verhaal vaak op en de verhalen tonen soms weinig samenhang. Is een baas van de Spaanse inquisitie die geboren is in wat nu België is, daadwerkelijk een goed voorbeeld van Nederland als koloniale roofstaat? Bij de daadwerkelijke overzeese expansie vanaf 1500 wordt het duidelijker wat Vanvugt wil vertellen: koloniale gruwelijkheden, wat hij met verve doet.
Betoog zonder kracht
Het is jammer dat het boek vaak nuance mist, suggestief van toon is en een eenzijdig beeld schetst van zowel koloniaal als gekoloniseerde. Vanvugt besteedt bijvoorbeeld in het geval van Bali nauwelijks aandacht aan de onderlinge verschillen en geschillen tussen bewoners van gekoloniseerde gebieden en doet hen op die manier juist geen recht. Hoewel hij enkele personen naar voren brengt die duidelijk een Nederlands tegenwicht moeten laten zien tegen al het koloniaal geweld, zoals Erasmus, Multatuli en Vrij Nederland- hoofdredacteur Van Randwijk, wordt het niet precies duidelijk hoe zij in het betoog thuis horen. Daarnaast betwijfelt hij de betrouwbaarheid van de ene bron, terwijl een verslag van een andere partij wel zonder enige kritiek wordt overgenomen.
De opzet van Roofstaat breekt het boek uiteindelijk op en de lengte van zevenhonderd pagina’s maakt het boek niet toegankelijker. Zonder inleiding is het gissen naar het waarom en hoe van zijn betoog, en dat is problematisch. Het boek is zo een opsomming die Nederlanders in beperkte mate wel vertelt wat zij moeten weten, maar niet wat ze er vervolgens mee kunnen. Hoe de samenleving zou moeten omgaan met het koloniale verleden blijft beperkt tot opmerkingen over hoe de islam steeds meer in het Nederlandse landschap lijkt te passen en Zwarte Piet uiteindelijk wel afgeschaft zal worden.
Dus: lezen?
Het doel van Vanvugt om het koloniale verleden zichtbaar te maken verdient op zichzelf aandacht en lof. Roofstaat is een interessant naslagwerk over geweld in het Nederlandse koloniale rijk dat je zeker kunt lezen, maar voor verdere conclusies geldt wel dat je daarvoor, zoals altijd, meer dan alleen deze bron moet gebruiken. Door het zwart-wit beeld dat Vanvugt schetst, vormt Roofstaat niet de basis waarmee een door alle Nederlanders gedeelde geschiedenis, waarin oog is voor de verschillende perspectieven van zowel de koloniale heerser als de overheersten, kan worden geschreven. Daarentegen brengt het negatieve beeld dat Vanvugt schetst misschien wel de maatschappelijke discussie op gang die zo hard nodig is. Hopelijk heeft Roofstaat op deze manier toch haar gewenste effect.
Ewald Vanvugt, Roofstaat. Wat iedere Nederlander moet weten (Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2016), 856 blz., € 39,99.
Door Bente de Leede
Bente de Leede volgt momenteel de Research Master Colonial and Global History aan de Universiteit Leiden. Ze is daarbij vooral geïnteresseerd in de ideeën over koloniaal bestuur en beleid tijdens en na het kolonialisme en deed daarvoor onderzoek op Bali. Recent werkte ze als onderzoeksstagiaire bij het KITLV project ‘Dutch Military Operations in Indonesia, 1945-1950’. Eerder liep ze stage bij documentaireserie ‘De IJzeren Eeuw’. Bente wordt blij van goede muziek en films en zingt zelf ook graag een liedje mee.