Recensie: Francesco Guicciardini – Ricordi

Francesco Guicciardini
Ricordi
Historische Uitgeverij, Groningen, augustus 2017

Vertaling: Piet Rademakers
ISBN: 9789065547750

 

Rome werd op 6 mei 1527 vernietigd. Een horde van duizenden Spaanse en Duitse troepen stelde zich op voor de poorten van de Eeuwige Stad om haar aan het bewind van keizer Karel V te onderwerpen. Zij stuitten op weinig weerstand en konden ongehinderd hun gang gaan. De gevolgen waren rampzalig: de stad werd geplunderd, in brand gestoken en haar inwoners vernederd. Nonnen werden tot orgieën gedwongen, graven werden opengebroken en duizenden Romeinen vonden de dood.

Een van de verantwoordelijken voor deze catastrofe was historicus en politicus Francesco Guicciardini (1483-1540), een telg uit een van de meest invloedrijke Florentijnse families. Zijn Ricordi (letterlijk ‘herinneringen’) zijn nu voor het eerst naar het Nederlands vertaald door Piet Rademakers. Het boekje bevat een verzameling van ervaringen, observaties, wijsheden en raadgevingen die Guicciardini gedurende zijn leven optekende. Als raadgever van de paus en aanvoerder van diens legers organiseerde hij een militaire coalitie tegen de toenemende dreiging van Karel V. Deze faalde jammerlijk. Guicciardini zag zijn geliefde Italië in de afgrond storten. Vooral pijnlijk was het besef dat het zijn eigen, goede bedoelingen waren die deze onvoorstelbare gebeurtenis mogelijk maakten. Het dwong hem de relatie tot zijn verleden te herzien.

De dobbelstenen van het toeval
De val van Rome toonde dat de rede haar grenzen had. Pas achteraf was het voor Guicciardini mogelijk om te zien hoe zijn goedbedoelde handelingen onvermijdelijk tot een ramp moesten leiden. Dit inzicht kwam niet overeen met zijn ervaring op het moment zelf. Op dat moment was deze uitkomst totaal niet te voorzien. Guicciardini handelde met zijn verstand, dacht hij. Pas later bleek dat het tegendeel waar was: met terugwerkende kracht was hij onverstandig geweest. Die discrepantie bracht hem tot een nieuwe, ongebruikelijke opvatting van de geschiedenis. Hij weigerde te geloven dat de geschiedenis zich op een redelijke wijze voortbeweegt. De geschiedenis is contingent – een speelveld van de dobbelstenen van het Toeval. Een mens maakt weliswaar rationele afwegingen, maar brengt daarmee toch vaak heel iets anders teweeg, soms zelfs het tegengestelde van wat zijn eigenlijke bedoeling was. In dat geval heeft het Toeval, de Godin Fortuna, haar ontwrichtende spel gespeeld. ‘En wat de Fortuin brengt, grenst soms aan het ongelooflijke’.

De Ricordi helpen de mens zich rationeel te gedragen in een wereld die door toevalligheden aan elkaar hangt. Zij bieden de lezer geen houvast. Guicciardini heeft juist als doel zijn publiek eraan te herinneren dat kennis op basis van het verleden geen garantie biedt voor de toekomst. Daarmee breekt hij met de ideeën van zijn goede vriend en tijdgenoot Niccolò Machiavelli (1469-1527), die op basis van het verleden schema’s en patronen ontwikkelde om ons handelen op een redelijke wijze te sturen. Zulke ‘vaste regels’ wees Guicciardini af. Hij die op zoek is naar houvast en geneigd is om ‘achter iedereen aan te lopen die hem belooft de toekomst te onthullen’ laat zichzelf misleiden. ‘Het geringste afwijkende detail kan weer tot een andere conclusie leiden’. Guicciardini is een gids die de lezer wapent tegen de onverwachte willekeur en veranderlijkheid van de historische realiteit. Hij biedt onpraktische zekerheden: zekerheden ‘achteraf’ die ons leren dat het leven nooit zeker is.

Een baken in turbulente tijden
In een land dat werd geteisterd door oorlogen, onbeheerste politieke acties en voortdurend veranderende levensomstandigheden vroegen burgers zich af op welke zekerheden zij nog konden bouwen. Die vraag is ook vandaag de dag relevant. Mensen zijn geneigd zich in turbulente tijden tot het verleden te richten, op zoek naar enige vorm van stabiliteit. Guicciardini leert dat zulke nostalgische zekerheden slechts illusies zijn: ‘Iets beoordelen aan de hand van voorbeelden is bedrieglijk.’ Iedere situatie is totaal anders en de praktijk zal altijd verschillen van de theorie. Daarom moeten we ons niet blindstaren op het verleden, maar de wereld om ons heen in ogenschouw nemen.

Als er iets is dat we van de geschiedenis kunnen leren, dan is dat dat er van de geschiedenis weinig valt te leren. Die onzekerheid moeten we omarmen. Historici zouden daarin voorop moeten gaan. Het leven is nou eenmaal nooit zeker geweest.

 

Jilt Jorritsma (1991) is geschiedfilosoof en cultuurhistoricus. Hij studeerde Moderne Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, is verbonden aan de werkgroep Beroepsethiek van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap en is hoofdredacteur van de website Jonge Historici.

Berichten gemaakt 1234

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven